Globale reisplanning

Wij, de familie Keijser, hebben van 2010 tot 2011 met onze catamaran SeaMotions, voor een jaar een ' rondje Atlantic' gevaren. We koesteren onze herinneringen in ons dit digitale "book of memories". Daarna ben ik doorgegaan met het zo nu en dan vastleggen van het wel en wee van ons leven op land.







dinsdag 10 mei 2011

Warderick Wells

Maandagochtend gaan we richting Warderick Wells, the Exuma Cays Land and Sea Park: 176 nm2 beschermd subtropisch water met volop koraalrif en visbroedgebieden. Je kunt hier aan een mooring liggen en als mooringgast kun je internetminuten kopen. Als je kiest om achter eigen anker te gaan liggen, ben je verplicht buiten het mooringveld te gaan liggen en kun je geen internetminuten kopen. Wij kiezen voor eigen anker, varen met de dinghy dan gewoon een stukje verder naar het "hoofdkantoor"van het park en doen het zonder internet. Van een vooral efficiente (en daardoor iets minder vriendelijke?) mevrouw achter het bureau krijgen we wat informatiemateriaal mee rondom wandelingen, snorkel- en duikplekken. En zo'n park betekent volop regels en voorwaarden, do's en don'ts. "Niet buiten de aangegeven paden wandelen, huisdieren niet op de wandelpaden, niets meenemen van het eiland (schelpen, stenen, planten), geen dieren voeren, geen vuilnis achterlaten, niet vissen", etc. Na alle ongecultiveerde weken in de Bahamas is de in onze ogen mogelijk wat "overgeorganiseerde" (gecultiveerde) aanpak wat wennen...
Wij gaan snorkelen bij Emerald Rock, een prachtig stukje onbeschadigd koraalrif en boordevol vissen. We zien een Nassau grouper, koffervissen, kleurige koraalvissen, anemonen én we zien -voor het eerst!- grote lobsters!! Helaas, omdat het een park is, mogen de mannen ze niet schieten met de harpoen. Dat is wel even frustrerend voor mijn "jagers". Overigens, om deze lobsters te zien, moeten we wel "free diven": met snorkel op adem inhouden en diep onder water duiken. Coos, Tico en ook onze kleine (grote) Sil zijn hier al heel bedreven in. Coos duikt zo naar 8-9 meter, Tico haalt met gemak 5 meter en onze Sil gaat zonder al teveel moeite naar 3 meter diep. Alleen ik vind dit een beetje eng ... Met wat instructies van Tico doe ik een eerste poging. Welnu, mijn hoofd gaat onder water en mijn voeten met flippers spartelen vooral boven het wateroppervlak. En als ik dan weer met het hoofd boven kom, heb ik zeewater in mijn keel gekregen. Hoe dat komt? Geen idee, waarschijnlijk via mijn neus een laagje water in mijn snorkelbril ingeademd. De volgende pogingen onderneem ik samen met Coos. Liefdevol (?), maar vooral resoluut duwt hij mij een fors eind onder water ... pfff.... na 1 meter diepte voel ik mijn oren al. Na nog een paar keer oefenen krijg ik de slag te pakken en duik ik zelfstandig onder water. Wauw, door dit free-diven krijgt snorkelen een geheel andere dimensie! Dat had ik eerder moeten ontdekken!
Onze dag is een doorlopende aquarium-ervaring, want als we terug op de boot zijn, krijgen we het volgende speciale dier langszij te zien. Een dier waar Coos en ik het bestaan niet van wisten, want wij denken dat we een haai zien. Volgens Tico is het iets anders, namelijk een "shark sucker" (echeneis naucrates), een "tafelgenoot" van de haai of andere grote roofvissen (ze eten uit dezelfde ruif). De shark sucker heeft een zuignap op zijn hoofd (ja, echt!). En met die zuignap plakt hij zich onderaan de buik van de haai vast en daarmee is de haai een taxi-chauffeur geworden.
We eten op tijd, want we willen voor zonsondergang de "hike" naar Boo Boo Hill maken, de hoogste heuvel van dit eilandje. Die "hike" is trouwens niet heel intensief, slechts 11 minuten enkele reis. Via het strand lopen we naar een soort "slufter" (denk aan de Slufter op Texel). Informatieborden vertellen ons over het ontstaan van de Bahamas: in de ijstijd lag hier heel veel land droog, maar door het smelten van het ijs, is het waterpeil gestegen en is veel land onder water gelopen (de beroemde Bahama Bank, Caicos Bank etc.). Een rits aan wat hogere zandduinen bleef boven water uitsteken en met de jaren (miljoenen jaren) zijn deze zandduinen uitgegroeid tot kleine eilandjes waar planten, struiken en bomen op zijn gaan groeien. In de jaren na de slavernij zijn op heel veel eilanden alle bomen gekapt voor de handel. Kale, zanderige eilanden waar nauwelijks leven mogelijk was, resteerden. Inmiddels zie je op veel eilandjes gelukkig weer lage struiken en kleine palmboompjes. De natuur herstelt zich, maar neemt hier wel de tijd voor.
Op Warderick Wells, op weg naar Boo Boo Hill zien we nog een bijzonder Bahamiaans dier, een dier wat met uitsterven bedreigd schijnt: de hutia. De hutia is een soort grote marmot die ook wel wat weg heeft van een flinke rat. We zijn heel enthousiast dat we óók dit dier gespot hebben en doen ons best het beestje vast te leggen op de gevoelige plaat. Op de terugweg, in het schemerdonker, struikelen we haast over de hutia's. Het komt op ons niet echt over als een bedreigde diersoort...
Op Boo Boo Hill hebben we een prachtig 360 graden uitzicht over de cays en de zonsondergang completeert het idyllische beeld. Wat verder bijzonder aan Boo Boo Hill is, is het achterlaten van je scheepsnaam op een stuk driftwood. En al die stukken hout met al die bootnamen liggen boven op een grote stapel op Boo Boo Hill. Sommige boten hebben er een waar kunstwerk van gemaakt met schelpen, touw en kleur waar anderen volstaan met het simpel met viltstift schrijven van de naam op een tak. De herfststormen (orkanen) blazen de stapel jaarlijks weg en kan een nieuwe jaargang opgebouwd worden.
Als we met de dinghy terugvaren naar de boot is het windstil, het water spiegelglad en horen we nauwelijks geluiden. Wat zullen we weer lekker slapen!

Geen opmerkingen: