Globale reisplanning

Wij, de familie Keijser, hebben van 2010 tot 2011 met onze catamaran SeaMotions, voor een jaar een ' rondje Atlantic' gevaren. We koesteren onze herinneringen in ons dit digitale "book of memories". Daarna ben ik doorgegaan met het zo nu en dan vastleggen van het wel en wee van ons leven op land.







maandag 23 april 2012

Parijs in Heiloo

Als ik terugdenk aan Pasen 2011, dan heb daar geen actieve herinnering meer aan. Tot ik het weblog teruglees.

Op Goede Vrijdag 2011 verlaten we de ankerplaats van St. Barbara (Dominicaanse -bananen– Republiek) en (motor)zeilen we richting naar het zo'n 250 mijl verderop gelegen Big Sand Cay, een onbewoond eiland behorende bij Turks & Caicos. Al toen we onze Atlantische zeilavontuur op de CANDIDE beleefden (2001-2002), intrigeerde de naam van dit zelfstandige land, Turks & Caicos, mij buitengewoon. Toen heb ik mij niet bedacht dat we daar zo'n krappe 10 jaar later op eigen kiel naar toe zouden varen. Maar dat is wel wat wij doen Pasen 2011.

Op 1e paasdag liggen we voor anker bij het schitterende, ongerepte, onbewoonde eiland Big Sand Cay. In de ankerbaai zijn we de enige boot. De intens turquoize kleur van het water is overweldigend. Het zandgele strand met ragfijn zand waar onze voetstappen de enigen zijn is magisch. Het magnifieke uitzicht in het grote blauwe niets is magnifiek.  De roggen rondom de boot zijn indrukwekkend. De kinderen hebben zo veel plezier met bodyboarden in de branding. En de enorme barracuda die opeens achter mij hangt als ik van het strand naar de boot zwem is intimiderend. Ook herinner ik me de Paasdienst op de lokale radiozender. Het is een zeer geanimeerd, zangerig gesprek, waarin na elke zin de kreet "Halleluja, praise the Lord" valt. Twee vrouwen bezingen en bepraten de belangrijkste persoon in hun leven: God! Hoewel ik zelf niet-gelovig ben, vind ik het fascinerend om te beluisteren hoe deze mensen hun leven vol liefde en warmte inrichten om God heen. Alles wat ze doen in het dagelijks leven, hoe ze naar het leven kijken en hoe ze met hun medemens omgaan, is vanuit een onbeschrijfelijke overtuiging en vanzelfsprekendheid dat zij er zijn om God te aanbidden en te behagen. Opdat God goed voor hen en hun dierbaren is.

Terug naar 2012. Het is grijs, grauw, guur en winderig als we op zaterdag in de regen met 2 auto's naar Amsterdam rijden. Aan de voorkant van het Centraal Station zien we na een jaar onze Franse vrienden van Le Furibar weer. Ze staan te rillen van de kou in hun voorjaarsjasjes; op zulk schraal koud en nat -Hollands– weer hadden ze niet gerekend. We hobbelen snel door de met wietlucht bewierookte Zeedijk en Warmoestraat op weg naar "De Haven van Texel", een typisch bruin Amsterdams etablissement waar het binnen aangenaam warm is. Met uitzicht op de grachten eten we een biefstukje en praten we in vogelvlucht 12 maanden bij. Vanzelfsprekend vertrouwd.
Geweldig leuk is het om te zien dat de kinderen direct en als vanzelfsprekend plezier met elkaar hebben. Ze communiceren in het Frans, Engels en Nederlands. Ze communiceren in de taal van spelletjes en sport. Binnenshuis gaan ze "ouderwets" pesten, "regenwormen" en doen ze boter-kaas-eieren. Buitenshuis doen ze verstoppertje, boompje tik en voetbal.

Eerste Paasdag vullen we met hardlopen, met paasbrunchen, met paaseieren-en schatzoeken. We doen een potje voetbal op het strand en we smullen van de home-made taco's. Tweede Paasdag gaan we naar het beroemdste dorp van Noord-Holland: Volendam. In de miezerige regen op een winderige Dijk is het lastig de schoonheid van dit vissersdorp te zien. Omdat Yann zo van verkleedpartijtjes houdt, duiken we een foto-shop in om onszelf in flatterende Volendammer kledingdracht te hijsen en onszelf braaf glimlachend op een groepsfoto te laten zetten. Het is hilarisch. En zeer professioneel commercieel... het Volendamse fotobedrijf (een van de vele op de Dijk) doet goede zaken. Het is -in elk geval op deze druilerige dag- ongoing business.
Als je Volendam zegt, zeg je paling. En aldus laten we onze Franse gasten overheerlijke omega3-vetzuurrijke gerookte paling proeven.  De toeristische trip is niet volledig als we niet een kaasboerderij annex klompenmakerij hebben bezocht. In Katwoude slaan we twee vliegen in een klap bij de Irene Hoeve. We worden in het Frans, Engels en Nederlands geïnformeerd over deze ambachten. Leuk en interessant hoor, zelfs voor ons Noord-Hollanders.


Dan zijgen we voor een late lunch neer in de serre van Eetcafe De Zeilhoek, eveneens in Katwoude. We hebben uitzicht over de Gouwzee en de jachthavens van Monnickendam. Helaas wordt het zicht enigszins belemmerd: de regen klettert namelijk onverminderd gestaag tegen de ramen. Het is grauw, grijs en guur.  Een typisch Hollands weertje. 

48 Uur nadat we de Le Furs hebben opgehaald in Amsterdam, rijden we -in de regen- terug naar Amsterdam. Aan de achterkant van het station nemen we afscheid van elkaar. Een afscheid met de wederzijdse belofte dat een volgende ontmoeting in Parijs zal zijn. En hopelijk vergezelt de zon ons dan wat meer dan nu het geval was.



donderdag 12 april 2012

Madrid

Madrid, oh mooie stad met leuke straatjes, sfeervolle pleintjes, aangename weer, vriendelijke mensen, schitterende neo-klassieke panden. Madrid,  een stad waar de verschillen tussen arm en rijk, armoedig en welvarend, werkend en werkeloos steeds meer zichtbaar is: in dozen wonende daklozen, sloeberige zwervers, hoerige hoertjes, bedelende zigeuners en vingervlugge zakkenrollers. Madrid, een stad met een schitterend groen hart, Parque del Retiro. Een park dat ondanks de financiële crisis goed onderhouden wordt: fonteinen, vijvers, broccoli-bomen, rozentuinen, een hele oude Mexicaanse cyprus (uit de 17e eeuw) en een indrukwekkend groen monument ter nagedachtenis aan de terroristische bomaanslag op treinstation Atocha maart 2004: de oneerlijke dood van 191 mensen uitgedrukt via de aanplant van nieuw leven in de vorm van 191 bomen en struiken. Allen verschillend: groot, klein, dik, dun, weelderig, bescheiden. 

In dit park maak ik op, vrijdag, de eerste dag dat we hier zijn, een onfortuinlijke val als ik tijdens een kort rondje hardlopen in het Retiro-park een stoeprandje over het hoofd zie en vervolgens vol op mijn knieën en handen val waarbij mijn linkerenkel onbedaarlijk naar buiten zwikt."Oeps, dat doet heel erg pijn" is het eerste dat door mijn hoofd schiet, direct gevolgd door "dit voelt niet goed" en "dit is nooit over voordat ik zondag 21km moet (wil) hardlopen".


Vervolgens gaat het afwisselend voorspoedig en ronduit slecht met mijn enkel. Zo weet ik na de val toch zo'n 2,5km hard te lopen (inlooptempo), maar strompel ik na het avondeten als een oud vrouwtje terug naar het hotel. 's Nachts word ik geteisterd door helse pijnen die door mijn gehele linkerbeen schieten. En zie ik mijzelf de gehele zaterdag al in de wachtkamer van een Spaans ziekenhuis zitten. In het echt is het bij het aanbreken van een nieuwe dag gelukkig allemaal niet zo slecht gesteld met mijn enkel en ga ik -mank lopend- gewoon mee op sightseeing. Op zondagochtend, de dag van de halve marathon, is mijn enkel onveranderd gezwollen. Onder het motto "beter spijt hebben van iets dat je wel doet dan spijt hebben van iets dat je niet hebt gedaan" besluit ik aan de start van het loopevenement te verschijnen. Met de metrokaart en wat klein geld op zak zie ik wel waar het spreekwoordelijke schip strandt. 


Het parcours van de halve marathon is een uitdagende ... Zo is het weer aangenaam zomers: volop zon en nauwelijks wind. Bij de start om 09.30 uur is het nog een koele 13 graden, maar deze temperatuur loopt gedurende de loop gestaag op. Tegen de tijd dat ik over de finish ga, is het minstens 20-23 graden. En dat is voor een Noord-Hollandse poldermeid die net uit een frisse winter rolt best heel warm. Een andere uitdaging zit in het te overbruggen hoogteverschil van 100 meter in het parcours, dat resulteert in 9km nonstop helling-op hollen en daarna 9km afwisselend steil dalen en steil klimmen. Het venijn zit 'm in de staart (zoals zo vaak). Vanaf het 18km-punt tot aan de finish krijg ik 3km "Bloedweg" voor de kiezen. Oftewel een straffe helling van 3km, een kuitenbijter die je maakt of breekt.



Welnu, ik breek niet, maar ik vloek wel behoorlijk tegen deze laatste langdurige F*** Hill. Na 2 uur en 7 minuten ga ik over de finishlijn. Mijn enkel heeft zich 21km "goed" gehouden: niet pijnloos, maar wel beheersbaar. Direct na afloop en ook de dagen daarna is ie niet dikker of pijnlijker dan voor die 21km hardlopen. Dus, geen spijt.


Madrid, een plezierige stad waar ik best nog eens naar terug zou willen. Al was het maar om alsnog het Prado Museum en het Reina Sofia Museum te bezoeken en hun uitgebreide kunstcollecties te bewonderen; deze schijnen indrukwekkend te zijn. En ook een bezoek aan het Palacio Real staat op mijn verlanglijstje. Een reisje naar Madrid smaakt naar meer. Maar eerst komt Parijs, de familie Le Fur (Le Furibard), naar ons toe.