Globale reisplanning

Wij, de familie Keijser, hebben van 2010 tot 2011 met onze catamaran SeaMotions, voor een jaar een ' rondje Atlantic' gevaren. We koesteren onze herinneringen in ons dit digitale "book of memories". Daarna ben ik doorgegaan met het zo nu en dan vastleggen van het wel en wee van ons leven op land.







woensdag 30 maart 2011

Woensdag - wasdag!

Woensdag – Wasdag!!

En dus vertrekken wij vanochtend met 2 volle boodschappentassen met vuile was richting het thuis van Jolanda (en huis van Ben en Riny) aan de Kaya Mazurka, alwaar wij ongebreideld gebruik mogen maken van wasmachine en draadloos internet (Jolanda, dank je wel! We zijn hier heel blij mee!). In het huisje zijn de taken al snel verdeeld. Tico duikt achter zijn laptop en kan voor het eerst sinds tijden weer eens volop Hyves-en (schrijf je dat zo?) met klasgenoten uit Nederland. Coos duikt achter de andere laptop en stoeit wat met weerberichten, apps voor de iPhone en we skypen met de Seaquest en Elyn. Sil gaat oefenen op de ripstick (bij ons heet dat een waveboard) en ik? Ik doe de was. En ik maak van de gelegenheid gebruik om eens wat foto’s van het huis aan de Kaya Mazurka te maken. Deze foto’s staan nu online, toegevoegd in het webalbum Bonaire!

 

Halverwege de middag gaan we met schone en zo goed als droge was richting Pink Beach om te gaan snorkelen. We moeten een flink eind zwemmen om bij de “drop off” te komen. Daar zien we vooral veel kleine, gekleurde vissen en wat waaierachtig koraal, maar de eerlijkheid gebiedt ons te zeggen dat het niet spectaculair is. Sil doet ondertussen “research” in de kleine plasjes op het droge rif. Hij vangt in een glazen (doperwten)potje een zandvisje en probeert vervolgens ook nog een vriendje te vangen. Later ontdekken Tico en Sil een kleine moreen in zo’n klein plasje op het droge rif. Hoe klein of groot een moreen ook is, als hij zijn kop uit zijn hol steekt, doet hij dat met de bek dreigend open. Tico peutert met zijn “swiss army knife” een slak uit een schelpje en jawel, daarvoor wil het moreentje wel iets verder uit zijn hol komen. Leuk hoor, de wondere onderwaterwereld.

 

Kijk en geniet van de foto’s!

 

 

dinsdag 29 maart 2011

Windsurfen, optimistje en snorkelen in het donker!

Tico heeft de smaak van windsurfen te pakken, bij Coos kriebelt het ook en dus spenderen we zaterdag- en zondagmiddag bij Sorobon. Het water in deze lagune aan de ruwe kant van het eiland is grotendeels dijbeendiep, heeft vlak water omdat het achter een rif ligt en ligt wel vol in de wind. Oftewel, ideale omstandigheden om te windsurfen. Tico gaat –met vallen en opstaan- al snel als een speer en van Coos zien we elke keer dat we kijken alleen een schim voorbij vliegen. Hij kan nog goed meekomen met de jonkies. Er zijn daar windsurfdudes die 365 dagen van het jaar niet anders doen dan windsurfen en dat is te zien in alle geweldige kunsten die ze met zeil en plank uithalen: achterstevoren, ondersteboven gijpen en dan de plank tegengesteld draaien. Of zoiets dergelijks, want veelal gaat het te snel om nu werkelijk te zien wat en hoe ze hun kunsten uitvoeren. Het is erg relaxed bij de strandtent met vooral “lokale” Nederlanders die weekend vieren en waar een deejay en saxofonist het geheel muzikaal opluisteren.

Sinds een dag of wat ligt de Hobbie, een Optimistje, van Johan achter onze boot te dobberen. We vinden het geweldig aardig (Johan bedankt!) dat wij dit bootje mogen lenen van hem en elke dag wordt er wel even een stukje mee gezeild door Tico, danwel Coos. De grootste man heeft in het kleinste boot misschien nog wel het meeste plezier. Vooral als hij dicht langs de kust tussen een aantal dolfijnen belandt, die vervolgens een heel stuk met hem mee zwemmen. Sil gaat ook nog een stukje met Coos mee in het zeilbootje, maar hij vindt het al snel te schuin gaan.


We hebben we gesnorkeld bij de meest zuidwestelijke punt van het eiland. Via een dirt road zijn we om de Bopec heen gereden en komen we na een half uurtje hobbelen en bobbelen uit bij een klein koraalstrandje. Snorkelend en haast met de adem in om niet met de buik over stenen en koraal te schrapen, vinden we onze weg over het rif en kunnen we weer uitademen. We zien een onderwaterwereld waar in voorgaande jaren grote golven als gevolg van orkanen die verder in het Caribisch gebied woedden, hun verwoestende werk gedaan hebben: dood koraal. Het goede nieuws is dat we jong, nieuw koraal ziet groeien en er wel volop –kleine- visjes rondzwemmen. Helaas stuiten we ook op een “tag” die aangeeft  de lionfish hier gespot is. Deze lionfish is op zich een mooie vis met rondom een soort van uit elkaar staande veren. Hij is niet zo heel groot, maar …… wel zeer giftig en daardoor zeer schadelijk voor de oorspronkelijke rifbewoners. Een soort van terminator zonder natuurlijke vijand. Pas sinds kort (enkele jaren?) houdt deze vis zich ook op rondom Bonaire en wordt dezeh door STINAPA (marine parc beheerders) geharpoeneerd. Maar dat is wel een soort van vechten tegen de bierkaai aangezien deze vis geen natuurlijke vijand heeft,. Een ander steeds vaker voorkomende zeebewoner is de kwal: tijdens het zwemmen/snorkelen voelen we regelmatig tientallen “naalden” ergens op ons lijf prikken. Dit zijn harpoentjes die hij in je lijf slaat. Gelukkig heeft de mens weinig last van zijn gif: het prikt wat, het jeukt wat maar na een uur voel en zie je er meestal niets meer van.
Het is overigens een algemeen verschijnsel dat als gevolg van de wereldwijde megalomane visvangst en de vervuiling van de oceanen steeds meer grote oceaanbewoners verdwijnen of reeds verdwenen zijn. Denk aan dolfijnen, schildpadden, doejongs (soort van zeekoe), haaien, etc.. Dit zijn veelal dieren die zich pas op oudere leeftijd kunnen voortplanten en dan ook nog een lange zwangerschap hebben. Voordat ze geslachtsrijp zijn, zijn ze al gevangen of anderszins verstrikt geraakt/overleden in visnetten of dood gegaan door ziektes. Wat wel overleeft en zich onevenredig snel voortplant, zijn kleine zeebewoners als krabben, kwallen en pijlinktvissen. Johan is een gepassioneerd natuurliefhebber, weet ontzettend veel over Bonaire en haar natuur en zal bovenstaand vast bevestigen. Hij heeft hier bijvoorbeeld, samen met een Amerikaanse wetenschapper, een nieuw soort kwal ontdekt: de Banded Box Jellyfish. En elke 9e nacht na volle maan gaat ie voor onderzoek uit snorkelen om kwallen te spotten en te vangen. Het schijnt zo te zijn dat kwallen juist op de 9e nacht na volle maan actief zijn….?!








Gisteravond zijn Coos en Tico in het donker gaan snorkelen naar het grote betonblok waar onze mooringlijn aan vast zit. In het donker, maar met het licht van een duikzaklamp zien ze onder water andere zeebewoners dan overdag. Denk bijvoorbeeld aan een prachtig mooi gespikkelde moreen die overdag onder zijn rotsblok blijft zitten….. Toevalligerwijs was het ook de 9e nacht na volle maan, maar zij hebben in het relatief ondiepe water rondom de boot geen kwallen gezien (of gevoeld).


maandag 28 maart 2011

Mi dushi Boneiru

Als we op 7 maart arriveren op Bonaire staan Ben en Riny ons toe te zwaaien bij de vuurtoren aan de ruwe kant en worden we even later warm onthaald bij de moorings langs de boulevard in Kralendijk en met elkaar beleven we tussen de dagelijkse “need to do” door vele “nice to do”-momenten. 

Het “need-to-do” bestaat voor Ben en Riny uit klussen aan het huis aan Kaya Mazurka: elke ochtend tussen 6 en 10 uur wordt er door hen hard gewerkt: Riny schildert de voor- en onderkant van de boeidelen rondom het huis opnieuw. Ben timmert van voormalig beton-bekistingshout handige bijtafeltjes en kinderbankjes. De grote parasol achter in de tuin wordt verstevigd en een buitenkast wordt voorzien van vlonder en eenzelfgemaakte, afsluitbare deur. Na een poging van Ben om de wildgroei in de tuin te beteugelen, wordt al snel besloten dat er voor de tuin een rigoreuze make-over nodig is in de vorm van professionele hulp. Zoals al eerder beschreven, doen we op een zaterdagochtend het voorbereidende werk met Jolanda. Gelukkig komt Johan helpen (een vriend van Jolanda) met professioneel gereedschap zoals een bosmaaier en kettingzaag . Aan het eind van de ochtend hebben we een container vol met hout, takken, struiken en andere rotzooi. En is de tuin gereed voor de landscapers van tuinbedrijf Greenlabel.

Na het dagelijks klussen, is er tijd voor “nice to do”. Zo heeft Ben de eerste duikochtend meegedoken met Coos en Tico; op je 73ste nog een discovery (introductie)-duik maken, wauw!! We gaan duiken en snorkelen bij 1000 steps, en Andreas. We gaan meerdere keren aan het einde van de dag een stukje zeilen met prachtige “sun sets” als kado. Tico en Opa Ben hebben de vislijnen uitgezet en vangen bijna 2 kleine bonito’s. Deze –fortuinlijke- vissen weten tot grote frustratie van beiden net voor het binnenhalen van de haak te springen, grrr.
Op zondag (een week geleden) gaan we met Ben en Riny, Jolanda met meisjes en Johan zeilen en doen we een zwem- en snorkelstop bij Klein Bonaire. Dat wordt nog bijna een hachelijk avontuur in verband met lokale Libanezen die in het zwemgedeelte helemaal uit hun dak gaan op een jetski en waarbij snorkelende Ben op een haar na niet gescalpeerd, dan wel onthoofd wordt door dit vreselijke onding. We staan er bij en kijken er naar … en het gaat –goddank- net goed.

Sorobon, een lagune aan de ruwe kant van het eiland, is de plek waar Tico voor de 1e keer gaat windsurfen. Riny en ik chillen en loungen met een Pina Colada in de hand in een ligstoel (ja, ook Riny heeft de Pina Colada ontdekt), terwijl de mannen zich in het water vermaken. We bbq-en relaxed bij het huis van Ben en Riny terwijl ondertussen de wasmachine snort (met dank aan Jolanda) en er op de laptop een mp4-film voor de jongens wordt gedownloaded. We gaan met Ben wrakhout(jes) jutten aan de ruwe kant (leuk voor thuis in Heiloo) en bouwen ondertussen ook terplekke een kunstwerk van aangespoeld materiaal. Als je trouwens ziet wat voor grote boomstammen er hier aanspoelen …. Die drijven dus in deze grote plas (Caribische Zee) en we moeten niet denken aan een close encouter

De laatste avond gaat we met elkaar uiteten. Het 1e keus restaurant (It Rains Fishes) is helaas vol. We wijken uit naar Bistro de Paris aan de achtergelegen straat, maar dat bezoek blijkt van korte duur: we zitten er niet lekker vanwege de muskieten, de prijzen van de (niet bijzondere) gerechten zijn sky high en als klap op de vuurpijl begint het enorm te regenen en lekt het precies daar waar wij zitten. We haken af en gaan op zoek naar een alternatief. We belanden uiteindelijk weer aan de boulevard bij een prima tent, met prima eten tegen prima prijzen voor ons laatste avondmaal. En dan zijn de 3 weken voor Ben en Riny alweer voorbij en brengen wij ze naar het Flamingo Airport. Met een brok in de keel zwaaien we hen uit. Afscheid nemen blijft verdrietig.

PS: er zijn nieuwe foto's toegevoegd aan het webalbum Bonaire

zaterdag 26 maart 2011

Update Bonaire

Voor de trip naar de zuidkust van de Dominicaanse Republiek (pal noord) moet de wind idealiter uit het zuidoosten waaien en in kracht afnemen. Maar voorlopig, volgens de weerkaarten, blaast de tradewind (NO-O wind) dat het een lieve lust is en geeft het nog geen teken “even met vakantie” te gaan. Oftewel, wij liggen nog minstens een week aan onze mooring in Kralendijk. En dat is geen straf, want het leven is relaxed en aangenaam op dit eiland.

 

zondag 20 maart 2011

Hysterische jurkjes en zweten in een tuin

Dinsdag, woensdag en donderdagochtend staan voor Coos en Tico in het teken van hun duikcursus. Naast zelfstudie -er moet door beiden een dik boek worden gelezen en geleerd en daarbij wordt geen onderscheid gemaakt tussen tiener of volwassene- en theorieles, doen ze diverse duiken. De onderwaterlessen bestaan uit meerdere duiken in beschut water (ondiep) en vervolgens in open water (tot maximaal 12 meter diepte). Tijdens deze duiken doen ze allerlei oefeningen die gericht zijn op calamiteiten die voorkomen kunnen worden en wat te doen als er toch een noodsituatie is. Natuurlijk is er tijdens de duiken voldoende tijd en ruimte om zich te verwonderen over de onderwaterwereld en de onwaarschijnlijke helderheid van het water. Op donderdagochtend hebben ze hun examen: 50 vragen …. Tico heeft zich met slechts 1 week tijd en tussen alle sociale activiteiten en tripjes door met een bewonderenswaardige discipline hierop voorbereid. Hij doet het heel goed en slaagt met vlag en wimpel (3 fout). En Coos –uiteraard- ook (0 fout!).

 

Ondertussen zijn ook Candace en Matthew bij ons aan boord. Candace, Sil en ik gaan op een ochtend shoppen in het cosmopolitische Kralendijk (NOT) en vergapen ons bij gebrek aan echt leuke winkels aan de souvenirshops. Uiteindelijk belanden we in een winkeltje waar vooral veel onbeschrijfelijk lelijke kleding en schoenen uitgestald staan. Alles met een hoog 100% polyestergehalte. Uit balorigheid passen we de lelijkste jurkjes en is Sil helemaal in zijn rol van “Yari”. Ook een Amerikaanse toeriste neemt haar rol heel serieus in het beoordelen van onze outfits. Uiteindelijk gaat Candace de deur uit met een nauwsluitend mini-jurkje met diagonale opengewerkte banen en ben ik een half strapless kleurrijk “hartjes” mini-jurk rijker. Voor Coos hebben we een groen setje (blouse en short) met palmbomen en surfplanken meegenomen. We verheugen ons op het dressed-up happy hour later die dag. Tegen de tijd dat het 17.00 uur is, gaan de dames zich verkleden, krijgt Coos zijn kado (arme hij, want hij ontkomt er niet aan zich in dat wanstaltige setje te hijsen), komt de rumpunch uit de ijskast en draaien we het volume van de stereo open. De kinderen aanschouwen dit alles met verbazing en verwondering; ze schamen zich –omdat het zich in besloten kring plaatsvindt- nog net niet voor hun ouders en nemen welwillend foto’s.

 

Donderdagavond gaat Tico lekker solo logeren bij opa en oma en gaan wij overheerlijk uiteten in “It rains fishes”, een prachtig restaurant schuin tegenover onze boot. Het eten smaakt voortreffelijk, het personeel is gastvrij en vriendelijk en de rose laat zich smaken als limonade. Terwijl Matthew ons vertelt over hoe dat in Amerika nu werkt met “boarding school” (een highschool, waar hij ook “woont”) Het is voor ons haast ondenkbaar dat je kind met 14 jaar al “uit huis” gaat, maar in Amerika is dat helemaal niet zo gek. Zijn leven is georganiseerd op deze highschool: leren, wonen, sporten, vriendenkring en hij heeft het er prima naar zijn zin. Sil is ondertussen op mijn schoot in slaap gevallen.

 

Vrijdag gaan we naar Sorobon om te lunchen, relaxen, zwemmen en windsurfen. Als we er aankomen, is het er bomvol met Brazilianen van de cruiseboot; Brazilianen in alle soorten en maten, in grote en kleine bikinietjes. Gelukkig vertrekt zo’n cruiseboot vaak halverwege de middag en na een uurtje vermaak (heerlijk joh, mensen kijken), hebben we uiteindelijk het strand en de ligstoelen voor onszelf. Matthew en Tico hebben voor 2 uurtjes een surfplank gehuurd. Beiden hebben nooit eerder gewindsurfd, maar de planken zijn tegenwoordig zo breed en stabiel dat ze al snel gevoel hebben bij het staan erop en het laten meevoeren door de wind. En ze krijgen natuurlijk handige tips van surfdude Coos. Candace en ik slurpen ondertussen aan de Pina Colada …

’s Avonds schuiven we bij Captain Don’s een pizza naar binnen en rollen we vervolgens bekaf in bed. De wekker staat geprogrammeerd op 04.00 uur … om 05.00 uur staan Candace en Matthew op het vliegveld en nemen we afscheid. Hun vakantie zit er weer op.

 

Tijd om lang te sippen is er niet bij, want er staat een klusdag gepland bij het thuis van Jolanda. De tuin is behoorlijk verwilderd en samen met een vriend van het eiland (Johan) wordt er gemaaid, opgeruimd en voorbereid voor de grondwerker die met een week of wat de boel komt egaliseren, worteldoek neerlegt en diabase stort. Dit alles om ervoor te zorgen dat het fijne, doch onderhoudsarme tuin wordt. We zweten ons rot (het is zo’n 33 graden) en de cola vliegt er door heen, maar het resultaat mag er zijn. Coos en Ben maken zelfs ook nog de erfafscheiding in orde en ik was al het beddengoed en de strandhanddoeken. Een productieve dag aldus. De kinderen blijven vervolgens logeren en wij hebben –voor het eerst sinds 8 maanden- het rijk alleen aan boord. Heerlijk!!

 

 

 

dinsdag 15 maart 2011

Life goes on on Bonaire

Op zondagochtend landt het vliegtuig uit New York precies op tijd, 05.00 uur en douane en bagage-afhandeling gaan razendsnel. Coos is zelfs iets te laat met ophalen … Het is goed en direct al heel vertrouwd om Candace en Matthew weer te zien, alhoewel Matthew wel erg gegroeid is, met de baard in de keel.

 

Zondag hebben we een rustige dag in en om de boot: beetje zwemmen, beetje slapen (wij zijn bekaf van alle drukte van de afgelopen dagen), beetje eten, beetje drinken. Rond 5 uur ’s middags slenteren we met z’n allen naar Plaza Resort voor een borrel op het strand. Daar blijkt een bont gezelschap van “makamba’s” (Nederlanders die al dan niet permanent op het eiland wonen), piloten/stewardessen en een incidentele zeiler hetzelfde gedacht te hebben, want het is er razend druk. Er speelt een 2-koppige band die alle welbekende hits geweldig coveren, op rechts wordt de barbecue opgepord en op links sissen de poffertjes in de pan. Een beetje een “Ik hou van Holland”-setting in de West, haha. We genieten van de zonsondergang, de zalige temperatuur en de rumpunch. Rond half 9 zijn we weer aan boord en duiken we allemaal direct in bed.

 

Maandagochtend worden we gewekt door regendruppels. De lucht is licht- en donkergrijs en het ziet er naar uit dat de zon het deze keer niet gaat winnen van de bewolking. In de regen halen Coos en ik de huurauto op en besluiten we dat het een mooie dag is voor een toertje over het eiland in plaats van het aanvankelijke plan om ergens te gaan snorkelen. Ben en Riny gaan ook mee. We nemen de weg naar de noordkant van het eiland, bewonderen het Gotomeer met zijn roze flamingo’s, maken een stop bij de watermolen van Dos Pos en nemen een kijkje op de “knoek” van Ruby, een oude bekende van Ben en Riny. Een “knoek” is niet meer dan een stukje land waar wat bomen en struiken groeien, een houten schuurtje staat en verder -door onze georganiseerde en pragmatische ogen gezien- heel veel rotzooi ligt. Bij Ruby’s knoek staat een grote overkapping/tent welke te huur is voor feesten en partijen. Afgelopen carnaval zat daar bijvoorbeeld een groep 7e dags adventisten vanuit Curacao die geen carnaval vieren. Toen wij Ruby vroegen wat hij verder dan zoal doet of verbouwd op zijn knoek, gingen zijn wenkbrauwen wat verbaasd omhoog alsof hij onze vraag niet helemaal goed begreep. Want wat blijkt: op een knoek doe je eigenlijk niets. Je bent er gewoon en je grut een beetje aan zonder dat dat toch enig resultaat) hoeft te leiden (groente- of fruitoogst, waterdichte hut, opgeruimde plaats, of wat dan ook). Dat past helemaal in de filosofie: being more by doing less.

 

We hebben een overheerlijke lunch in Rincon bij Rose’s Inn: gestoofde geit, rund of kip en het smaakt allemaal even zalig. Een tafeltje verderop blijken nog 2 oud-leerlingen van Ben te zitten … inmiddels ook oud en grijs en minstens in de 60. En we ontmoeten de vrouw van Ruby, juffrouw Benita, oud-collega van Ben. Zij is een warme vrouw die ons direct allemaal omhelst en helemaal in haar nopjes is als ze hoort dat onze zoon Tico heet. Net als haar oudste zoon! Tico blijkt een veelvoorkomende naam op Bonaire; iets waar we ons overigens helemaal niet bewust van waren toen we onze Tico 11,5 jaar zo noemden.

 

We vervolgen onze weg richting Boka Onima; de fout geparkeerde auto staat nog steeds half in het water, alleen is ie inmiddels gestript van allerlei herbruikbare onderdelen. Denk bijvoorbeeld aan deuren en banden. Hopelijk kunnen we binnenkort het automysterie aan jullie ontvouwen via onze contacten bij de plaatselijke recherche.

Daarna hebben we een korte stop bij Piedra Bonaire, een mystieke plaats met een rots die symbolisch de navelstreng met Bonaire representeert. Coos klimt in de symbolische baarmoeder (samen met Tico en Sil), neemt de foetushouding aan, spreekt een paar mystieke woorden en wordt hergeboren op zijn geboorte-eiland. Allemaal erg komisch natuurlijk, maar tegelijkertijd realiseren we ons eens te meer dat het eigenlijk toch wel heel speciaal is dat wij hier zijn en hoe we hier zijn gekomen. Met eigen boot, op eigen kracht zeilend naar Coos’ geboorte-eiland. Een eiland waar hij weliswaar kort gewoond heeft (slechts 1 jaar), maar waar hij desalniettemin een sterke band mee heeft en waar we ons direct thuis voelen.

 

Over zee zien we dikke grijze wolken aan komen en in de regen bewonderen we even verderop nog snel de indianentekens uit de tijd van Arawak Indianen, de oorspronkelijke bewoners in het Caribische gebied. Bijzonder dat de spirituele indiaan van de stam hier zoveel honderden jaren geleden gezeten heeft en langs de cactussen uitkeek over de zee naar de zon, de sterren en de maan. En tot op de dag van vandaag is aan dat uitzicht, vanaf dit gezichtspunt, niet veel veranderd. Gelukkig!!

 

Rond 17.00 uur zijn we weer aan boord en is het tijd voor champagne, gehaktballen, opgebakken aardappelen, salade en chocolate chip cookies. We hebben het weer, nog steeds, goed!

 

To be continued!

maandag 14 maart 2011

Afscheid en weerzien!

Afgelopen donderdag en vrijdag staan in het teken van afscheid nemen. Onze dierbare Franse vrienden gaan door westwaarts, via Colombia en de San Blas eilanden naar het Panamakanaal, op weg naar Tahiti en Frans-Polynesie, waar wij met een week of wat noordwaarts richting de Dominicaanse Republiek, Bahama’s en Bermuda varen om ergens in mei rechtsaf oostwaarts te gaan, terug naar Europa.

Donderdagavond koken we Soto Ajam voor de Fransen en hebben we een heel gezellige avond aan boord van Le Furibard. Vooraf roze champagne, dan Soto Ajam en als dessert cheesecake en tarte au chocolat.

 

Vrijdagochtend gaan we met 3 auto’s op toer over het eiland. We zijn nog geen 25 meter onderweg of auto 1 (Galilea) wordt aangehouden door de politie: de auto heeft geen verzekeringssticker 2011 op het kenteken … we dienen de verzekeringspapieren ophalen bij het verhuurbedrijf alvorens we verder kunnen gaan. Bij het verhuurbedrijf aangekomen horen we een vaag verhaal over papieren die gestolen zouden zijn …??... en krijgen we direct een andere auto onder ons kont geschoven. We vervolgen onze weg naar het thuis van Jolanda om auto 3 op te halen. Als we weer weg willen rijden, wil auto 1 (of beter, de vervangende auto) niet starten …  Na een telefoontje naar het verhuurbedrijf weten we dat slechts 1 sleutel aan de sleutelbos (waar 2 identieke sleutels aan hangen) de auto kan starten. Inmiddels is het bijna 12 uur en gaan we eerst onze lunch voor onderweg (sandwiches) ophalen. Uiteindelijk rijden we rond 13.00 uur Kralendijk uit richting het Noorden.

Ook al is dit voor ons enigszins bekend terrein, we genieten van de volstrekt andere natuur dan we de afgelopen maanden gezien hebben. We rijden langs een “rif op het droge”; dat ziet er inmiddels uit als een kleine bergwand, maar we kunnen de fossielen van de Queen Conch er nog aan zien hangen. Bij het Gotomeer  bewonderen we de roze flamingo’s. Bij Rincon slaan we linksaf en gaan we “off the road”, de knoek: droge aarde met een scala aan cactussen en ander prikkelig struikgewas. We zien volop vlinders, groene parkieten en leguanen. Bij de noordkust, de ruwe kant van het eiland, hebben we lunch onder een van de tien windmolens. Het is een surrealistisch beeld: enerzijds het landschap wat niet zou misstaan in een Lucky Luck en anderzijds metershoge, minimalistische windmolens. Ik kan niet zeggen dat ik die skyline van windmolens “mooi” vind, maar ik begrijp de wens van het eiland om de constant blazende Noord-Noordoosten wind om te zetten in energie. Even daarna vallen we in de volgende verbazing: bij Boca Omina (een soort hap uit de kustlijn) staat een auto waar ie niet hoort te staan, namelijk half in het water en aan alle kanten ingedeukt. Dit brengt je fantasie wel in gang: een ongeluk? een moord? of simpelweg fout geparkeerd? We houden het maar bij het laatste. Nadat we de doorgaande weg gerepareerd hebben (lees: wat platte stenen in de mulle zandkuil hebben gelegd om vastzitten te voorkomen) zetten we koers richting Sorobon een ondiepe lagune waar op winderige dagen perfect gewindsurfd kan worden. We zwemmen en luieren wat en dan is het tijd om huiswaarts te keren en ons klaar te maken voor ons laatste gezamenlijke avondmaal met de Fransen.

 

Sil gaat logeren bij Opa Ben en Oma Riny en Tico heeft een avond zonder ouders maar met zijn vrienden van Le Furibard en Galilea aan boord van Le Furibard in het vooruitzicht. Want de “grote mensen” gaan zonder kinderen uiteten. We geven de Fransen als afscheidskado elk een pak hagelslag, een handgemaakte, persoonlijke afscheidskaart en een warme speech van Coos. Enfin, alle dames in tranen en de heren nemen nog maar een slok wijn. Net na middernacht zwaaien we –ongezien- de Galilea uit en net voor het ochtendgloren ook Le Furibard. ’s Ochtends als we wakker worden na een brakke en slapeloze nacht is en voelt het leeg. Partir c’est comme mourir un peu…

Gelukkig hebben Coos en Tico voor die dag afleiding gepland staan, namelijk de eerste lesdag van hun duikcursus voor hun PADI-open waterbrevet. En aan mij de schone taak om de bakboorddrijver klaar te maken voor het weerzien met Candace en haar zoon Matthew. Op zondag de 13e landt het vliegtuig vanuit New York precies on time op het vliegveld en ontbijten we met onze nieuwe gasten aan boord van Seamotions. En zo gaat het leven weer verder.

 

PS: de foto’s van de Aves Islands en de eerste week op Bonaire staan online. Zie het rechterkader!!

woensdag 9 maart 2011

Foto's Los Roques!

Een foto-impressie van Los Roques staat nu online!!!

 

Wij zijn inmiddels, sinds afgelopen zondagmiddag, op Bonaire. Na alle rust bij de paradijselijke eilanden Blanquilla, Los Roques en Aves terug in de hectiek van het alledaagse bestaan: boodschappen doen, onderhoudsklussen aan boot, wasjes draaien, enzomeer. Maar ook weerzien met Opa Ben en Oma Riny, carnavalsoptocht in Kralendijk en starten met duikcursus PADI (Coos en Tico).

 

To be continued!

dinsdag 8 maart 2011

Nieuwe foto's online!

Alvast een kleine foto-impressie online van de tocht naar Blanquilla en het paradijs waar we terecht kwamen. Ook zijn er wat nieuwe onderwater foto’s van Tico toegevoegd in het album “retour au Martinique” (met dank aan Ann-Valerie). Zie hiervoor het rechterkader. Veel kijkplezier! Binnenkort volgen de foto’s van Los Roques , Aves en Bonaire!

 

 

Islas Aves

Op vrijdagochtend (4 maart) gaat de wekker om 06.15 uur … Onwaarschijnlijk vroeg, maar we willen op tijd vertrekken richting Aves de Barlovento, het meest oostelijk gelegen eiland van de Aves archipelago en zo’n 36 mijl varen vanuit Bequeve. Voor vertrek bereiden we de gennaker voor, hijsen we de bijboot omhoog en sjorren we de kayak op het dek vast. Klokslag 07.00 uur gaan we anker op en varen we met een rustig windje, schuin in de rug, en een knoop stroom mee richting Aves. Voor ons zeilt Le Furibard en achter ons Galilea.

Aves de Barlovento is in feite niet meer dan 2 kleine onbewoonde mangrove-eilandjes, Isla Oeste en Isla Sur, welke gevormd zijn achter een kromgebogen rif van zo’n 5 mijl lengte. We slingeren ons een weg tussen de riffen en ondieptes door en gaan uiteindelijk voor anker in de 3e “baai”. De zon staat hoog aan de hemel en de vaargeul is via eyeball navigation goed zichtbaar. Net als bij Los Roques zijn de kleuren van het water overweldigend uitgesproken: van diep donkerblauw tot aan lichtgroen en alles wat daar tussen zit. Al dit natuurschoon hebben we voor onszelf; we zijn de enige boten in deze ankerbaai.

Aan het einde van de vrijdagmiddag hebben Tico en Sil een feestje: Magali (Galilea) is vandaag 7 jaar geworden en dat wordt gevierd. Overdag hebben de jongens al kleurige slingers en een feestmuts geknutseld. Sil beschildert de harde schil van een reuzepeulvrucht en Tico fabriceert een unieke schelpenketting. Bij gebrek aan een Toys'R Us of Bart Smit putten we voor een kado uit de bestaande speelgoedvoorraad van de jongens en vinden we iets wat ook leuk is voor een mooi, Frans meisje van 7. Einde dag zijn ook de ouders welkom en uiteindelijk zitten we met 13 mensen aan tarte au chocolate en heuse Franse crepes. Zalig!

De volgende dag, zaterdag, gaan we op ontdekkingstocht op het land: je kunt aan de bodem goed zien dat dit eiland ooit, heel lang geleden, ontstaan is door simpelweg opeenhoping van zand, koraal- en schelpenresten. Zoals wij het, met onze amateuristische blik, kunnen inschatten, groeit het eiland elk jaar een centimeter ofzo. In elk geval is in het midden nog slechts hier en daar de oorspronkelijke bodem zichtbaar tussen een het dikke, taaie stekelgras. Langs de oevers aan de lijzijde groeit voornamelijk mangrove. Deze bomen zitten vol met vogels, boobies genaamd (ik weet het Nederlandse woord voor deze vogels niet, maar het is vast familie van de zeemeeuw). Aan de loefzijde, de winderige kant, zien we nog moeder-boobie met haar jong, een nog wit en donzige vogel. Naarmate ze ouder worden, kleuren de veren bruin. Eigenlijk net als bij Hollandse kinderen: zeer jong hebben deze wit melkboerenhondenhaar en na verloop van jaren kleurt dat richting peper/zout.

Enfin, helemaal aan de oostkant ontwaren we een koraalstrandje met 270 graden uitzicht over de Caribische Zee; een mooie plek om een bbq op open vuur te houden.
We onderhandelen met een paar Venezolaanse vissers over langoustes die ze hier helaas niet ruilen voor melk, cola of sigaretten en ook niet voor rum of bier. Keiharde US-dollars moeten tevoorschijn komen. We bestellen met elkaar 10 kilo langoustes en hebben nog een paar zelfgevangen (kleine) snappers en groupers.
Op het koraalstrand maken we een vuurplaats van grote brokken koraal, sprokkelen we hout (veel aangespoeld en inmiddels opgedroogd bamboe) en gaan de mannen in de weer met aanmaakblokjes, stro en vuur. Het door midden klieven de langoustes is ook een klus voor de mannen: eerst het beest tussen de ogen steken en dan in de lengte door midden snijden/zagen. Als ie dan uiteindelijk in twee helften op de het bbq-rooster ligt, lijkt het alsof ie nog leeft: de poten stuiptrekken dat het een lieve lust is. We doen ons te goed aan overheerlijk eten en genieten optimaal en bewust van deze bijzondere plek. Bijzonder omdat we deze schitterende natuur, boven en onder water, en de wijdse uitzichten 1,5 dag voor onszelf hebben. We staan er bij stil dat we al deze rust en ruimte goed in ons op moeten nemen, in ons “book of memories’, omdat we dergelijke wijdsheid -zonder horizonvervuilers- vast en zeker zullen gaan missen terug in Nederland.
Na het eten en het marshmellow-dessert plassen de mannen ter afscheid in het vuur, ruimen we alles op en maken we ons klaar om in het pikkedonker terug te varen naar de boot. Hetgeen nog een uitdaging is gezien het feit dat we met de dinghy’s 2 koraalriffen moeten “oversteken”. In daglicht is dat allemaal prima te doen, maar in het donker wordt dat wel wat lastiger. Als klap op de vuurpijl gaat onze zaklamp na 5 meter varen al als een nachtkaars uit en moeten we het doen met het licht van de sterren en de zaklampen van Le Furibard en Galilea. Gek, maar gelukkig, genoeg varen wij, als boot zonder lamp, als eerste en voorop probleemloos naar het diepere gedeelte en koersen we recht op de opening van het 2e rif aan. En daarachter ligt ons huis op ons te wachten.

Op zondagochtend (6 maart) gaat wederom de wekker om 06.15 uur … En wederom gaan we om klokslag 07.00 uur anker op, slingeren we ons een weg naar diep water en zetten we koers naar … Bonaire, het geboorte-eiland van Coos!!!

Een vissig vaartje (door Tico)

We vingen gisteren (26/2) toch veel vis!  Zal ik vertellen over de vangst? Daar gaat ie dan hoor.

Toen ik  ‘s ochtends wakker werd zaten we te varen. We voeren naar los Roques.Een ander Venezolaans eiland. We zaten al dicht bij de riffen. Toen we even achter een rif het anker lieten plonsen, werd ik uit bed gehaald en ik moest de lijnen klaarzetten om te vissen als we weer verder gingen.

We waren nog maar net op weg en papa’s lijn begon te ratelen(dat betekent dat er een vis aan de haak is). We zaten te kijken en we zagen een grote, grote vis. We dachten dat het een Baracuda was,en ja, een Baracuda. We haakten hem met een gaf in zijn kop (Een gaf is een stok  met een hele grote haak er aan. Als je bij een Baracuda met een gaf haakt, dan moet je dat in de kop doenwant anders zou hij de haak uit z’n lichaam schudden). De tanden van dat beest waren wel 2 tot 3 cm lang! Enhééél scherp! (Je ziet bij een vis tanden als het een roofvis is.)Het beest zelf was minsten net zo lang als Sil!

Meteendaarna hoorde ik mijn lijn ook ratelen en er zat een lekker dikke Little Tunny aan! Een kleine tonijn in het Nederlands. Toen ik die aan boord had gehaald, spartelde hij zo erg, dat hij de haak uit z’n bek  schudde. En viel hij in het water. Dat was toch echt even balen, want tonijn is onze favoriete vis.

Nu begon de lijn van papa weer te ratelen en ik snelde erheen. Deze vis was een Spaanse makreel. Deze haalden we wel goed aan boord. En we gaven het beest een paar klappen met een knuppel en deden het in de emmer.Nu kon hij niet uit de emmer spartelen.

Mijn lijn begon ookweer en een Cero zat er aan. Ook een vis. Met deze vis deden we hetzelfde als met de andere.

Even later hoorden we hééééééél zachtjes de lijn van papa ratelen. Ik draaide de lijn binnen en toen hij aan boord was, zag ik wat voor vis het was. Een Yellowtail snapper (dit is de eerste keer dat we een snapper vangen).

Na een paar minuten begon papa’s lijn weer te ratelen en ik haalde hem binnen. Zo’n tien meter achter de boot zag alleen ik een reusachtig grote Baracuda uit het water springen en die Baracuda nam zo de helft van mijn vis mee. Hij at de halve vis op. Toen mijn vis aan boord was, was alles wat van mijn vis over was de kop met een beetje vlees van het lichaam. Er zaten allerlei gaten in de vis. Die gaten waren van de tanden van de Baracuda.

Nu stopten we met vissen. Niet vanwege onze halve vis, maar omdat we al heel veel vis hadden. En we wilden de andere boten (Le Furibard en Galilea) ook een kans geven om vis te vangen.Eén van de andere boten pakte die kans want……          ……We voeren naast de Galilea en we zagen Yves-Marie ook aan hun lijn trekken om iets binnen te halen. We wisten niet wat het was, maar daar kwamen we snel genoeg achter. Welke vis dat was, hoor je nog wel.

Even later kwamen we bij de ankerbaai. We moesten door heel ondiep water varen. Toen we eenmaal vastlagen met het anker gingen ik en Sil zwemmen. Eerst zwommen we naar de Galilea. En toen we daar aankwamen, zagen wij in de kuip een grote Cubera snapper. Die is heel lekker.Veel van de namen van de vissen hebben we van een vissenkaart. Nu gingen we weer verder, maar nu met Magalie en Lea. Nu gingen we naar Le Furibard. Bij Le Furibard hadden ze geen vissen gevangen. Geen vissen, maar ze hebben wel één ander ding. Een soort opblaasbanaan, die je achter de bijboot moet hangen en dan moet de bijboot gaan varen en dan wordt de banaan gesleept. Alleen moet je wel op de banaan gaan zitten. We bliezende banaan en deden hem in het water. We maakten hem met een touw vast aan de boot. We sprongen het water in en speelden lang met de banaan.

Even later kwamen papa en mama en de Galilea ook. Er bleek een barbecue te zijn. Alle gevangen vissen (Seamotions 4 vissen en Galilea 1 en Le Furibard geen) gingen de barbecue op en we smulden van de verse, verse vis.

zaterdag 5 maart 2011

Los Roques

Een waar aards paradijs van onrepte natuur. Het water zo blauw, zó blauw! De stranden zo wit en de zandkorrels zo fijn. De diverse eilandjes, vaak niet meer dan zandplaten waar in de loop van de tijd koraal en schelpen zich opgestapeld hebben, zijn begroeid met een soort stekelgras en/of mangrove. Hier en daar staat een soort houten barak door vissers gebouwd en waar ze ongetwijfeld soms de nacht doorbrengen. Rondom de eilandjes riffen en ondieptes en daar, onder water, allerlei soorten, maten en kleuren koraal. En de hoeveelheid tropische vissen is overweldigend.
Het navigeren in dit gebied lijkt me aanvankelijk een haast onmogelijke taak. Overal riffen, ondieptes, geulen, schelpeneilandjes en zo meer. Temeer daar deze eilandengroep ook nog eens niet accuraat op onze elektronische kaart weergegeven wordt (we zeilen volgens Open CPN -soort van TomTom- voortdurend óver de eilanden en de ondieptes). Enfin, door het zonlicht zijn kleurverschillen in het water goed te zien en is "eyeball navigation" prima te doen. En de duidelijke detailkaarten van de ankerplaatsen in de pilot helpen ook. In elk geval is het spannend en bijzonder.
En het kan ook weleens een beetje mis gaan ... want de Galilea is op een rif gevaren. Net als onze catamaran heeft die van hen "zwaarden" en met het stuurboordzwaard hebben ze vastgezeten op een rif. Gelukkig is -door de "uitsteken" van de zwaarden- de romp bespaard gebleven. Het zwaard is door de niet zachte aanraking met hard koraal gescheurd en gespleten. De volgende dag heeft Yves-Marie het zwaard met polyester, epoxy en glasmatten alweer volledig gerepareerd. De achtergebleven schade is beperkt tot een deuk in het zelfvertrouwen van de schipper.
Het is hier nu laagseizoen (winter) en we zijn slechts een handjevol andere -internationale- zeilboten tegengekomen. Bij de eilanden rondom het hoofdeiland El Grande Roque komen we de meeste boten tegen (en dat is nog op één hand te tellen). Bij de andere ankerplekken blijken we vaak de enige boten.
In El Grande Roque melden we ons keurig bij de kustwacht en aldaar krijgen we inderdaad te horen dat we, omdat we niet internationaal ingeklaard hebben op bijv. Margaritha, officieel slechts 48 uur mogen blijven. Sterker nog, op het officiële document staat dat we maar 24 uur mogen blijven. We zijn namelijk "in transit". Het voordeel van "in transit" zijn, is dat we de parkkosten niet hoeven te betalen en daarmee houden we toch zo'n 140 USdollar in onze pocket. We wandelen door het dorpje op El Grande Roque: geen auto's, slechts zandpaden en toch een behoorlijk aantal inwoners. Althans als we dat afmeten aan het aantal schoolkinderen in de goed geoutilleerde school. Verder zijn er vele mooie, leuke, sfeervolle "posada's" (hotels) voor de toeristen.
De toeristen bestaan vooral uit rijke Venezolanen die neerzijgen op de witte stranden en verder uit sportvissers. Deze groep is all dressed up in camouflagekleding, zonwerende petten met nekbescherming, stevige waterschoenen met kousen en rugzak die op de buik gedragen wordt. De sportvissers laten zich door watertaxi's op visrijke plekken afzetten, die alleen per boot te bereiken zijn, en staan dan dijbeendiep te "sportvissen".
Over vissen gesproken: als wij varen, gaan elke keer de vislijnen uit. En -bijna- elke keer met resultaat, tot grote vreugde van mijn 3 mannen (echte jagers!). Helaas ligt er in deze visrijke gronden nog weleens een kaper op de kust in de vorm van een barracuda of rifhaai. Meerdere keren is het voorgekomen dat wij slechts een halve vis binnenhaalden, omdat een barracuda of rifhaai de andere helft van onze lijn beet.
Terug naar El Grande Roque: naast het melden bij de kustwacht, blijkt het -ondanks dat we "in transit" zijn- ook noodzakelijk ons te melden bij Inparques (national parc), bij de National Guard en tot slot bij Los Roques authoriteiten. Bij elke instantie krijgen we er -gelukkig op één en hetzelfde formulier- een prachtige stempel bij, worden onze gegevens 4x in eenzelfde soort boek opgeschreven en zijn alle beambten even vriendelijk. Tot zover de formaliteiten. Nu kunnen we weer over gaan op het ontdekken, beleven en genieten van dit prachtige natuurgebied.
We varen naar Carenero en gaan voor anker achter het mangrovebos van Isla Remanso. Volledig beschut liggen we in 8 meter diep helder water. Woorden schieten tekort om de kleuren om ons heen te beschrijven: de zee, de lucht, het strand, de mangrove. Het is perfectie, er is niets dat niet klopt in het plaatje. Het is alsof we in een ansichtkaart voor anker liggen.
We brengen een dag door bij Dos Mosquises, een eilandje waar een bescheiden schildpaddenopvang georganiseerd is. De karetschildpadden (hawksbill turtles) blijven van baby tot 1 jaar oud in de opvang en worden dan uitgezet in zee. Ook is er een kleine tentoonstelling over de oospronkelijke -tijdelijke- bewoners van dit eilandje: de Amerindians, een groep van zo'n 50 mannen kwam ca. 8 eeuwen geleden in uitgeholde boomstammen van het vaste land van Venezuela hier naar toe en leefde van de vis en de Queen Conch (een slak in een reuzeschelp). Er zijn diverse skeletten/botten, potten, schalen en beelden van deze stam opgegraven, maar hoe lang deze Amerindians op dit eiland zijn gebleven en waarom ze weer vertrokken zijn, is speculatie.
We gaan snorkelen bij het rif aan de oostkant van het eiland. We zien heel veel gekleurde, grote en kleine vissen en veel verschillende soorten koraal. De vormen van het koraal zijn fascinerend: grote bolle, ronde puisten, waaiers, kelken, vazen. Het is veelal van zodanige afmetingen dat het echt al tientallen (honderden?) jaren oud is. En er om heen, in, onder, naast allerlei verschillende, gekleurde vissen en visjes. We zwemmen door scholen sardientjes heen: ze schieten onvoorwaardelijk als groep allemaal dezelfde kant op als er gevaar dreigt: links, rechts, omlaag, omhoog. Geen enkel visje zwemt uit de pas. Het woord fascinerend drukt maar ten dele uit hoe ik dit alles beleef.
's Avonds drinken de mannen nog rum met de 4 tijdelijke bewoners van het eiland: 2 locals van de schildpaddenopvang, een jonge Franse bioloog die onderzoek doet naar het rif, koraal en de vis en een jonge duikinstructeur die hem hierbij assisteert. Ik rol, net als alle avonden, gelijk met de kinderen rond half 9 in bed en val direct in slaap.
Onze tocht voert ons vervolgens richting Cayo de Aqua. Ook hier overweldigende witte stranden en azuurblauw water. Aan land zoeken we naar de zoet water bronnen, waar dit eilandje over moet beschikken, maar wij kunnen ze zo snel niet vinden. En het stekelgras weerhoudt ons ook van een gedegen zoektocht. Liever kuieren we wat langs de vloedlijn en vergapen we ons aan de schitterende vergezichten.
Onze laatste pleisterplaats van Los Roques is Bequevé, net aan de overkant van Cayo de Agua. We slingeren ons om de verschillende ondieptes heen, zien schildpadden voor onze boeg wegschieten en liggen uiteindelijk voor anker in 2 meter diep water.
We kunnen met gemak nog 2 of 3 weken rondcruisen in dit prachtige gebied. Aan onze basisvoorraden ligt het niet: onze vriezer ligt nog vol met vlees: we eten bijna dagelijks -vers- gevangen vis. Brood bakken gaat in een handomdraai. Althans het kneden van het deeg; het rijzen vergt enige tijd .... maar elke dag eten we vers gebakken bolletjes. Rijst, pasta en andere basics hebben we volop ingekocht op Martinique. Hooguit wordt de verse groente-en fruitvoorraad wat nijpend ...
Er zijn zoveel picture perfect ankerbaaien, de één nog mooier dan de ander. Het feit dat er nauwelijks andere boten zijn, geeft het geheel een extra dimensie. Het ontberen van GSM-signaal en/of wifi wordt door mij niet als een gemis ervaren. Het ontbreken van winkels, restaurants en ander "westers" vermaak, geeft een overdosis aan rust en oog en oor voor de natuur. Je moet kijken om te zien, zou Johan Cruijff gezegd kunnen hebben (of heeft hij wellicht ook gezegd?), maar zo is het wel: overal waar we kijken, zien en horen we de wonderlijke schoonheid van de ongerepte natuur.
Maar het ontbreekt ons simpelweg aan tijd....en dus nemen we nu al afscheid van het wonderschone Los Roques en koersen we aan op Islas Aves.
To be continued!! Foto's volgen zodra we weer internet hebben - begin volgende week op Bonaire