Globale reisplanning

Wij, de familie Keijser, hebben van 2010 tot 2011 met onze catamaran SeaMotions, voor een jaar een ' rondje Atlantic' gevaren. We koesteren onze herinneringen in ons dit digitale "book of memories". Daarna ben ik doorgegaan met het zo nu en dan vastleggen van het wel en wee van ons leven op land.







dinsdag 8 maart 2011

Islas Aves

Op vrijdagochtend (4 maart) gaat de wekker om 06.15 uur … Onwaarschijnlijk vroeg, maar we willen op tijd vertrekken richting Aves de Barlovento, het meest oostelijk gelegen eiland van de Aves archipelago en zo’n 36 mijl varen vanuit Bequeve. Voor vertrek bereiden we de gennaker voor, hijsen we de bijboot omhoog en sjorren we de kayak op het dek vast. Klokslag 07.00 uur gaan we anker op en varen we met een rustig windje, schuin in de rug, en een knoop stroom mee richting Aves. Voor ons zeilt Le Furibard en achter ons Galilea.

Aves de Barlovento is in feite niet meer dan 2 kleine onbewoonde mangrove-eilandjes, Isla Oeste en Isla Sur, welke gevormd zijn achter een kromgebogen rif van zo’n 5 mijl lengte. We slingeren ons een weg tussen de riffen en ondieptes door en gaan uiteindelijk voor anker in de 3e “baai”. De zon staat hoog aan de hemel en de vaargeul is via eyeball navigation goed zichtbaar. Net als bij Los Roques zijn de kleuren van het water overweldigend uitgesproken: van diep donkerblauw tot aan lichtgroen en alles wat daar tussen zit. Al dit natuurschoon hebben we voor onszelf; we zijn de enige boten in deze ankerbaai.

Aan het einde van de vrijdagmiddag hebben Tico en Sil een feestje: Magali (Galilea) is vandaag 7 jaar geworden en dat wordt gevierd. Overdag hebben de jongens al kleurige slingers en een feestmuts geknutseld. Sil beschildert de harde schil van een reuzepeulvrucht en Tico fabriceert een unieke schelpenketting. Bij gebrek aan een Toys'R Us of Bart Smit putten we voor een kado uit de bestaande speelgoedvoorraad van de jongens en vinden we iets wat ook leuk is voor een mooi, Frans meisje van 7. Einde dag zijn ook de ouders welkom en uiteindelijk zitten we met 13 mensen aan tarte au chocolate en heuse Franse crepes. Zalig!

De volgende dag, zaterdag, gaan we op ontdekkingstocht op het land: je kunt aan de bodem goed zien dat dit eiland ooit, heel lang geleden, ontstaan is door simpelweg opeenhoping van zand, koraal- en schelpenresten. Zoals wij het, met onze amateuristische blik, kunnen inschatten, groeit het eiland elk jaar een centimeter ofzo. In elk geval is in het midden nog slechts hier en daar de oorspronkelijke bodem zichtbaar tussen een het dikke, taaie stekelgras. Langs de oevers aan de lijzijde groeit voornamelijk mangrove. Deze bomen zitten vol met vogels, boobies genaamd (ik weet het Nederlandse woord voor deze vogels niet, maar het is vast familie van de zeemeeuw). Aan de loefzijde, de winderige kant, zien we nog moeder-boobie met haar jong, een nog wit en donzige vogel. Naarmate ze ouder worden, kleuren de veren bruin. Eigenlijk net als bij Hollandse kinderen: zeer jong hebben deze wit melkboerenhondenhaar en na verloop van jaren kleurt dat richting peper/zout.

Enfin, helemaal aan de oostkant ontwaren we een koraalstrandje met 270 graden uitzicht over de Caribische Zee; een mooie plek om een bbq op open vuur te houden.
We onderhandelen met een paar Venezolaanse vissers over langoustes die ze hier helaas niet ruilen voor melk, cola of sigaretten en ook niet voor rum of bier. Keiharde US-dollars moeten tevoorschijn komen. We bestellen met elkaar 10 kilo langoustes en hebben nog een paar zelfgevangen (kleine) snappers en groupers.
Op het koraalstrand maken we een vuurplaats van grote brokken koraal, sprokkelen we hout (veel aangespoeld en inmiddels opgedroogd bamboe) en gaan de mannen in de weer met aanmaakblokjes, stro en vuur. Het door midden klieven de langoustes is ook een klus voor de mannen: eerst het beest tussen de ogen steken en dan in de lengte door midden snijden/zagen. Als ie dan uiteindelijk in twee helften op de het bbq-rooster ligt, lijkt het alsof ie nog leeft: de poten stuiptrekken dat het een lieve lust is. We doen ons te goed aan overheerlijk eten en genieten optimaal en bewust van deze bijzondere plek. Bijzonder omdat we deze schitterende natuur, boven en onder water, en de wijdse uitzichten 1,5 dag voor onszelf hebben. We staan er bij stil dat we al deze rust en ruimte goed in ons op moeten nemen, in ons “book of memories’, omdat we dergelijke wijdsheid -zonder horizonvervuilers- vast en zeker zullen gaan missen terug in Nederland.
Na het eten en het marshmellow-dessert plassen de mannen ter afscheid in het vuur, ruimen we alles op en maken we ons klaar om in het pikkedonker terug te varen naar de boot. Hetgeen nog een uitdaging is gezien het feit dat we met de dinghy’s 2 koraalriffen moeten “oversteken”. In daglicht is dat allemaal prima te doen, maar in het donker wordt dat wel wat lastiger. Als klap op de vuurpijl gaat onze zaklamp na 5 meter varen al als een nachtkaars uit en moeten we het doen met het licht van de sterren en de zaklampen van Le Furibard en Galilea. Gek, maar gelukkig, genoeg varen wij, als boot zonder lamp, als eerste en voorop probleemloos naar het diepere gedeelte en koersen we recht op de opening van het 2e rif aan. En daarachter ligt ons huis op ons te wachten.

Op zondagochtend (6 maart) gaat wederom de wekker om 06.15 uur … En wederom gaan we om klokslag 07.00 uur anker op, slingeren we ons een weg naar diep water en zetten we koers naar … Bonaire, het geboorte-eiland van Coos!!!

Geen opmerkingen: