Globale reisplanning

Wij, de familie Keijser, hebben van 2010 tot 2011 met onze catamaran SeaMotions, voor een jaar een ' rondje Atlantic' gevaren. We koesteren onze herinneringen in ons dit digitale "book of memories". Daarna ben ik doorgegaan met het zo nu en dan vastleggen van het wel en wee van ons leven op land.







zondag 31 augustus 2014

SeaMotions' zomervakantie 2014

"Wat gaan jullie doen met vakantie?" is een veelgehoorde vraag in de aanloop naar de schoolzomervakantie. Veel gezinnen weten van te voren precies wanneer ze waar heen gaan om een paar weken zomervakantie te vieren. 
Wij weten meestal zeker dát we met onze SeaMotions gaan zeilen en wanneer we inschepen, maar het "waarheen" blijft –ook voor onszelf- vaak een verrassing. Dat hangt tenslotte van het weer af en van de windrichting en –kracht in het bijzonder. 
We hebben wel wensen: de Scilly's staan al jaren op ons verlanglijstje. Of het ontdekken van de noordkust van Normandie en alle tijd hebben voor het rekening houden met het enorme verschil in eb en vloed. De zuidkust van Bretagne nog eens over doen, nadat we er 12 jaar geleden zoveel plezier hebben gehad moet onze Candide, is er ook zo eentje.  Of een paar dagen St Peter's Port op Guernsey, daar weer een balletje slaan op de green van Sausmarez Manor en vervolgens het juiste, stabiele weer krijgen om Hem, Sark en Alderney te ontdekken. En de westkust van Zweden hebben we ook nog nooit "gedaan". 
Maar ja, die wind…voor het merendeel van de hiervoor genoemde wensbestemmingen moet een zuidwestelijke koers gevaren worden. Dat is nu net de richting van waaruit de wind op de Noordzee en Het Kanaal meestal waait. En, "a gentleman never sails upwind", oftewel het kan maar zo zijn dat we zomer 2014 (weer) in Noorwegen belanden. 

Op vrijdagavond 11 juli, na veel last-minute opruim-, inpak-, schoonmaak- en uitpakstress, luiden we onze vakantie culinair in bij het havenrestaurant 1619Eten en Drinken in Andijk. Zaterdagochtend gooien we de trossen los en varen we naar onze 2e thuishaven, naar Texel. De zon schijnt, we laten het "moeten" los en we geven ons over aan het ritme van de golven. De vakantie is begonnen. Als altijd vermaken de jongens zich in de haven van Texel met voetballen, verstoppertje spelen, voetballen, even aan boord komen voor wat eten en drinken, weer voetballen en nog eens voetballen. De troostfinale van de WK-voetbal zien zij met hun nieuwe (tijdelijke) voetbalmatties, front row gezeten, op een groot scherm in Havenrestaurant De Compagnie, terwijl wij aan boord ouderwets lopen te stoeien met de TV-antenne teneinde de wedstrijd Nederland-Brazilie ook te kunnen volgen. Halverwege de 1e helft, er zijn al 2 doelpunten voor Nederland gevallen, blijkt de plotseling opgekomen, laaghangende mist te sterk voor het antennesignaal en schuiven ook wij richting De Compagnie. De rest van de wedstrijd zien we vanaf het terras, onder een dekentje met een warm kopje thee in de hand. De WK-finale zien Tico en Sil wéér midden in de gezelligheid van De Compagnie; wij blijven aan boord en zien met een half oog hoe Duitsland wereldkampioen wordt. Na al dit voetbal"geweld" is het de hoogste tijd om een ei te leggen over het "waarheen". Alle zuidwestelijk gelegen bestemmingen vallen in 1x keer af; de wind blaast nog voor minstens 5 dagen uit het zuidwesten. We hebben eigenlijk geen zin in de Duitse Bocht en daarna 60 mijl motoren door het Kielerkanaal. De zuidwestelijke wind kan ons wel in 2 nachten doorvaren in een rechte lijn naar de zuidoostkust van Noorwegen blazen?! Of we browsen gewoon eens een paar weken op de Waddenzee? Ameland heeft ons tenslotte al jaren niet gezien en Schiermonnikoog willen we ook graag ontdekken. En de lange termijnweersverwachting voor Nederland is zomers. We wikken en wegen, we twijfelen, we dubben. Vanuit onze vermoeidheid neigen we ernaar om voor "het gemak" te kiezen; een paar weken Wadden. Tegelijkertijd roert onze reislust en de drang over de grenzen te gaan zich ook. Het zijn uiteindelijk Tico en Sil die vol overtuiging pleiten voor een trip naar Noorwegen/ Zweden. En aldus verlaten we op dinsdagochtend 15/7 de haven van Texel en zetten we koers naar Kristianssand in Noorwegen. 

De oversteek: 375 mijl
Met een zuidwestelijke wind, kracht 4-5, motorzeilen we tegen de stroom in het Marsdiep uit onderwijl de horizon afspeurend naar de groene en rode tonnen die het Molengat, de vaargeul tussen de Razende Bol en Texel, markeren. Maar al wat we zien zijn gele tonnen en geen groene of rode. Hebben we iets gemist? Waarschijnlijk wel, want ook onze Waddenkaart 2012 laat geen gele tonnen zien. Gezien het onstuimige weer nemen we het zekere voor het onzekere en stampen we door om dan maar onderlangs de Razende Bol te gaan alvorens een rechtstreekse koers richting Kristiansand in te zetten. Dit is minstens 20 mijl omvaren, pffff. Zo goed en zo kwaad als het gaat, geven we ons over aan het wijdse uitzicht, de hobbelige golven en de zee van tijd die voor ons ligt. Mijn gedachten gaan vooral uit naar zondagochtendhardloopmaatje Peter de Keijzer; uit het niets werd hij in het weekend –al sportend- getroffen door een herseninfarct. En die infarct deelde een eenmalige, fatale tik uit. Dood. Die onwerkelijke gedachte laat me gedurende deze oversteek niet los. Het verdriet golft als eb en vloed door me heen. Het idee dat Peter de Keijzer er niet meer is… Dat hij nooit meer op het laatste nippertje zal arriveren op de verzamelplaats in het Bergense bos, dat hij ons nooit meer zal voorgaan door de duinen van Bergen en Schoorl, dat hij nooit meer de achtersten van de groep zal harken. Ik kan me er niets bij voorstellen en toch is het zo. Peter de Keijzer is niet meer, behalve in onze gedachten, want elke zondagochtend denkt iedereen van de zondagochtendgroep wel één of meerdere momenten aan hem. 

Na 2,5 dag hobbelende zee, katterigheid en nauwelijks eten (2 pakjes zoute LU-crackertjes, een boterham met kaas, een appel en wat witte rijst) arriveren we onder een blauwe lucht en een stralende zon in het overzichtelijke Kristiansand. Het is de hoogste tijd om de magen te vullen. Tripadvisor adviseert een pizzeria die er van de buitenkant weinig uitnodigend uit zou zien, maar waar men zich niet door zou moeten laten afschrikken. We zijn benieuwd als we denken in een rabbige snackbar af te dalen maar belanden in een aangenaam en sfeervol ingericht kelderrestaurant. Nog zwaaiend op onze stoelen smullen we van de Italiaanse gerechten. En tegen de tijd dat we afrekenen, doen we onze ogen dicht. Uiteten gaan in Noorwegen is behoorlijk aan de prijs …

Browsen langs de zuidoostkust van Noorwegen
Vooruitzien is regeren en dus hebben we een globale reisplanning gemaakt waarbij we elke dag een stukje varen. Niet teveel en te ver en voor de nachten liggen we afwisselend in ankerbaaien en havens. Volgens deze planning varen we in ruim 4 weken via de zuidoostelijke kust van Noorwegen naar de westkust van Zweden (o.a. Götenburg) om vervolgens na weer één of meerdere nachten doorvaren aan te komen bij het Kielerfjord en dan (ja toch maar wel, maar dan wel mét het vooruitzicht op een overheerlijke Wienerschnitzel in Cuxhaven) via het 60mijl lange Kielerkanaal terug te varen richting Nederland. Een misschien ambitieus, maar wel haalbaar, plan. Toch?

Als de zon schijnt, ziet de wereld er een stukje mooier uit. Welnu, dat adagium gaat zeker op voor onze dagen langs de scherenkust van Noorwegen. Op de motor slingeren we –via een bebakende route- tussen de rotsen en eilandjes door. Soms is een doorgang zenuwslopend smal. Tico en ik staan dan elk op een voorpunt, als  aanvulling op Navionics op de iPad en C-map op de plotter,  onze ogen uit onze oogkassen te turen om de onderwaterrotsen op tijd te detecteren. De "inland waterway" BlindLeia is schitterend en –ook voor Noorse begrippen- druk.  De Noren verplaatsen zich vooral én graag met motorbootjes en deze vervoersmiddelen komen in de scheren uit allerlei hoeken en gaten en in allerlei soorten en maten aanzetten. De Noren varen ook graag hard, maar ons valt op dat ze daarbij wel degelijk rekening houden met andere waterweggebruikers. Wij hebben geen enkele Noor op asociaal gedrag kunnen betrappen. Al die motorboten spreken zeer tot Sil's verbeelding: snel, strak en met veel pk's. Wij vergapen ons aan de Noorse vakantiehuizen. In een juist evenwicht tussen mens en natuur staan afwisselend pal aan het water, tegen de helling op of eenzaam op een rots die voor Noorwegen typische houten, witte zomerverblijven. Groot, klein, oud, nieuw; elk huis heeft z'n schoonheid en charme. Wappert de Noorse vlag vier in de vlaggenstok, dan is de Noor "thuis". 

Wij leggen ons "thuis" voor anker op plekken die Tico en Sil helpen uitkiezen. Ons criterium: goede ankergrond, voldoende diepte en beschut tegen wind en golven. Hun criterium: kunnen zwemmen, rotsen om op te klimmen en een goede, mooie rots om een kampvuur te maken. En aldus geschiedt in Gamle Hellesund, Lillesand, Auesøya, Selvagen, NY Hellesund, Mandal, Skarvøya en Farsund. Elke ankerplek, haven of steiger heeft z'n eigen idylle. 
Op de 1e ankerplek,  Gamle Hellesund, vermaken de mannen zich met jagen (vissen) vanaf de boot en vanaf de rotsen en met kajakken en peddelen op de surfplank alvorens we 's avonds het vuur ontsteken op de rotsen, het brood boven de vlammen bakken en de grote garnalen roosteren. 
In Lillesand gaan we er op uit met de bijboot. Het is even slikken als we deze dit jaar -met ons vieren erin- met onze 9,9pk motor nog maar net aan in plané krijgen. Arrgghh, kleine kindjes worden groot en we worden met z'n allen te zwaar. We wandelen door het pittoreske plaatsje Lillesand waar 90% van alle huizen nog van witgeschilderd hout zijn, we kopen wat verse groenten op de markt en eten een ijsje. 's Avonds, net voordat de schemer valt (en dat is in Noorwegen pas rond 22.00 uur), gaan de mannen er met de bijboot op uit richting open zee om te vissen. Ze komen terug met maar liefst 8 makrelen. Onze omega-3 vetzuren gaan skyhigh als Coos ze de volgende avond zeer smakelijk roostert en rookt op de Cobb. Maar eerst worden we de volgende ochtend wakker van de wind die vlagerig recht de ankerbaai in waait. Op wat boten achter ons is volop bedrijvigheid als ze hun achter hun anker beginnen te krabben en tegen andere geparkeerde motorboten dreigen aan te drijven. Ik ben er niet gerust op dat wij goed vast liggen en even later blijkt dat gevoel terecht. Ook wij schuiven bij elke flinke windvlaag een stukje naar achter. Gecontroleerd gaan we anker-op en gaan we wat vroeger op de dag dan gepland op weg naar de volgende bestemming: Grimstad. Maar in Grimstad zullen we nooit aankomen. Want, de wind trekt inmiddels (hard) aan vanuit het Oosten en dat is precies vanuit de richting waar bedacht hebben heen te gaan. Na 5 mijl tegenwind hakken, hotsen en klotsen op open zee duiken we een enigszins beschutte ankerbaai in voor herijking van ons reisplan. De lange termijn voorspellingen spreken over aanhoudende Oostenwind en daarna geen wind. Met de uitdrukking "a gentleman never sails opwind" in ons achterhoofd en de antipathie om de langerere dagtochten te moeten motoren, besluiten we het over een andere boeg te gooien. Het Noorwegen-Zweden-Kielerkanaalreisplan gaat overboord en we maken, terwijl de wind door het want giert, een nieuw reisplan. We gaan westwaarts,  met de wind in de rug, richting Mandal om daarna de relatief onbekende Duitse Waddeneilanden voor de Deense kust, Sylt en Ansum te gaan ontdekken. Het loslaten van het snaarstrakke zeilplan voelt als een losmaken van een str 

De "terugweg" doen we via de ankerbaaien Auesøya,  Selvagen en NY Hellesund. We liggen prachtig rustig voor anker in Auesøya. Op de rotsen recreëren 2 Noorse families op z'n Noors: er wordt gezwommen, gevist, gegeten en gedronken. En tegen de tijd dat de avondschemering valt, pakken ze hun boeltje en varen ze weg. De SeaMotions blijft als enige over in de baai. In het schemerdonker zitten wij hoog op de rotsen rondom een vuurtje. Het is de dag dat mijn hardloopgenoot gecremeerd is; mooie herinneringen aan hem komen nog weer eens voorbij. En dan, als het vuur dooft, laat ik hem gaan. 
De ankerbaai van Selvagen hebben we eveneens zo goed als exclusief voor ons zelf. Dat is niet zo gek, want om op deze verlaten ankerplek te komen, moet men over stalen zenuwen beschikken gezien de verraderlijke rotsen die op de waterweg er naar toe her en der verspreid en nét onder het wateroppervlakte liggen. Ook hier gaan de mannen weer op jacht voor een maaltje eten. We herinneren ons deze ankerplek namelijk van jaren geleden vanwege de mosselvangst. Met een emmer met daarin genoeg mosselen voor 3 voorgerechten keren ze terug. Hun constatering: in 2008 zaten de mosselen overvloedig op deze rotsen geplakt,  maar anno 2014 zijn ze slechts dungezaaid te vinden. Ook leent deze ankerplek zich uitstekend voor een beetje windsurfen Met een pietsie, maar net aan genoeg, wind leert Sil de eerste beginselen van het windsurfen. Voor Tico staat er jammer genoeg net te weinig wind. Het is ook hier dat we op de Dag van Nationale Rouw de vlag half stok hangen ter nagedachtenis aan alle slachtoffers van de ramp met de MH17. Een onwerkelijke werkelijkheid: zoveel mensen die onderweg weg naar hun vakantiebestemming onwetend en onterecht uit de lucht geschoten worden door "idiaten", mensen met idiote idealen. 
NY Hellesund is ook geen onbekende ankerplaats voor ons. De smalle doorgang van deze ankerplek wordt gekenmerkt door hoge, oprijzende rotsen. Bij het binnenvaren is het belangrijk goed bakboord te houden i.v.m.  een ondiepe onderwaterrots. Dit maak de doorgang voor een catamaran natuurlijk nog smaller. Maar, we passen er net aan doorheen. Het "betreden" van deze ankerplek is alleen geschikt is bij rustig weer, dat moge duidelijk zijn. Waar Selvagen een heerlijk rustige, onontdekte ankerplek is, is NY Hellesund "hot". Alle steigers zijn bezet met Noorse motorbootjes en Noorse zeilboten, die allen op die voor Noorwegen specifieke manier aangelegd hebben of beter, achteruit ingeparkeerd liggen.
Wij plonzen, heerlijk vrij van drukte en buren, ons anker in het midden van de baai in het water en vermaken ons daarna met ander waterspeelgoed dat wij in ons assortiment hebben. De "tube", een opblaasband waar Sil en Tico om beurten op hun buik of rug op liggen en die als een soort waterski achter de op volle snelheid varende bijboot gesleept wordt. Met als gevolg al het spektakel wat daar bij hoort: snoeihard over het wateroppervlak getrokken worden, meestal net niet uit de bocht vliegen en ondersteboven gaan (maar soms wel), woest stuiteren over de hekgolven van de bijboot of die van andere boten. Kortom, adrenalineverhogend plezier voor jongens van 9 en 14 jaar. 

En ondertussen is het nog immer schitterend zomers weer: strakblauwe luchten, volop zon en dagelijks zomerse temperaturen die schommelen tussen de 27 en 30 graden. Het steenkoude Noorse zeewater is opeens lekker verfrissend. Dagelijks laten we ons op onze meest charmante wijze in het water vallen. Waarbij de jongens natuurlijk als jonge goden soepel het water laten spijten en er als gladde paling inschieten. Mijn duikkunsten worden door mijn reisgezelschap daarentegen net iets te vaak naar mijn zin (ik doe echt mijn best) vergeleken met die van een walrus of een platvis … Maar ja, als rechtgeaarde diesel kan ik dan wel weer het lange-afstandszwemmen (via de ouderwetse schoolslag) het langste van ons vieren volhouden. Zo heeft ieder z'n talent. 

In Mandal voelt het vertrouwd als we aanleggen langszij de steiger van Gasthamn Mandal. Er is in de afgelopen jaren hard gewerkt om van Mandal een nóg aantrekkelijker stad te maken, voor landrotten en zeevaarders. Er zijn veel steigers bijgekomen in de beschutte havenkom, op een deel van de destijds rommelige oevers zijn moderne appartementen verrezen en kosten nog moeite zijn gespaard om een futuristische loop-/fietsbrug te  bouwen die de ene oever van de Mandalselva met de ander verbindt alwaar ook een nieuw cultureel centrum ("de ark") is verrezen. De ontwerpen zijn organisch van vorm met veel aandacht voor duurzaamheid en oog voor de omgeving. De vloeiende, glooiende vorm van de brug doet denken aan een kabbelende golf. In het vooraangezicht van het gebouw kun je met enige fantasie eveneens een golf zien die op het punt staat te breken. De kleur wit vertegenwoordigt de kleur van de oorspronkelijke Noorse huizen. De achterkant het culturele centrum, op de rug van de "brekende golf", is een groendak gemaakt, waardoor dit een begroeide heuvel lijkt. In het water voor de brug en het cultureel centrum drijft een groot rood rond kunstwerk. Google vertelt ons dat dit het eitje van de vis (de zalm?) voorstelt. 
Mandal en haar achterland leent zich uitstekend voor een fietstochtje en dus halen we,  voor de eerste keer deze zomervakantie, 3 vouwfietsen en een MTB uit het vooronder. We fietsen "up river" en krijgen hiermee een fractie van de schoonheid van het Noorse binnenland mee: groene graslanden, groene bossen, witte huizen, rode schuren en veel ruimte. Het doet me wel denken aan het natuurschoon in Vermont (USA), maar bij deze Europese variant is alles nét iets kleiner, lager en smaller. De Noren zijn ook goed in het inrichten van speeltuinen; achter "de ark" is een golvende speeltuin met creatieve, muzikale, educatieve én uitdagende "speeltoestellen. Het uitdagende in Mandal's speeltuin zit 'm in de slackline. Een slackline is een soort van koorddansen waarbij je op een strakgespannen band, die veert als een trampoline, probeert te balanceren. Héél moeilijk dus. Tot in het donker oefenen, oefenen en oefenen we in het ontspannen balanceren. Uiteindelijk lukt het Tico om van de ene naar de andere kant te koorddansen en begint hij met oefenen in het achteruit-koorddansen. Met een hoop gezwiep en gezwaai met de armen komt ook Coos naar de overkant. Sil en ik bakken er weinig van. Sil, omdat hij niet oefent; zijns inziens hoef je bij/op/in al die andere speeltoestellen veel minder tot geen inspanning te plegen om het leuk te hebben. En mijn matige prestatie wijd ik natuurlijk geheel aan mijn (hardnekkige) blessure hielspoor; die zere hiel gooit het begrip "balans" bij normaal lopen al in de war. 

Na 2 dagen Mandal piepen we de bocht om van het meest zuidelijkste puntje van Noorwegen: we ronden de beruchte Kaap Lindesnes. Zoals bij elke kaap het geval is, kan het hier met harde wind behoorlijk spoken en dan is het raadzaam om minstens 5 mijl uit de kust te blijven. Ons treft niets van dat alles; ideale zeilomstandigheden om juist relatief dicht langs de kust te browsen. We hebben ons oog laten vallen op een niet al te grote ankerbaai aan de zuidkant van het onbewoonde eilandje Skarvøya. De invaart is volgens de pilot vrij smal en het is opletten geblazen want net voorbij de ingang ligt een serieuze ondiepte. Volgens diezelfde pilot (René Vleut) voel je je daarna omgeven en beschermd door hoge rotswanden. Zo gezegd, zo gedaan maar wel met enigszins samengeknepen billen en het zweet in de handen. Maar eenmaal voor anker waait de wind naar onze mening ietsie teveel recht de ingang in om ons dat beschermde gevoel te geven. Na een verkennende expeditie van Tico en mij in de bijboot leggen we een half uur later aan aan een net vrijgekomen steigertje in een ankerbaai aan de westkant van dit eilandje. We hebben deze unieke spot helemaal voor onszelf, incl. luxe picknicktafel. Zwemmen, vissen, kajakken, rotsklimmen, snorkelen, bbq-en en genieten van het schitterende uitzicht en de oorverdovende stilte.
Desalniettemin verruilen we de volgende dag deze rust voor stads vertier en wel in Farsund. Aldaar stuiten we op beachvolleybaltoernooi en vooral Tico en ik krijgen geen genoeg van het kijken naar deze sport én de gespierde, gebruinde Noorse sportlijven. Het is ook hier dat we voor het eerst sinds onze aankomst in Noorwegen weer eens wolken zien. Dikke, donkergrijze wolken klonteren opeen boven de hoge rotsbergen van de kuststrook en het duurt niet lang of onweer en bliksem dondert en knettert boven onze hoofden. Gevolgd door een enorme regenbui. Gelukkig schijnt 's middags alweer de zon en ontdekken we het duikplatform van Farsund. Dit duikplatform behelst 3 duikplanken op verschillende, indrukwekkende, hoogtes. Uiteindelijk is Tico de held van de familie; hij springt van de 5mtr-plank. 

Terug naar de Wadden: 325 mijl
En dan waait de wind uit de goede hoek om in één keer, in één rechte lijn terug te zeilen naar de Wadden. Na onze actieve en sportieve vakantiedagen in Noorwegen is het weer tijd om ons over te geven aan het grote niets doen. Niets doen in de vorm van lezen, "pesten", slapen, muziek luisteren en film kijken. En dat minstens 36 uur achtereen. De eerste 20 uur speren we met een ruime wind met gemiddeld 8,5 knoop snelheid naar onze bestemming. Daarna kakt de wind in en moeten we doen met het gesnor van de twee 28pk Yanmars. We beleven één spannend verzetje ergens voorbij de helft van de tocht. Uit het niets horen we opeens een enorm lawaai en een fractie van een seconde later slaat de motor af. Coos weet zo goed als direct dat er iets serieus zwaars in de schroef zit en inderdaad hoeven we geen ingewikkeld onderzoek te doen naar de oorzaak. We zien een groot, dik groen-oranje visnet onder en achter onze stuurboorddrijver drijven. Omdat de schroeven bij een catamaran niet zo diep in het water zitten, is het het proberen waard om e.e.a. met behulp van de pikhaak los te prikken. Dat lost het probleem wel een beetje op, maar het is toch noodzakelijk dat onze kapitein te water gaat met de flippers aan zijn voeten, de snorkel op zijn neus en een mes tussen zijn tanden. In no time heeft hij de schroef bevrijd en is het leed geleden. Aan het begin van de 2e nacht arriveren we bij de uiterton van Vlieland en begint de zoektocht naar telkens het juiste lichtje in de juiste vaargeul op weg naar de ankerplaats onder de vuurtoren van Vlieland. Om exact 03.30 uur laten we in het pikkedonker en slechts een paar seconden per minuut geholpen door het schijnsel van de vuurtoren ons anker vallen en kan de motor uit. Hèhè, rust, stilte en tijd om te slapen. Een paar uurtjes maar, want de volgende ochtend gaan we na de exodus van vertrekken schepen uit de jachthaven van Vlieland deze waddenhaven in. 

De Wadden
In de jachthaven van Vlieland is het in het zomerseizoen een drukte van belang met boten die komen en gaan, bruine vlootkapiteins die indrukwekkend weten te manoeuvreren in de krappe havenkom, huurboten die niet (soepel) kunnen aan- en afmeren en havenmeesters die te allen tijde vriendelijk en rustig blijven. Wij krijgen een prima plek in de voorhaven langszij een motorboot aangewezen en liggen daarmee 1e rang om al het hiervoor beschrevene te aanschouwen. Op Vlieland heten we nichtje Daphne en haar dansvriendin Helen van harte welkom als zij voor een weekje neerstrijken op camping Stortemelk (en 's avonds in bar dancing De Oude Stoep onveilig maken). Ze komen een avondje bij ons aan boord mee-eten, een spelletje Catan spelen met de jongens en ze gaan bij laag water met de bijboot mee zeehonden kijken bij een drooggevallen plaat. Op Vlieland gaan we ook fietsen. We trappen naar Het Posthuys om daarna in te stappen in de Vliehors Express die ons rond rijdt over de "Sahara" van het eiland: de Vliehors. De omstandigheden zijn ideaal: blauwe lucht met hier en daar een schapenwolk, een groenblauwe zee, witte schuimgolven, geelkleurig zand en midden in deze verlatenheid een witte houten drenkelingenhut omringd met veelkleurig juttersspul. Ik geniet van het wijdse uitzicht in combinatie met de schitterende kleuren. 
Op Vlieland gaan Tico en Sil ook bodyboarden, vliegeren en beachvolleyballen. En, op Vlieland varen we onze vrienden van de Seaquest ouderwets tegemoet met onze bijboot als zij na 4 jaar wereldreis weer thuiskomen op "hun" eiland Vlieland. Op praktisch dezelfde datum, maar dan 4 jaar geleden in La Coruna, ongeveer aan de start van ons beider zeilavontuur, dronken we onze eerste champagne met elkaar aan boord van onze SeaMotions. De cirkel is rond als we aan boord van de Seaquest, bijna aan het eind van hun reis, de champagne ontkurken en het glas heffen op hun behouden aankomst op Vlieland. 
We besluiten onze Waddenavontuur met een nachtje droogvallen op de Grote Plaat, net ten oosten van West-Terschelling. We liggen zo goed als loodrecht en klemvast in het natte zand gezogen als het laatste water onder de drijvers verdwijnt.  Coos en Tico leggen handmatig het anker uit voor als we ruim 6 uur later weer zullen drijven (maar niet willen afdrijven). In de uren dat de plaat helemaal droog is, wandelen we richting de Slenk. Onderweg zoeken en vinden we kokkels en een boodschappentas is snel gevuld. We voelen de laatste avondzonnestralen op ons rug en daarna verdwijnt de zon achter de Brandaris en het eiland. Het is een prachtige avond, er volgt een rustige nacht. Ongemerkt vallen we nog een keer droog. Tegen de tijd dat we wakker worden, drijven we weer, gaan we anker op en zetten we koers naar zoet water.

Het IJsselmeer
Inmiddels traditiegetrouw hebben we op enig moment in onze zomervakantie een Meet, Great & Eat met onze vrienden van de Moonrise. We hebben deze keer in Hindelopen afgesproken. In de gezellige gemeentehaven van Hindelopen worden we verwacht. Captain Iglo, de havenmeester, heeft ons -met 1e rangs uitzicht naar de haveningang- langszij een grote stoomboot bedacht. De Moonrise Crew heeft een tafel gereserveerd bij restaurant Ame Gijs. We belanden in een warm bad van weerzien en gezelligheid. 
De volgende dag zetten we de gezelligheid voort; in het zonnetje nestelen Marcel, Paula, Coos en ik ons op het voordek van de SeaMotions en vermaken we ons met het kijken naar alle boten die in een voortdurende stroom in en uit de haven varen. We beginnen met koffie en koek, dan volgen pinda's met bier en daarna bereidt Coos de Waddenzee-kokkels en serveert deze met witte wijn. Opeens is het bijna 17.00 uur en we besluiten de avonddis dan ook maar gezamenlijk te nuttigen en wel in de lokale pizzeria. De enige fysieke inspanning die we ons op deze ultieme vakantiedag getroosten, is het avondwandelingetje ná de pizza. We slenteren over de dijk, we bewonderen het vervallen badpaviljoen. Dit pand is jaren geleden vanwege haar uniciteit tot Rijksmonument erkend. Het is in 1913/1914 gebouwd in een stijl met art nouveau-elementen en is een vroeg voorbeeld van betonbouw. Al jaren zijn diverse partijen het eens over het behoud van en de noodzaak voor restauratie van dit karakteristieke pand. Het schort alleen aan overeenstemming wie dit gaat betalen: de particuliere eigenaar rekent op een herstelsubsidie van de gemeente. De gemeente vindt dat het geld bij de Provincie vandaan moet komen. En de Provincie schuift het door naar de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed. Ondertussen bezwijken het beton en de houten elementen haast onder de tand des tijds. Vergane glorie in optima forma. 
Het laatste zeiltochtje gaat met een aan de windse koers in vliegende vaart naar Andijk. Aldaar is het doorwerken met bedden afhalen, inpakken, opruimen en schoonmaken. Voordat de middag voorbij is, zitten we in de auto op weg naar Heiloo en voordat het avond is snort de wasmachine. We spelen thuis onze laatste 3 potjes in de vakantiepestcompetitie. Sil doet voor spek en bonen mee; hij heeft zo'n grote voorsprong dat hij zich al zeker weet van de kampioenstitel 2014. De strijd voor het zilver is ongemeen spannend en tot aan het allerlaatste potje liggen alle kansen open voor Coos, Tico en ondergetekende. Er wordt op het scherpst van de snede gespeeld en door slim spelen (en een portie geluk) wint -met slechts 1 punt verschil- … ondergetekende. Die 3e plaats is voor Coos, die weer net 1 puntje meer heeft dan Tico. 

Als de zon schijnt, is het makkelijk vakantie vieren. Dat ging zeker op voor deze Keijserlijke zomervakantie 2014. We hadden het heerlijk, gezellig, ontspannen, leuk met elkaar. We hebben genoten, gelachen en vooral dát gedaan waar we allevier zin in hadden. Elke dag was bijzonder; door waar we terecht kwamen of door wat we deden. Door wat we zagen of proefden. Onze dagelijkse mijlpaal kon groot, klein, spannend, mooi, leuk, ontroerend of lekker zijn. Verwacht of onverwacht. We hebben geen enkele druk, stress of "moeten" ervaren. Onze SeaMotions heeft ons veilig naar prachtige plekken gebracht en heeft dit alles ongeschonden doorstaan. En, we komen thuis met nog 1,5 week vakantie in het vooruitzicht. Coos verheugt zich er op deze tijd te benutten voor de bouw van de veranda in de tuin. Tico wil lekker aan de slag met muziek maken en chillen met zijn vrienden. Sil is op tijd thuis voor Timmerdorp en ik ben blij omdat mijn 3 mannen blij zijn. 








donderdag 27 maart 2014

Januari 2014 bruist!

Een goed begin is het halve werk en dus begin ik 2014 optimistisch en voortvarend met het dagelijks in steekwoorden bijhouden van dingen die eventueel vermeldenswaard zijn voor dit blog. Waarna de vraag rijst: wat is vermeldenswaard? Volgens het woordenboek betekent "vermeldenswaard": waard om vermeld te worden, noemenswaardig.
En wie bepaalt wat vermeldenswaard is? De schrijver of de -toevallige- lezer? Die vraag brengt me bij een andere overpeinzing, namelijk: wat is mijn doel om dit SeaMotions-blog te blijven vullen met de trivialiteiten van mijn belevingswereld en die van mijn gezin? Betreft dit een persoonlijk verlangen mijn leven te exposeren op het world wide web? Stilt het een honger om dat wat zich in mijn hoofd afspeelt te kaderen en structuren? Is het een manier om ons leven, een tijdsbeeld, vast te leggen voor onze kleinkinderen en daarna? En daarmee kom ik eigenlijk weer terug bij de vraag: voor wie doe ik dit? Voor mijzelf of voor de lezer? Op die vraag ga ik de komende tijd knagen. Het antwoord gaat namelijk bepalen óf en hoe ik deze schrijverijen verder zal ontwikkelen, verbeteren, verfijnen.

Dit bovenstaande is wat zich in de laatste dagen van de eerste maand nadrukkelijker dan anders in mijn bovenkamer afspeelt. En eigenlijk is het een terugkerende onderwerp, iets dat sluimert sinds we terug zijn van onze reis en wat ik met het excuus "de hectiek van alledag" steeds weer geparkeerd heb.
Ik kan, ik wil, ik doe is het motto dat Sinterklaas op zijn recente verjaardag meegeeft aan Tico: geloven in eigen kunnen, dat vertalen naar doelgericht handelen en daarmee bevestigd en gesterkt worden in zelfvertrouwen. Een mooi leitmotiv. Eentje waar ik me ook door aangesproken voel : aangesproken omdat ik vind dat ik iets "moet" met mijzelf en mijn ontwikkeling.

Maar nu eerst … januari 2014, vanaf het begin.
In mijn (jeugd?)herinnering was januari altijd een wat ongezellige, kale maand. Een maand waarin nooit iets spannends of leuks gebeurde. Een maand waarin iedereen na alle feestelijkheden in december weer in zijn hol terugkeerde om daar de rest van de winter uit te zitten. Die tijden zijn wel wat veranderd. Tegenwoordig is er elke maand, of soms elk weekend, wel "iets leuks". En dus stomen we vanuit een gezellig december door naar een bruisend januari.

Sprong ik als een soort van persoonlijke verpersoonlijking van "nieuwe tijden" op de eerste dag van 2013 nog in de Noordzee, op 1 januari 2014 laat ik die nieuwjaarsplons aan mij voorbij gaan. Ik heb simpelweg geen zin in het gedoe. We rijden wel naar het strand voor een nieuwjaarswandeling, we staan als toeschouwer langs de vloedlijn als heel veel mensen wél het zoute water induiken en we eten een nieuwjaarsoliebol bij Ben en Riny in de flat.

We bubbelen op ons nieuwjaarsfeestje, al na de 1e editie in 2013 traditiegetrouw op de 3e zaterdag van het nieuwe jaar. Deze keer is het een "Let's drink champagne and dance on the table - op sokken- nieuwjaarsfeestje". Veel vrienden hebben zich voor de gelegenheid uitgesloofd en hebben bijzondere, grappige, kleurrijke sokken aangetrokken. Een enkeling heeft zich niet gerealiseerd dat de schoenen écht uit moeten en zweten peentjes in de hoop dat ze een beetje fatsoenlijke sok aan hebben. 5 Vrienden hebben kort voor aanvang van het feestje gehoord dat ze die avond een speciale rol hebben, namelijk dat ze op het feestje teamcaptain zijn en een team moeten formeren. Het wat en waarom is hen tot dan onbekend. Dit leidt tot hilarische speculaties over wat iedereen te wachten zou kunnen staan. Het onverwachte intermezzo blijkt een -zeer geslaagde, maar toch nog best moeilijke- popquiz o.l.v. Roald te zijn. Het team van Paul M. strijkt uiteindelijk de eer van "popkeijser 2014" op.

Coos organiseert (samen met Brenda) voor de eerste keer in de badmintongeschiedenis van 't Vennewater een nieuwjaarsborrel. Het is een gezellig samenzijn van jong en oud. Jong leeft zich sportief uit met badminton en oud "praat" onder het genot van oliebol en borrel vooral óver badminton (en andere dingen). Coos' nieuwjaarsspeech in zijn rol als voorzitter valt goed; de thema's sfeer, sportieve prestaties en leden en vrijwilligers spreken aan. Zelfs zodanig dat de aanwezige burgemeester van Heiloo daags erna zijn eigen nieuwjaarsspeech begint met het citeren van de voorzitter van 't Vennewater Badminton. Een geweldig compliment voor Coos en super PR voor de club natuurlijk.

Het blijft feest in januari. Eind januari viert een vriendin haar verjaardag via een nieuw fenomeen, namelijk de winterBBQ. Met dikke jassen aan en warme sjaals om staan we met allemaal aardige mensen rond brandende vuurkorfen lekker aan de warme "met wat rum op smaak gebrachte" chocolademelk en warme glühwein, terwijl een smakelijke braadworst op de BBQ geroosterd wordt.

De bioscoop wordt frequent bezocht, maar liefst 3 Nederlandse films in één maand. Met Inge geniet ik volop van de film Soof, geïnspireerd op de hilarische, herkenbare columns van Sylvia Witteman: rommelkont Lies Visschedijk, aaibare Fedja van Huêt en charming Dan Karaty spelen natuurlijk en overtuigend.
Met Tanya zie ik Mannenharten, een luchtige (wat magere) Nederlandse polderromkom over 6 mannen en hun gevoelens voor vrouwen. Het niveau van vergelijkbare mozaiekfilms als Alles is Liefde of Alles is Familie wordt jammergenoeg niet gehaald.
Bij Cinescoop zien we De Nieuwe Wildernis, een prachtige, indrukwekkende Nederlandse natuurdocumentaire over het alledaagse dieren- en plantenleven in de Oostvaardersplassen, een moerasachtig natuurgebied dat is ontstaan tussen Almere en Lelystad in de drooggelegde Flevopolder. Deze enige menselijke inbreng in dit ongerepte natuurgebied is het uitzetten van de Konikpaarden (grootste kudde wilde paarden in Europa), de runderen en de herten. De film én het filmonderwerp zijn van een ongekende schoonheid.

Op een willekeurige donderdagavond hebben Coos en ik een date op de Munt in Amsterdam voor hapje eten bij De Jaren en dan in de Kleine Komedie aanschuiven bij de premiere van Kasper van Kooten's nieuwe voorstelling Karakters. Het is er bomvol en de ene na de andere BN-er trekt in de zaal aan (onder) ons voorbij. De voorstelling Karakters is een cabaroman, oftewel verhalend cabaret op basis van een door hem zelf geschreven roman. Het is genieten als hij prachtige Franse liedjes zingt, als hij grappig en energiek danst. En het is geweldig knap om te zien hoe hij vol overgave en emotie monologend van karakter naar karakter switcht, de ene volzin nog mooier dan de andere declamerend. Maar na afloop kijken Coos en ik elkaar toch een beetje vragend in de ogen: "waar ging dit nu over, wat was de moraal van het verhaal?". Naar onze mening is dat in de wirwar van karakters onvoldoende uit de verf gekomen.

Tot slot is het feest als na 1,5 jaar mijn beugel er uit gaat. Yeehaa! Nooit meer een ingehouden glimlach, want die gekke Dracula-achtige hoektanden behoren vanaf nu tot het verleden. En ook geen etensresten meer tussen brackets en elastiekjes. Ik ben elke dag héél blij met deze investering én het resultaat.

Overigens geef ik het stokje (het beugeltje) over, want een week later ligt Tico in de stoel bij Dr. Onno en worden zijn tanden en kiezen beplakt met brackets.

Tussen al deze o-zo-leuke uitjes door wordt er natuurlijk ook gesport. Ik beleef op de 3e dag van januari mijn eerste mountainbike-avontuur als ik met wat meiden meedoe aan een mtb-clinic op het mountainbikeparcours van Kids en Parents Bikeschool in Limmen. Het ogenschijnlijk saaie parcours is (tijdelijk) aangelegd op een stuk bouwgrond op een zgn. inbreilocatie, gelegen midden in een 13-in-1-dozijn Limmense woonwijk. Het heeft heuvels, bulten, kuilen en bochten. Vooral de combinatie van deze hindernissen maakt dat het toch heel enerverend en doorwerken is. De truc zit 'm in remmen en doortrappen tegelijk en ik vind het onverwacht erg leuk.

Op de 2e zondag van januari loop ik met Agnes de Halve marathon van Egmond. Als altijd voelen de eerste 5 km's loodzwaar, maar daarna kom ik in mijn ritme en loop ik relatief ontspannen naar de eindstreep. Deze editie is er een eentje van de uitbundige zonneschijn; het is prachtig weer en langs bijna het gehele parcours staat enthousiast publiek om de lopers aan te moedigen. Voor het eerst sinds lange tijd staan er ook fans voor mij: bij het 17km-punt staat Tico (met Sidney, Mickey en Diana) om me aan te moedigen. En bij de eindstreep heeft Coos zich -bij wijze van verrassing want hij komt eigenlijk nooit kijken bij een hardloopevenement- geposteerd; helaas lopen we elkaar mis.

Een nieuwe hardloopuitdaging ligt in het vooruitzicht. Samen met wat hardloopmaatjes hebben we ons ingeschreven voor een heuse Night Trail: in het donker 15km off road hardlopen door een heuvelachtig bos-/natuurgebied bij Bergschenhoek (Rotterdam). Een oefentrail door de Bergense duinen in het donker wordt gepland, maar helaas schitter ik door afwezigheid. Al wat langer heb ik na het hardlopen last van "stijve hielen" en af en toe steken onder in mijn linkerhiel. Deze vage klachten zijn eind januari niet meer "vaag" te noemen als ik ook tijdens het hardlopen pijn houd en ik na de training (en de dagen erna) niet meer op mijn linkerhiel kan staan. Daar waar ik stiekem al bang voor was, is werkelijkheid geworden: hielspoor! Elke stap die ik zet, voel ik. Van hardloper ben ik opeens (tijdelijk) doodloper geworden.

Meer misère in januari …

Tico blesseert zich bij een speels potje voetbal in de tuin in zijn lies (spier-/peesaanhechting); het speelt hem dusdanig parten dat hij -dagen later- ondanks verwoede pogingen door te zetten, toch moet uitstappen bij een badmintonwedstrijd.

Sil heeft ook een sportincidentje. Tijdens de hockeytraining krijgt hij per ongeluk een hockeystick tegen zijn oogkas. De huid net onder zijn wenkbrauw is zodanig geweken dat alleen een pleister plakken ontoereikend is. Natuurlijk gebeuren dit soort dingen als de huisarts achter de gekookte aardappelen zit. Maar ik heb eigenlijk geen zin in lange wachttijden bij Huisartsenpost of Eerste Hulp. Een vader van een buurtvriendje is in het dagelijks leven huisarts in Warmenhuizen en onder het mom "nee heb ik, ja kan ik krijgen" gaan Sil en ik bij hem langs in de hoop dat hij nog een tubetje lijm of wat zwaluwstaartjes heeft liggen. Buurman Gie laat even de pannen op het vuur voor wat ze zijn, vindt nog wat zwaluwstaartjes en plakt e.e.a. vakkundig aan elkaar. Het is een bonte pleisterplakplaats boven Sil's oog. Op school, op straat, in de winkel, overal wordt aan hem gevraagd wat er gebeurd is. Sil gedijt wel bij deze tsunami aan aandacht.

En dan overlijdt Zorro, het goudkleurige konijn met kuif dat we in co-ouderschap met onze buurtjes hebben. Zorro is als 1-jarig konijn in 2006 bij ons gekomen, nadat Tico zijn zwemdiploma A heeft gehaald. En hij is naar onze buurtjes verhuisd toen we op zeilreis gingen. Zorro heeft de respectabele leeftijd van 8 jaar gehaald en is daarmee 1 jaar ouder geworden dan zijn zusje Sarina die hem vorig jaar al was voorgegaan naar de eeuwige jachtvelden. In de stromende regen (natuurlijk!) begraven buuv Susan en ik konijn Zorro in het bos bovenop zijn zusje Sarina. Lieve, Rijk, Engel en Sil gooien het graf dicht en versieren het met takjes, stenen en uitgebloeide Amarilis. Rust zacht, lieve eigenzinnige Zorro.