Globale reisplanning

Wij, de familie Keijser, hebben van 2010 tot 2011 met onze catamaran SeaMotions, voor een jaar een ' rondje Atlantic' gevaren. We koesteren onze herinneringen in ons dit digitale "book of memories". Daarna ben ik doorgegaan met het zo nu en dan vastleggen van het wel en wee van ons leven op land.







dinsdag 31 mei 2011

Weer het weer!

Maandag heeft Tico school aan boord van de Moonrise. Van een professionele (hele goede!) juf Paula. Drie jongens, Bram-Gijs-Tico, buigen zich over aardrijkskunde en krijgen de opdracht elk een land te kiezen waar ze het afgelopen zeiljaar zijn geweest om vervolgens in een verslag de overeenkomsten danwel verschillen met Nederland te beschrijven. Dit aan de hand van verschillende rubrieken zoals klimaat, natuur, bevolking, levensstandaard. Ze overleggen met elkaar wie welk (ei)land kiest om te voorkomen dat ze hetzelfde kiezen.
Op onze bootschool zou Tico bij een dergelijke opdracht enorm zijn gaan zuchten en steunen (“ja duhhh, dat ga ik echt niet doen”), maar op deze Moonrise-school gaat hij als een voorbeeldige leerling aan de slag en zo ook Bram en Gijs. Het gevoel van in een “klas” zitten stimuleert en motiveert elkaar. Daarna staat er handenarbeid op het lesrooster; van een stukje hout, wat –glimmend- papier, plakoogjes, trekveer en schroefhaakje worden creatieve bounche-vogels gemaakt. Ze zijn er de hele middag zoet mee.

Ondertussen hebben de verschillende volwassenen het ook maar wat druk, o.a. met de voorbereidingen voor de bbq die’s avonds op de agenda staat. Er wordt druk vlees gemarineerd, salades gemaakt en ailo bereidt. Zelfs aan het samenstellen van een afspeellijst van leuke muziek wordt gedacht (met dank aan DJ Marcel). We zetten 2 bbq’s op de kade met Marcel en Patrick als “braaimasters” en ik kan je zeggen dat bbq-en op een kade een stuk comfortabeler is dan bbq-en op het strand.
Net voordat de vlam in de bbq gaat, is er een onverwacht intermezzo als de mannen een rondje mee mogen varen met een motorbootje van een vakantievierende Schot met zijn Nederlandse vriendin. Er hangt 250pk achter die boot, dus volwassen kerels worden opeens als kinderen zo blij.

Tijdens de bbq is het weer een terugkomend gespreksonderwerp. Thomas en Line (Vela) hebben besloten op dinsdag (vandaag) te vertrekken. Is er dan een ideaal weatherwindow? Nee, maar de weerplaatjes van de afgelopen 2 weken laten zien, dat wachten op het ideale weer weleens heel erg lang wachten kan gaan worden. Want wat vandaag ideaal lijkt, ziet er morgen weer heel anders uit en overmorgen nog weer anders.  Enerzijds willen we het prachtige, perfecte weatherwindow voor de gehele oversteek en tegelijkertijd is deze lange termijnvoorspelling een luchtballon. Enfin, het komt er op neer dat we nog niet weten wanneer we de trossen losgooien, maar we zijn wel klaar om te gaan. Gisterochtend hebben we de meeste “vers”-boodschappen gedaan, vanochtend de laatste vieze was door de machine gedaan en vanmiddag het onderwaterschip maar weer schoongemaakt.

To be continued!

maandag 30 mei 2011

Herb: "Very strange, very strange weather"

Sinds dagen is “het weer” wederom een topic! Op de rechtstreekse route naar de Azoren waait de wind nog steeds uit oostelijke richting. En op de lange termijn weerkaarten werd een dag of wat geleden een heuse tropische storm (windkracht 9-10) zichtbaar boven Puerto Rico die oost langs Bermuda zou trekken .. oeps … Gelukkig zien 24 uur later de weerkaarten er alweer iets anders uit, hetgeen de uitspraak “niets zo veranderlijk als het weer” staaft. Die tropische storm lijkt uitgeblust, gelukkig.
We halen nu weer elke dag (2x per dag) weerkaarten op en luisteren ’s middags naar router Herb op de SSB. Hij gaat al een behoorlijk tijdje mee op weergebied, en zelfs uit zijn mond horen we een dag of wat geleden dat het “very strange, very strange weather” is. Hij adviseert boten die op Bermuda liggen en willen vertrekken voorlopig te wachten tot maandag; dan is duidelijker wat voor invloed een lagedrukgebied vanuit Amerika gaat hebben op het noordelijk gelegen Azoren hoog.  Beetje weertechnische taal – het komt erop neer dat het Azoren hoog te noordelijk ligt. Lage drukgebieden die van west naar oost over de oceaan trekken moeten dit hoog naar het zuiden drukken en dan is de bedoeling dat wij aan de ‘onderkant’  van de lage drukgebieden, en aan de bovenkant van het hoog meeliften met oostenwind. Snap je het nog?

Hoewel we (nog) geen tijdsdruk hebben en slechts bij benadering een vertrekdag voor ogen hebben, vinden we het nu wel tijd dat de boel een beetje normaliseert. Zodat we een beetje een concreet plan kunnen maken, ergens naar toe kunnen voorbereiden. Maar ja, wat is normaal weer? Is het normaal dat in verschillende staten van Amerika de tornado’s je om de oren vliegen? Is het normaal dat het in de lente in Nederland weken achtereen 20-27 graden is, zonder enige spat regen?

Bermuda is niet de vervelendste plek om te wachten. We vermaken ons goed. Coos naait stug door aan de kuiptent en daar tussen door doe ik school met Tico en Sil. We wandelen via een voormalig treinspoor naar Whale Bone Beach en bewonderen een paar kanonnen. We draaien nog een was. De kinderen hebben filmavond (Harry Potter 7) aan boord van de Moonrise, voorafgegaan door pannenkoeken van Marcel, en komen daarna logeren op de SeaMotions. Terwijl de kids film kijken, komen Marcel en Paula bij ons eten. Het dessert wordt verzorgd door Tomas: een zelfgebakken Deense chocolade-kokostaart. Daarna draaien DJ Coos en DJ Marcel plaatjes, variërend  van de tune van LoveBoat (onbekend bij de jongere generatie uit Denemarken … arrgggh, we worden oud), Michael Jackson tot aan de Red Hot Chili Peppers. We houden een heuse sportieve spelletjesmiddag op een veldje verderop: boomtikkertje, stand-in-de-mand, trefbal en een potje voetbal. Iedereen doet mee, ondanks dat de meeste zeilerslijven niet meer gewend zijn te rennen en te sprinten (incl. ondergetekende). Maar, plezier hebben we wel. En als beloning hebben we een verkoelende “snowball” in het vooruitzicht.

Foto’s volgen later (vandaag). To be continued!




vrijdag 27 mei 2011

Waterpompworkshop en naaiatelier!

Woensdag is het waterpompdag. Na het ontbijt begint de waterpompworkshop. Op de kade wordt een werkplaats ingericht, compleet met oranje parasol voor wat plezierige schaduw. Onder leiding oog van diesel-specialist Patrick en met support van Marcel en Tom worden de waterpomp van onze stuurboordmotor en de reserve-waterpomp voorzien van nieuwe lagers. En hiermee is het euvel van het met moeite op gang komen van “uitgaand koelwater” bij het starten van deze motor verholpen. Tomas (van de Vela) kampt met een vergelijkbaar probleem, maar helaas kan hij voor een afdoende reparatie niet aan de benodigde onderdelen komen. Gelukkig weet Patrick voor Tomas een McGyver-oplossing en heeft hij ook weer een werkende waterpomp.

Tussen de bedrijven door bezoeken we de kapper; we kunnen straks keurig gekapt de oceaan over. Met mijn geknipte en geföhnde coupe zie ik er opeens meer uit als een eilandbewoner dan als een oceaanzeilster. ’s Middags gaan alle mannen op een veldje bij Fort Catherine vliegeren. Ik benut deze tijd om in de wifi-ruimte van de pizzeria ons logge weblog wat sneller te krijgen. Aan het einde middag belanden we met z’n allen op de kade en wordt er collectief chinees gehaald. De loempia’s zijn zalig en het is weer erg gezellig!

Voor de donderdagochtend staat er wederom een klus op de agenda: dit keer wordt de SeaMotions omgetoverd in een naai-atelier. Coos begint met het maken van aanritsbare ramen aan de achterkant van onze kuip. Straks varen we in koelere en nattere streken en dan is het lekker als we droog en uit de wind in de kuip kunnen zitten. Verder komen alle zeilen van de Vivente bij ons op het voordek: het grootzeil heeft een scheur en een losgetrokken leuver, de genua heeft een scheur en de bimini heeft een los stiksel. Bij de zeilmaker wordt materiaal aangeschaft en met onze portable SailRite wordt e.e.a. door Coos gerepareerd. Deze SailRite hebben wij ooit op een verloren zaterdagmiddag uit frustratie rondom de naaikwaliteiten van mijn Husqvarna-naaimachine via het internet in Engeland besteld. En van die impulsaankoop hebben wij nog geen moment spijt gehad; niet alleen heeft Coos onze “regentent” en de dinghy-cover hiermee zelf genaaid, maar ook hebben we menig mede-zeiler het gesjouw naar en de kosten van een professionele zeilmaker kunnen besparen.

Voor wat culturele en/of educatieve input gaan we ’s middags naar het Bermuda Underwater Exploration Institute in Hamilton. Dit is een geweldig interactief museum rondom het thema Bermuda en haar onderwaterwereld. Wist je dat:
-          Bermuda niet meer is dan een boven water liggende top van een enorme zeeberg?
-          Bermuda in vroeger dagen (1500 – 1600) Duivelseiland werd genoemd vanwege de vele riffen rondom het eiland waar menig galjoen schipbreuk op geleden heeft?
-          Bermuda noodgedwongen werd aangedaan door de SeaVenture, een schip met 100 Engelse avonturiers die op weg waren naar Virginia (USA) om daar een nederzetting te stichten. Een woeste orkaan blies hen naar “Duivelseiland” en aldaar aangekomen bleek het een eiland met vele mogelijkheden.
-          Bermuda het geboorte-eiland van Pocahontas is? Indianen zijn de oorspronkelijke bewoners.
-          Bermuda in 1999 voor het laatst getroffen is door een orkaan, Felix.
In het museum zien we ook een prachtige verzameling van de meest mooie, zeldzame, vreemde, grote en kleine schelpen. Deze zijn door de jaren heen verzameld door een Bermudiaan; eerst heeft hij alle verschillende soorten schelpen rondom Bermuda in kaart gebracht en daarna is hij doorgegaan met de rest van de wereld. Elke schelp is werkelijk een kunststuk op zich. Intrigerend dat vanuit een eitje een larv ontstaat wat na maanden rondzwemmen zich uiteindelijk op een zandbodem of steen vestigt om een slak met een hard schild, de schelp, te worden. De “onvolwassen” schelp heeft vanaf dag 1 zijn uiteindelijke vorm en groeit elke dag een stukje groter.
Met ons is er ook een handjevol cruiseboottoeristen. Het is opvallend hoe snel zij zich door het museum werken; als wij halverwege zijn, zijn de cruiseboottoeristen alweer klaar: seen it, done it, been there.

To be continued!

PS: de 1e foto’s van de oversteek naar Bermuda en St. George staan online!!



woensdag 25 mei 2011

St.Georges - Bermuda

Wat een gezelligheid in St. Georges – Bermuda! De eerste dagen na aankomst grutten we vooral in en om de boot. Het is zalig dat we langs de kade liggen en op elk gewenst moment van en aan boord kunnen stappen. Vooral voor de kinderen is het heerlijk dat ze, samen met Bram en Gijs, hun eigen gang kunnen gaan in de autovrije straatjes van Somers Wharf.

We eten ’s ochtends verjaardagstaart van Gijs aan boord van de Moonrise en doen ’s avonds de verjaardagsbbq van Gijs –bij ons aan boord. Er is een logeerpartijtje: Bram en Gijs blijven na de bbq gezellig slapen. Het is nog lang erg gezellig in Tico’s hut…..  De volgende ochtend, zondag, is er een pannenkoekenontbijt. En ’s middags vermaken we onszelf bij Tobacco Bay, een heerlijk strandje op loopafstand van St. Georges. Er wordt uiteindelijk maar er wordt maar kort gezwommen: “het water is hier zo koud” (de mannen zijn 26 graden gewend ipv 21 graden).
Rond borreltijd arriveert de Vivente (Patrick en Judith) na 8 dagen zeilen (of beter: motoren) vanuit de BVI’s. Na een kleine stoelendans komt de Vivente bij ons langszij met daarnaast de Vela. Judith en Patrick kunnen direct aanschuiven aan de borrel en eten een hapje met ons mee. Het wordt trouwens steeds voller in het boetje, want ook solo-zeiler Tom van de Tinto heeft de Hollandse hoek ontdekt en wurmt zich met zijn Wharram in een plekje voor de Moonrise. Op maandag gaan met de ferry naar Hamilton om –hopelijk- wat onderdelen voor de waterpomp te kopen: lagers en keerringen. Vanaf de ferryhalte is het nog best een stukje lopen en op enig moment lijken we verdwaald te zijn. Een meneer van de Renault-werkplaats wijst ons vervolgens niet alleen de weg, maar brengt ons zelfst met de auto naar het werfje waar Anfossi Marine zetelt (zo vriendelijk!). Helaas is meneer Anfossi er niet, maar niet getreurd, want dezelfde Renault-meneer geeft ons als vanzelfsprekend een slinger naar PW Marine. Ook hier geen geluk, maar deze vriendelijke mensen telefoneren voor ons naar Harrison Marine in Flats Village, ook een Yanmar-dealer, en deze heeft de onderdelen op voorraad. De Renault-meneer zet ons af bij het busstation en 5 minuten later zijn Coos en Tico onderweg. In de tussentijd gaan Sil en ik een beetje shoppen in Hamilton. Aan het einde van de middag gaan we met z’n allen met de bus weer terug naar St. Georges. En dan zijn we precies op tijd voor de borrel, dit keer aan boord van de Vivente. En even later worden we verwend met een heerlijke macaroni-schotel van Marcel. Als het 23.00 uur  is, haken wij af. De volgende ochtend horen we dat het feestje tot in de vroege uurtjes is doorgegaan en dat Judith (Vivente) en Marcel (Moonrise) uiteindelijk het spreekwoordelijke licht om 05.00 uur hebben uitgedaan (en toen werd het alweer bijna licht).

Aanvankelijk dachten we misschien een autootje te gaan huren op dit eiland, maar…dit eiland heeft geen huurauto’s. Er is nl. een limiet aan auto’s op het eiland. Per gezin mag er 1 auto gereden worden en aldus is het openbaar vervoer buitengewoon goed geregeld. Sowieso is alles erg netjes en georganiseerd op dit eiland. De daken van alle huizen zijn smetteloos wit; via de daken wordt nl. schoon regenwater opgevangen voor de drinkwatervoorziening van het eiland. En de tuinen en gazonnen zijn “english proof”; keurig netjes bijgehouden. De mensen zijn allervriendelijkst en willen graag een praatje met je maken of je anderszins op weg helpen. De levensstandaard op het eiland is hoog; over het algemeen heeft de Bermudiaan het goed. Dat moet ook wel want het is een prijzig eiland. Alle producten worden geïmporteerd en dat kost geld. En ze hebben vreemdsoortige belastingen. Zo wordt over elk etenswaardig, geïmporteerd product waar suiker in zit 10% belasting geheven?! En dit bovenop het feit dat de transportkosten ook al zijn doorgevoerd in de prijs. Een brood kost hier bijv. zo’n 5 dollar. Best een dure boterham, nietwaar?!

Gedurende de dagen is “het weer” het gesprek van de dag. We zijn allemaal weerkaartlezers geworden: hoge- en lagedrukgebieden hebben (bijna) geen geheimen meer voor ons. Zelfs ik weet en snap dat de wind van een hogedrukgebied met de klok mee draait en dat van een lagedrukgebied tegen de klok in. En dat daar waar de lijntjes (de gradienten) van zo’n drukgebied dichtbij elkaar liggen, er harde wind is.
Enfin, het beroemde “Azoren Hoog” ligt muurvast ten noorden van de Azoren. (ligt normaal – wat is normaal?- op de Azoren). Aan de onderkant van dit Azoren Hoog, precies op de noorderbreedte die je moet varen naar de Azoren, geeft dit oostenwind, oftewel pal tegen. Welnu, volgens de lange termijn voorspelling waait de wind de komende dagen (ca. 2 weken) uit het oosten en zit er nog een front ten noordoosten van Bermuda wat slecht weer brengt met harde wind. Oftewel, verre van ideale omstandigheden om aan de passage van 1800 mijl te beginnen. Er zijn verschillende boten, w.o. de Moonrise en de Teoula, die –om verschillende redenen- eigenlijk “moeten” vertrekken richting de Azoren. Gelukkig hebben wij (nog) geen tijdsdruk en vertrouwen we erop dat tegen de tijd dat wij aan vertrekken denken, de weersystemen weer genormaliseerd zijn en we een kunnen oversteken met een windje in de rug. Net als 10 jaar geleden met de Candide.

24 mei is het Bermuda Day op het eiland. Een soort van Koninginnedag maar dan anders. Ooit in het leven geroepen om verbroedering en saamhorigheid tussen de eilandbewoners te bevorderen. De festiviteiten vinden vooral in Hamilton plaats; in St. Georges hoeft waarschijnlijk niets te verbroederen. Voor ons wordt het wordt een easy-does-it dagje in en rond de boot en het strand; de kinderen van de SeaMotions en Moonrise verbroederen volop en ook de volwassenen hebben het als vanzelf gezellig met elkaar.

To be continued!


zaterdag 21 mei 2011

Aangekomen in Bermuda!

We zijn er!!
Afgelopen vrijdag op zaterdagnacht komen we om 03.00 uur lokale tijd aan in St. George/Bermuda. We leggen aan bij de Customs en kunnen –midden in de nacht- direct inklaren. De dienstdoende officier wenst op dit tijdstip ook de kinderen aan zijn balie te zien, maar tot zijn stomme verbazing weigert Coos dat permanent; onze engeltjes liggen tenslotte op een dergelijk middernachtelijk tijdstip in een overheerlijke slaap. Het wordt een vervelende, doch beleefde, discussie en uit onvermogen dreigt de officier de politie er bij te halen. Helaas voor de officier is Coos in het geheel niet onder de indruk. Om de patstelling te doorbreken nodigt Coos de officier aan boord uit om te kinderen te bekijken (controleren), maar daar gaat hij niet op in. Uiteindelijk loopt alles met een sisser af, slapen Tico en Sil gewoon lekker door en gaan wij na het invullen en stempelen van alle formulieren en het betalen van de inklaringskosten even verderop voor anker. We slapen nog een paar uurtjes, tot 08.00 uur en dan begint de dag weer. De kinderen verrassen ons met een gedekte ontbijttafel. Wat een verwennerij!

Na het ontbijt gaan we richting tankstation; na 1,5 dag non-stop motoren is dat wel nodig. En daarna herenigen we ons met de Moonrise die we sinds december 2010 niet meer gezien hebben (maar wel mee in contact zijn gebleven). Zij hebben voor ons een –gratis- ligplek langs de kade geregeld. Het is een geweldig gezellig weerzien, temeer daar het vandaag (21/5) ook de verjaardag van hun Gijs is. De kinderen vinden het fantastisch om elkaar weer te zien en hebben direct dikke pret met elkaar.


To be continued!

vrijdag 20 mei 2011

Op weg naar Bermuda - 4

19/5: we hebben de hele nacht gemotord, zijn geen enkel schip tegengekomen en hebben slechts gezelschap van de maan. De nachten zijn vochtig (83%) en als we tijdens de wacht buiten zitten, zitten we in ons zeilpak. Het merendeeel van de nachtwachten zitten we echter lekker binnen te doezelen op de bank of een filmpje te kijken. Het is voor het eerst sinds maanden dat we in bed ons dekbed weer over ons heen trekken.
Hardste wind: 13 knopen. Hoogste snelheid: 6,5 knoop. 2e 12 uur: 71 mijl
20/5: in de ochtend lijkt er een klein beetje wind te komen en we kunnen zelfs zeilen! Helaas zakt de wind na 2 uurtjes weer in en moet de motor bij. Coos bakt pannenkoeken voor het ontbijt.
Bij het dagelijkse controlerondje over de boot blijkt de radarreflector ((hoog in de verstaging) aan nog slechts 1 tiewrap (normaal 2) te slingeren ... We kunnen er op wachten dat die tiewrap het ook begeeft. Ja hoor, 5 minuten later klettert de reflector naar beneden. Een poging het spel uit de Honeymoonkwis "stokjes vangen" na te bootsen, mag niet baten. De reflector slaat kapot op het achterschip.
We doen school, we gooien de vislijnen uit (helaas zonder resultaat). We lezen een boek uit en we kijken nog maar eens uit over die immense plas water.
Het zeeleven bestaat deze dagen uit een verdwaalde meeuw in de lucht en volop "portugese oorlogsschepen" in het water; deze beroemde kwal, genoemd naar de galjoenen van vroeger, is een dodelijke kwal maar ziet er van boven heel onschuldig uit. Als een klein opgeblazen boterhamzakje dat op het water drijft: dit zakje (de kam) dient als zeil. Het gevaar van dit dier schuilt onder het water: de tentakels. De exemplaren die wij zien hebben nog weinig indrukwekkende giftige slierten, maar de tentakels schijnen wel 50 meter lang te kunnen worden. Daar wil je niet mee in aanraking komen.
We hebben nog zo'n 40 mijl te gaan en verwachten in de nacht St. George/Bermuda aan te lopen.
Hardste wind: 15 knopen. Hoogste snelheid: 6,5 knoop. 1e 12 uur: 70 mijl

donderdag 19 mei 2011

Op weg naar Bermuda - 3

18/5: gedurende de avond en de nacht gaat de motor af en aan bij, maar het merendeel van de donkere uren kunnen we gelukkig zeilen alhoewel het wel iets minder snel gaat als de dagen hiervoor. De zee is rustig en de uren kabbelen voorbij zonder noemenswaardige bijzonderheden.
Hardste wind: 18 knopen. Hoogste snelheid: 10 knopen. 2e 12 uur: 77 mijl.
19/5: overdag hebben we gemiddeld 15 knopen halve wind en het is aangenaam zeilen over een gladde oceaan.Dag 3 begint iedereen een beetje te leven en is het net de Hobbyfarm aan boord. Tico en Sil slaan aan het knutselen; diverse modellen papieren vliegtuigjes worden gevouwen en getest. Zelf ga ik aan het alternatief papier mache-en (sorry, leestekens doen het niet) rondom een ballon: zonder behangsellijm en kranten is dat nog een hele uitdaging. Met prittstift, tekenpapier en water blijkt het knap lastig en het is vooralsnog onduidelijk of ik over een geslaagd of mislukt project kan spreken.
Tegen de avond is er nog slechts een zuchtje wind vanuit oost-zuidoost. We rollen de gennaker in, trekken de fok erbij en motorzeilen in noordoostelijke richting. Nog zo'n 185 mijl te gaan.
Hardste wind: 16 knopen. Hoogste snelheid: 8 knopen. 1e 12 uur 78 mijl

dinsdag 17 mei 2011

Op weg naar Bermuda - 2

17/5: We zijn actief aan het zeilen. Oftewel, het optimale uit de boot halen zonder de factor "comfortabel" uit het oog te verliezen. Dat betekent de zeilvoering aanpassen aan de omstandigheden. De vuiligheid lijkt uit de lucht; we zien geen onheilspellende donderwolken meer en dat maakt het allemaal een stuk relaxter. We zeilen heerlijk snel en schieten geweldig op.

Hardste wind: 24 knopen. Hoogste snelheid: 11 knopen. 1e 12 uur: 100 mijl, 2e 12 uur 86 mijl !

18/5: De trend zet zich voort; ook vandaag gaat de gennaker uit (en soms weer in). Door al dat draaien aan de lieren en trekken aan de schoten, worden de bi- en triceps goed aan het werk gezet.

Tico zien we nauwelijks; hij is onder gedoken met een luisterboek, Harry Potter deel 7 (23,1 uur luisterplezier). Sil leest voor uit het haaienboek; hij kan zo een spreekbeurt houden over het leven in de oceaan. Ook maken we een begin met een 3Dpuzzel van 500 stukjes.
Rond etenstijd kakt de wind in en gaat er 1x 29pk Yanmar aan.

Hardste wind: 20 knopen. Hoogste snelheid: 11 knopen. 1e 12 uur 90 mijl.

Op weg naar Bermuda - 1

16/5: om 08.00 uur gaan we anker op bij Spanish Wells/Eleuthera.En de eerste 12 uur zijn direct "inspannende" zeiluren. We moeten veel zeilwisselingen doen als gevolg van squalls die overkomen of dreigen over te komen. En deze squalls hebben alles in zich: regen, wind, donder en bliksem. En vooral dat laatste maakt het een beetje spooky en ronduit eng. We proberen de wolken te lezen en zo in te schatten of er "vuiligheid" in zit, en of het voor of achterlangs gaat. En opeens, uit het niets, zien we een windhoos: een lange slurf wolk uit een grote wolk die zich een weg naar beneden slingert en water opzuigt. Wat een fenomeen! Gelukkig blijft het op ruime afstand van ons. Tegen de avond valt de wind helemaal weg en dat blijft de hele nacht zo. We motoren op 1 motor met 5 knopen door de nacht. De klotszee van overdag is veranderd in een gladde zeespiegel. Dat brengt een beetje rust aan boord. 's Avonds en 's nachts is het qua donder en bliksem wel weer raak: in een front oosten ten van ons onweert en bliksemt het dat het een lieve lust is. Het ziet er prachtig uit als de hemel verlicht wordt en de bliksemschichten zich een weg naar zee zoeken, maar de show mag voor mij na 5 minuten wel stoppen. Ik word er bloednerveus van ook al is het mijlenver weg en komt het niet onze kant op. Uit voorzorg liggen navigatienetbook en -laptop, iPhone en satelliettelefoon af en aan in de oven, onze kooi van Faraday.
Hardste wind: 35 knopen. Hoogste snelheid: 16,5 knoop. 1e 12 uur: 83 mijl afgelegd. 2e 12 uur: 73 mijl
17/5: na een windstille en relatief heldere nacht begint de dinsdagochtend met dikke donkergrijze wolken. De wind trekt behoorlijk aan en met dubbelgereefd grootzeil en een gereefde fok gaan we nog steeds met 10 knopen door het water. We hebben onze zeilpakken tevoorschijn gehaald. De barometer schiet binnen een half uur van 1008 naar 1009 en weer terug. De enorm snelle wisselingen in barometerdruk duiden op onstabiliteit in de lucht. Gevolg: wolkenopbouw, zware squalls met wind.
De kinderen passen zich aan aan de omstandigheden; ze DS-en zich door de ochtend en hangen 's middags met een luisterboek op de iPod op de bank. Coos en ik zetten ons wachtschema na een eerste brakke nacht overdag voort; om beurten doen we hazenslaapjes.
Hardste wind: 35 knopen. Hoogste snelheid: 12,2 knopen. 1e 12 uur: volgt morgen!

maandag 16 mei 2011

Rose Island -Spanish Wells/Eleuthera

Op zaterdagmiddag gaan we voor anker bij Rose Island, zo'n 6 mijl bij Nassau vandaan. Volgens de pilot gaat heel Nassau in het weekend naar dit eilandje. Welnu, niet dit weekend, want we liggen met slechts 3 andere catamarans en nog 3 motorboten voor anker.
We maken nog 1x gebruik van het aangename en heldere Bahamiaanse water en ontdoen het onderwaterschip van zijn beginnende baardje. Normaal een klus die Coos alleen klaart, maar deze keer krijgt hij hulp van Tico en mij. De waterlijn wordt ook direct schoongemaakt; alle zwarte, teerachtige olievlekken worden verwijderd. We kunnen schoon naar Bermuda.
Op het strandje verderop willen we nog even het zand onder onze voeten voelen. Helaas dreigt een druk keffend ADHD-hondje dit plezier te gaan vergallen. Tico, zeer angstig voor honden sinds de hondenaanval op Tobago, weigert uit het bijbootje te komen als dat "rotbeest" niet verdwijnt. Maar ja, dat rotbeest verdwijnt niet; zijn eigenaren staan relaxed in dijbeendiep water conches schoon te maken. Het hondje is een zenuwpees en een lafbek; een keer BOE roepen en zijn hart houdt op met kloppen. Awel, dat wil ik niet op mijn geweten hebben. We negeren het beest simpelweg en al snel is hij niet meer in ons geinteresseerd. Na 10 minuten kan ik Tico overhalen om aan land te komen en raken we zelfs aan het beachtennissen. Het hondje toont nog immer geen belangstelling voor ons; hij krijgt veel meer aandacht bij de BYOB-borrel die om 5 uur begint lijkt te beginnen. Uit verschillende motorbootjes stromen mensen die vervolgens in het water neerzijgen met hun eigen gekoelde drankje en meesmikkelen met een vers bereide conch salade.
Zondagochtend gaan we richting Spanish Wells / Eleuthera, onze laatste ankerplaats van de Bahamas alvorens we naar Bermuda vertrekken. Spanish Wells heet zo omdat in vroeger dagen de Spaanse galjoenschepen hier aanlegden om, alvorens de reis naar het thuisland te aanvaarden, nog 1x vers water in te nemen. In de 17e eeuw streken avonturiers (loyalisten) vanuit Schotland en Amerika neer op Eleuthera, op zoek naar een nieuwe start en godsdienstvrijheid. Een groot deel van de huidige bevolking zijn raszuivere nazaten van deze eerste bewoners. De gemeenschap is geheel selfsupporting en voorziet in zijn levensonderhoud door de lobstervisserij. 70% van de jaarlijkse lobstervangst wordt gevangen door de vissers van Spanish Wells. Het lobsterseizoen loopt van 1 augustus tot en met 31 maart; daarna hebben ze de zomer de tijd om hun grote vissersschepen te onderhouden op een eigen werf met droogdok. Het dorpje is een soort Urk/ Staphorst in de Bahamas. Denk aan bible belt, zwarte kousen gemeenschap en blauwe knoop onder de zon. De Spanish Wells mensen zijn zwaar gelovig, op zondag is alles gesloten, op het gehele eiland wordt geen sterke drank verkocht en 90% is blank en voelt zich superieur t.o.v. de zwarte medemens. Ze hebben een sterk onafhankelijksheidsgevoel. Zo heeft "de gemeenschap" 40 jaar geleden een electriciteitscentrale gebouwd als reactie op een overheid die nalatig bleef nadat de oude centrale door blikseminslag verwoest was.
Wij liggen voor anker in de passage richting Devils Backbone Passage. Als we terugkomen van een wandeling door het dorp (nauwelijks mensen op straat totdat de kerk leegstroomde ...), hebben we buren gekregen. De Teoula ligt naast ons. Zij gaan ook richting Bermuda, tenzij de wind zo gunstig is dat ze rechtstreeks naar de Azoren kunnen zeilen.

zaterdag 14 mei 2011

Nassau (vervolg)

Vrijdag de 13e moeten we om 11.00 uur Marina Atlantis verlaten. Voor die tijd laten we nog 2 wasmachines van de marina voor ons draaien en spuit Coos de boot schoon. We gaan terug naar de ankerplaats voor Nassau Yacht Club. We willen eigenlijk wel de shortcut nemen, te weten onder de 2 bruggen door in plaats van een tochtje om Paradise Island heen (scheelt een uurtje). Via een check bij Harbour Control vernemen we dat beide bruggen (de oude en de nieuwe) 70 ft hoog zijn bij hoog water en 71 ft bij laag water. Uhhhmmm, hoeveel meter is 1 ft? Dat moeten we eerst maar even nazoeken: 1 ft = 0,3048 mtr. Dus de bruggen zijn 21,33mtr (bij hoog water) resp. 21,6 mtr (bij laag water). Onze mast is 21 meter hoog. En rond 11.30 uur is het laag water. Dat moet dus net lukken…. Tergend traag schuiven we richting de nieuwe brug en voor zover we het van onderen goed kunnen inschatten, gaat dit met ongeveer 1 meter speling lukken. 100 Meter verder komen we bij de oude brug. Wederom gaan we heel langzaam. Potverdorie, deze brug is lager! Ook voor oude bruggen geldt blijkbaar de wet van de zwaartekracht. Heel langzaam en voorzichtig schuiven we er onder…, we houden onze adem in… Past het of past het niet? Jawel, maar met slechts een klein beetje ruimte boven de marifoonantenne varen we onder de oude brug door. We halen weer adem en even later laten we ons anker vallen.

 

’s Middags lopen we van East Bay Street naar West Bay Street; de drukke straat laat houten panden zien die in vroeger dagen heel mooi moeten zijn geweest maar nu op instorten staan. Tussen en onder de bruggen zien we krotjes van huisjes en winkeltjes, een plek van de vissers en de armere lokale bevolking. We passeren lege winkelpanden en komen uiteindelijk uit bij de winkelzone voor de cruiseboottoeristen. We komen in een volstrekt andere wereld terecht, eentje boordevol grote juwelierszaken, Gucci en Versace-winkels en marktstalletjes met goedkope Bahama –tshirts. Hier houden we het snel voor gezien en we nemen een taxi terug naar City Market, de supermarkt waar we de laatste boodschappen voor de oversteek naar doen.

 

Want, zoals het zich nu laat aanzien, gaan we maandag 16/5 vertrekken richting Bermuda: 800 mijl nonstop varen en we gaan uit van zo’n 6-7 dagen op zee. Vandaag, 14/5, vervangt Coos op de valreep nog de impeller en keerring van de stuurboordwaterpomp. En als die klus geklaard is, gaan we anker op en varen we naar Rose Island (vlakbij Nassau), danwel naar Royal Island (bij Spanish Wells/Eleuthera). Waar we uiteindelijk uitkomen, hangt een beetje van de wind af.

 

PS: het is helaas niet gelukt om de laatste foto’s op het weblog te zetten; de wifi-verbinding is te traag.

vrijdag 13 mei 2011

Nassau (New Providence)

Vanaf Norman’s Cay varen we woensdag (11/5) naar de hoofdstad van de Bahamas: Nassau op het eiland New Providence. De stad Nassau neemt ongeveer het gehele eiland in beslag en het is voor het eerst sinds weken dat we hoogbouw als skyline zien. Vooral de torens van het hotelcomplex Atlantis zijn al van verre zichtbaar. We koersen aan op de oost-ingang, melden ons keurig via VHF 16 bij Harbour Control en varen door naar de ankerplaats voor Nassau Yacht Harbour. Volgens de pilot is het in Nassau lastig ankeren in verband met stroom (eb en vloedstroom) en slechte ankergrond. We kiezen een vrije plaats zodat we voldoende ruimte hebben om alle kanten op te draaien. Het anker houdt een eerste keer direct goed; voor alle zekerheid geeft Coos nog een extra dot gas in z’n achteruit, en ook dan blijven we muurvast liggen.
Een half uur later parkeert een ons bekende Outremer 45, de Teoula, naast ons en in de marina gaan we nog even gedag zeggen bij nog weer een andere Outremer 45, de TuVaOu. Het is een leuk weerzien met deze Belgische zeilvrienden. Beide boten gaan –al dan niet via een stop in Bermuda- naar de Azoren en dan door naar Zuid-Frankrijk. En van beide boten vaart moeder met kinderen niet mee terug… Een opvallend verschijnsel, want inmiddels hebben we meer boten ontmoet waarbij vrouw en kinderen terugvliegen in plaats van varen dan boten waarop het hele gezin “samen uit en thuis” gaat.

Donderdag 12 mei is een spannende dag! ’s Ochtends vroeg gaan we ankerop en varen we om Paradise Island heen, een langgerekt schiereiland aan de noordoostkant van New Providence. Onze bestemming is namelijk de marina van hotelcomplex Atlantis! Een megalomaan complex waarvan het “zusje” in Dubai staat. Als geld geen rol speelt, vind je hier alles wat het leven aangenaam maakt: spa, tennis, bioscoop, theater, teen disco, shopping, starbucks, 20 restaurants, casino, golfbaan, strand, pottenbakken en ga zo maar door. De kamerprijzen in het hotel (ca. 5 – 6 gebouwen) varieren van 300 tot 25000 dollar (ja, 3 nullen!) per nacht. In de marina zijn we de kleinste boot en er ligt slechts 1 andere catamaran. De overige boten zijn de meest luxueuze motoryachts.

De slip in de marina is niet goedkoop, maar wat ze ons eerst wilden verkopen voor 7 dollar per ft hebben we uiteindelijk voor 4,50 per ft “gekregen” (onze boot meet 45ft). Het blijft een bak met geld, maar … er is een reden waarom we dat voor 1x wel wilden uitgeven. Dit complex beschikt over het grootste waterpark in de hele Carieb!! 26 Zwembaden en ongeveer even zo veel glijbanen. En die glijbanen hebben bemoedigende namen, zoals “the Surge, the Fall, the Abyss, the Serpent, the Jungle” … De kinderen zijn helemaal opgewonden bij wat hun te wachten staat. Sil vindt het maar onzin als we –nadat we om 08.30 uur de boot hebben aangelegd- eerst nog gaan ontbijten in plaats van direct naar het waterparadijs. Uiteindelijk gaan we om 10.30 uur op pad.
Met een plattegrond in de hand wandelen we via Marina Village en luxe hotellobby’s door aquariumtunnels met roggen, hamerhaai, zaagvis, groupers, barracuda’s, naar het waterpark. Vervolgens vergapen we ons de rest van de dag aan al het mogelijke waterplezier. The Current, op/in grote opblaasbanden gezeten laten we ons 1 mijl met de stroom meevoeren, soms relaxed langzaam en soms via een woeste waterpartij met grote golven. We kijken naar de Leap of Faith, een glijbaan die bijna loodrecht naar beneden gaat en je vervolgens via een tunnel door het haaienbassin schiet (iets te eng voor ons Keijsers). We gaan –weer met zo’n opblaasband- in The Serpent Slide, een slingerende, snelle en soms donkere tube door om daarna in een rustige tunnel in datzelfde haaienbassin uit te komen. Tico en Coos wagen zich aan the Jungle Slide en the Challenger. Zij doen in een middag uiteindelijk alle mogelijke glijbanen en wildwaterrivieren (behalve de Leap of Faith).
Sil is net een paar inch te klein om deze adrenaline-verhogende dingen te mogen doen. Daar is ie wel even teleurgesteld over, maar die teleurstelling duurt gelukkig niet lang, want voor hem vinden we ook een leuke glijbaan en speeltuin. Ik ben solidair met Sil en laat de spannendste glijbanen en “rapid rivers” aan mij voorbij gaan (vind ik helemaal niet erg). Ik vermaak me met mensen kijken. Een bont gezelschap van vakantiegangers trekt aan mij voorbij: dik, dun, groot, klein, nepborsten, nepnagels, slap vel, afgetrainde lijven, lijven met tattoo’s op de meest vreemde plekken, oude mannen met jonge vrouwen en jonge kinderen, jonge –verliefde- stellen, bejaarde koppels, wit, gebruind. De grootste gemene deler onder deze vakantievierders is dat minstens 95% blank is (3% indiaas, 1% moslim incl. allesbedekkende burkini en 1% negroïde).
Het personeel daarentegen –en zo’n hotelcomplex verschaft heel veel werkgelegenheid- is 100% zwart.

Aan het einde van de middag zijn we er wel klaar mee en lopen we via the Royal Towers en het casino richting Marina Village. Die Royal Towers zijn een bezienswaardigheid op zich: zo sjiek, zo luxe, zo groot, zo verzorgd, alles is zo overweldigend groots. En het casino staat vol met eenarmige bandieten, pokertafels, blackjackspeeltafels en ik weet niet wat nog meer. We kijken onze ogen uit. Bij de winkels kan ik er niet om heen om hier een leuk (roze) shirt voor mijzelf te kopen wat me altijd aan deze dag zal herinneren: want groots en hip prijkt op de voorkant de naam en plaats van dit hotel.

’s Avonds eten we in een Amerikaanse dining. We zitten in zo’n half ronde skylederen bank en eten heel “typisch Amerikaans” voedsel: een hotdog voor Sil, een hamburger voor Tico en Coos en ik delen een maaltijdsalade. Daarna stort Sil echt in (en hij keek al sinds het verlaten van het waterpark met rode, vermoeide ogen de wereld in). Als Sil en ik terug gaan naar de boot, gaan Coos en Tico nog “even” op zoek naar de GameRoom …. Die vinden ze uiteindelijk ook: ze racen in auto’s en op motoren, ze doen wat aan air-hockey, ze gluren met een mengeling van gevoelens naar de schietspelletjes (schieten is slecht, maar stiekem misschien wel heel spannend?!) en komen rond half 11 bekaf weer aan boord. Om 23.00 uur zijn de lichten uit aan boord van SeaMotions en beleven we alle vier deze “experience” nog eens in onze dromen. Want dat is wel wat het was in Atlantis: een experience!

woensdag 11 mei 2011

Normans Cay

Op dinsdag (10/5) gaan we weer een stukje verder, op weg naar Norman's Cay. Er is te weinig wind om te zeilen en dus doen 2x29pk Yanmar-motoren het werk.
Coos en Tico bespreken welk aas aan de vishengels gaat en gooien vervolgens de lijnen uit. Aan Coos' lijn een Yo-zuri-kunstvisje met driehaak en aan Tico's lijn een inktvisje met driehaak. Binnen het uur ratelt Coos' lijn: een dikke barracuda .... helaas.... want dat levert ons geen vismaaltje op. We eten geen barracuda. Enerzijds vanwege het risico op ciguaterra, een bacterie waar je heel ziek van wordt als je 'm via een besmette vis binnen krijgt. En anderzijds omdat het gewoon niet zo'n hele lekkere vis is. We gooien 'm terug, maar ... hoe gaat Coos de haak er uit halen? De truc met het dweiltje over de ogen helpt om de vis enigszins rustig te houden op het achterdek, maar deze vis heeft de haak diep achter in zijn keel en daardoor de kunstvis midden in zijn bek, een bek boordevol hele scherpe tanden. Voordat Coos iets kan doen met een tangetje, protesteert de vis met een schuddend lijf en op dat moment wordt de vislijn doorgesneden door zo'n scherpe tand. We zien de vis met open bek, met de Yo-zuri erin in het water verdwijnen. Arm beest, want een lang leven zal hij met al die haken en nepvisje in zijn bek niet beschoren zijn. Coos en Tico balen echter veel meer van het feit dat die mooie haak met hun dure geluksYo-zuri weg is (hoezo geluksYo-zuri?). Och, het is maar goed dat Marianne Thieme/Partij voor de Dieren niet bij ons aan boord is: zij zou dit ten zeerste afkeuren; vissen hebben ook gevoel. En het visavontuur is nog niet afgelopen, want 5 minuten later ratelt Tico's lijn. En ook hier hangt een grote barracuda aan. Gelukkig is deze vis iets fortuinlijker; hij gaat met slechts een uitgescheurde lip terug in de zee.
Norman's Cay was in de jaren '70 berucht vanwege overactieve drugssmokkelaars. Deze boeven hadden zich het eiland, inclusief de airstrip, toegeëigend. Onwetende yachties die per ongeluk te dichtbij het eiland kwamen, werden met waarschuwingsschoten de stuipen op het lijf gejaagd. En als dat niet voldoende was, werd er gericht geschoten. Uiteindelijk heeft Amerika de smokkelbende kunnen ontmantelen. Norman's Cay werd -vanwege de airstrip- een praktisch eiland om toeristen via een tussenstop naar resorts op omliggende cays te kunnen brengen. En het werd een geliefd eiland voor rustzoekers; er is hier slechts 1 mini-resort, te weten Mc Duff's met 4 cottages. Hoewel er al jaren plannen zijn voor grootschalige resort-ontwikkeling, is er vooralsnog (nog) niets van de grond gekomen.
Enfin, wij liggen voor anker bij Norman's Bay, zuid van Skipjack Point en gaan we met de dinghy naar Norman's Cay Southern Anchorage om te snorkelen bij de restanten van een in 1977 neergestort vliegtuigje. Een verhaal over een neergestort smokkelvliegtuig vol met drugs zou het natuurlijk goed doen, maar de eerlijkheid gebiedt ons te zeggen dat het simpelweg een vliegtuigje met keukenapparatuur was, bestemd voor een huiseigenaar op het noordelijk deel van Norman's Cay.
Het is heel bijzonder om rondom de resten van een vliegtuigje te snorkelen; het ligt in zulk ondiep water dat we gewoon op de vleugels kunnen staan. Jong koraal neemt bezit van het karkas en vissen houden zich schuil in gaten, hoeken en kieren. Ook weer door het free-diven zien we vissen die we alleen snorkelend niet gezien zouden hebben.
We gaan wat drinken bij Mc Duff's; helaas zijn ze gesloten tussen 3 en 5 maar eigenaar Stefan nodigt ons binnen uit, vertelt zijn verhalen over de Bahamas en trakteert ons op cola en 7-up.
En nu zijn Coos en Sil bezig met het maken van pizza. Heerlijk!!
PS: Internet en gsm-ontvangst is wat lastig bij deze bijna verlaten cays. Mc Duff op Norman's Cay heeft geen wifi meer vanwege recente blikseminslag. De updates voor ons weblog kunnen we via onze ssb (single side band) geplaatst krijgen, maar voor emails of reacties lezen (en sturen) hebben we echt internet nodig. Laat dit je niet weerhouden ons een email of reactie te sturen; het is altijd heel leuk voor ons om deze berichtjes later te lezen.

Big Major Spot - Staniel Cay

De ochtend na mijn verjaardag spenderen we met de kinderen van de "hundertWasser" op een prachtige strand. De cruising community heeft het strand gefaciliteerd met overjarige camping- en strandstoelen, er is een tafel getimmerd, een vuurplaats met bankjes gemaakt en er is een boomtak waar je met bijgeleverd zakmes je naam in kunt kerven.
Rond het middaguur nemen we dit keer echt afscheid van de Duitsers; de Mueller-Peters gaan via de Berry Islands naar Fort Lauderdale/Florida.
Na het uitzwaaien gaan wij naar de meest beschreven bezienswaardigheid van Big Majors Spot: zwemmende varkens!! Deze varkens leven hier in het wild en zijn gewend door cruisers/toeristen vanuit dinghy's/motorbootjes gevoerd te worden.
Als we aan komen varen, zien we aanvankelijk een leeg strand. Maar als we iets dichterbij komen, komen er toch wat roze gevallen tevoorschijn uit de struiken. En dat zijn geen kleine jongens! We lokken ze met wat brood en het grootste exemplaar van het gezelschap duikt in het water en komt naar ons toe zwemmen. Hij (zij?) is behoorlijk brutaal, want als het brood niet snel genoeg naar zijn zin gegeven wordt, klimt ie haast bij ons in de boot. We laten hem een forse work-out doen in het water; hij moet wel "werken" voor zijn hapjes. Een bizarre ervaring om in de paradijselijke Bahamas naar in zee zwemmende varkens te kijken, maar wel een hele leuke. Vooral voor Tico en Sil. Naast varkens in het water, zien we ook veel lange, dunne gepen rond de boot; zij doen zich tegoed aan de kruimeltjes die het varken niet eet.
's Middags gaan we ankerop en verhuizen we onszelf naar de ankerbaai voor Staniel Cay. We gaan een echte Amerikaanse hamburger lunchen bij de Staniel Cay Yacht Club en kijken ondertussen naar een spannende basketball-wedstrijd. Na onze lunch komen de sportvisboten net terug met hun vangst van de dag. Een hele berg groupers wordt bij de "fish bench" gestort om even later professioneel gevild te worden. In de berg vissen ligt ook de beruchte lionfish, de terminator van de koraalvissen. In het echt is deze vis niet eens zo heel groot, zo'n 30cm in lengte?! Enfin, de lokale verpleegsterhaaien en roggen hebben een ingebouwd horloge en verzamelen zich ook bij de "fish bench". Zij doen zich tegoed aan het "snij-verlies".
Tot slot op deze zondag staat het snorkelen in de beroemde Thunderball Cave op het programma. Deze cave is beroemd omdat hier diverse scenes zijn opgenomen voor de James Bond film uit de 70's "Thunderball". Het woord "cave" zegt het al: we gaan snorkelen in een grot. Bij laag water kun je snorkelend naar binnen, bij hoog water moet je een stukje duiken en onder water zwemmen om binnen te komen. De cave heeft in het plafond diverse gaten waar het zonlicht prachtig door heen valt en er een schitterend schijnsel onder water ontstaat. In de cave barst het van de tropische vissen. In plastic zakjes hebben we wat restjes gekookte rijst meegenomen om de vissen te voeren. Voor we het weten, zijn we omringd door heel veel -brutale- kleurrijke kleine en grotere vissen. De kinderen zijn hun opwinding nauwelijks de baas zo fantastisch en spannend tegelijk vinden ze het. Op enig moment denken de vissen dat Coos het hapje van de week is en eentje bijt hem in zijn rug. Zelf vind ik het kelkkoraal heel erg mooi: het zijn net grote vazen welke in het zonlicht parelmoer-lilapaars kleuren en versierd zijn met glittertjes.
We gaan een stukje verderop ook nog even snorkelen en daar zien we voor een eerste keer een heuse lionfish zwemmen. Om te zien een prachtige, sierlijke vis die met uitgewaaierde vleugels door het water zweeft. Zo'n mooi dier en toch zo vernietigend. In deze omgeving houden ze per kwartaal "lionfish tournaments": viswedstrijden waarbij prijzen te winnen zijn voor wie die de meeste lionfish vangt en voor wie de grootste vangt. Een mooi initiatief om een bijdrage te leveren aan het bestrijden van deze "terminator".
Als we hier snorkelen, hebben we ook onze 1e ervaring met zwemmen terwijl er ook een verpleegsterhaai rondcirkelt.... Gelukkig niet zo'n grote en het beest is tot mijn geruststelling in het geheel niet geinteresseerd in ons.
's Avonds, als de zon onder is en de maan zijn licht laat schijnen, is het water zo glad als olie en de boot ligt helemaal stil. We wanen ons op het vaste land. Buiten is het oorverdovend stil. Het is hier zo prachtig!

dinsdag 10 mei 2011

Warderick Wells

Maandagochtend gaan we richting Warderick Wells, the Exuma Cays Land and Sea Park: 176 nm2 beschermd subtropisch water met volop koraalrif en visbroedgebieden. Je kunt hier aan een mooring liggen en als mooringgast kun je internetminuten kopen. Als je kiest om achter eigen anker te gaan liggen, ben je verplicht buiten het mooringveld te gaan liggen en kun je geen internetminuten kopen. Wij kiezen voor eigen anker, varen met de dinghy dan gewoon een stukje verder naar het "hoofdkantoor"van het park en doen het zonder internet. Van een vooral efficiente (en daardoor iets minder vriendelijke?) mevrouw achter het bureau krijgen we wat informatiemateriaal mee rondom wandelingen, snorkel- en duikplekken. En zo'n park betekent volop regels en voorwaarden, do's en don'ts. "Niet buiten de aangegeven paden wandelen, huisdieren niet op de wandelpaden, niets meenemen van het eiland (schelpen, stenen, planten), geen dieren voeren, geen vuilnis achterlaten, niet vissen", etc. Na alle ongecultiveerde weken in de Bahamas is de in onze ogen mogelijk wat "overgeorganiseerde" (gecultiveerde) aanpak wat wennen...
Wij gaan snorkelen bij Emerald Rock, een prachtig stukje onbeschadigd koraalrif en boordevol vissen. We zien een Nassau grouper, koffervissen, kleurige koraalvissen, anemonen én we zien -voor het eerst!- grote lobsters!! Helaas, omdat het een park is, mogen de mannen ze niet schieten met de harpoen. Dat is wel even frustrerend voor mijn "jagers". Overigens, om deze lobsters te zien, moeten we wel "free diven": met snorkel op adem inhouden en diep onder water duiken. Coos, Tico en ook onze kleine (grote) Sil zijn hier al heel bedreven in. Coos duikt zo naar 8-9 meter, Tico haalt met gemak 5 meter en onze Sil gaat zonder al teveel moeite naar 3 meter diep. Alleen ik vind dit een beetje eng ... Met wat instructies van Tico doe ik een eerste poging. Welnu, mijn hoofd gaat onder water en mijn voeten met flippers spartelen vooral boven het wateroppervlak. En als ik dan weer met het hoofd boven kom, heb ik zeewater in mijn keel gekregen. Hoe dat komt? Geen idee, waarschijnlijk via mijn neus een laagje water in mijn snorkelbril ingeademd. De volgende pogingen onderneem ik samen met Coos. Liefdevol (?), maar vooral resoluut duwt hij mij een fors eind onder water ... pfff.... na 1 meter diepte voel ik mijn oren al. Na nog een paar keer oefenen krijg ik de slag te pakken en duik ik zelfstandig onder water. Wauw, door dit free-diven krijgt snorkelen een geheel andere dimensie! Dat had ik eerder moeten ontdekken!
Onze dag is een doorlopende aquarium-ervaring, want als we terug op de boot zijn, krijgen we het volgende speciale dier langszij te zien. Een dier waar Coos en ik het bestaan niet van wisten, want wij denken dat we een haai zien. Volgens Tico is het iets anders, namelijk een "shark sucker" (echeneis naucrates), een "tafelgenoot" van de haai of andere grote roofvissen (ze eten uit dezelfde ruif). De shark sucker heeft een zuignap op zijn hoofd (ja, echt!). En met die zuignap plakt hij zich onderaan de buik van de haai vast en daarmee is de haai een taxi-chauffeur geworden.
We eten op tijd, want we willen voor zonsondergang de "hike" naar Boo Boo Hill maken, de hoogste heuvel van dit eilandje. Die "hike" is trouwens niet heel intensief, slechts 11 minuten enkele reis. Via het strand lopen we naar een soort "slufter" (denk aan de Slufter op Texel). Informatieborden vertellen ons over het ontstaan van de Bahamas: in de ijstijd lag hier heel veel land droog, maar door het smelten van het ijs, is het waterpeil gestegen en is veel land onder water gelopen (de beroemde Bahama Bank, Caicos Bank etc.). Een rits aan wat hogere zandduinen bleef boven water uitsteken en met de jaren (miljoenen jaren) zijn deze zandduinen uitgegroeid tot kleine eilandjes waar planten, struiken en bomen op zijn gaan groeien. In de jaren na de slavernij zijn op heel veel eilanden alle bomen gekapt voor de handel. Kale, zanderige eilanden waar nauwelijks leven mogelijk was, resteerden. Inmiddels zie je op veel eilandjes gelukkig weer lage struiken en kleine palmboompjes. De natuur herstelt zich, maar neemt hier wel de tijd voor.
Op Warderick Wells, op weg naar Boo Boo Hill zien we nog een bijzonder Bahamiaans dier, een dier wat met uitsterven bedreigd schijnt: de hutia. De hutia is een soort grote marmot die ook wel wat weg heeft van een flinke rat. We zijn heel enthousiast dat we óók dit dier gespot hebben en doen ons best het beestje vast te leggen op de gevoelige plaat. Op de terugweg, in het schemerdonker, struikelen we haast over de hutia's. Het komt op ons niet echt over als een bedreigde diersoort...
Op Boo Boo Hill hebben we een prachtig 360 graden uitzicht over de cays en de zonsondergang completeert het idyllische beeld. Wat verder bijzonder aan Boo Boo Hill is, is het achterlaten van je scheepsnaam op een stuk driftwood. En al die stukken hout met al die bootnamen liggen boven op een grote stapel op Boo Boo Hill. Sommige boten hebben er een waar kunstwerk van gemaakt met schelpen, touw en kleur waar anderen volstaan met het simpel met viltstift schrijven van de naam op een tak. De herfststormen (orkanen) blazen de stapel jaarlijks weg en kan een nieuwe jaargang opgebouwd worden.
Als we met de dinghy terugvaren naar de boot is het windstil, het water spiegelglad en horen we nauwelijks geluiden. Wat zullen we weer lekker slapen!

zondag 8 mei 2011

Nieuwe foto's online!

De foto's van het kampvuur op Conception Island, het beach-volleyballen op Stocking Island, the pink iguana en de Bahamian Birthday Babe staan nu online. Zie het rechterkader! Veel kijkplezier.

zaterdag 7 mei 2011

Bahamian Birthday Babe

Yes, that’s me!!

Op zaterdag 7 mei 2011 vier ik mijn verjaardag in de Bahama’s, waarschijnlijk een “once in a lifetime experience”! ’s Ochtends word ik verwend met een guirlande van zelfgemaakte slingers, een feestmuts, een verjaardagslied, dikke knuffels en kussen en … kadootjes. En wat voor kadootjes! Van Sil krijg ik een door hem zelf gladgeschuurde kokosnootbakje welke hij samen met Coos heeft versierd met zelfgevonden schelpen. De kokosnoot kan opgehangen worden en is bedoeld om nieuw gevonden schelpen in te bewaren. Ook krijg ik een kettinkje met een schelpje eraan. Tico heeft een schitterend roze-rode zonnehoedje voor me gekocht waar ik erg blij mee ben, want mij lilakleurige gevalletje viel van ouderdom bijna uit elkaar. Tot slot een prachtige speech van Coos voorafgaan aan nog een kadootje: een geweldige tekening van Tico van een iPad2. Nu nog een papieren exemplaar, maar zodra we de gelegenheid hebben, wordt dit papieren exemplaar omgezet in een echte, een roze!!

In de ochtend bak ik –uit een pakje- een “red velvet cake”, een donkerrode cake. Deze wordt opgepimpt met uit Nederland meegebrachte glazuur en vervolgens versierd met kleurrijke spikkeltjes. Het is goed dat het een behoorlijk formaat cake is, want ’s middags treffen we voor een 3e keer en volstrekt onverwacht onze Duitse vrienden van de “hundertWasser”. Zij liggen een paar baaien verder dan waar wij voor anker zijn gegaan en komen direct onze kant op. De kinderen vermaken zich met kayaks, surfplanken en zeilende bijboot, terwijl Coos en ik proberen een skype-verbinding met Nederland tot stand te brengen via een matige internetverbinding. Gelukkig krijgt Coos het werkend en kan ik even kletsen met Elyn, Inge en Yvonne! Laatstgenoemden bleken al klaar te zitten met feesttoeters en al! Een geweldige verrassing en extra speciaal omdat ik dat stukje “thuis” bij vlagen best wel –in meer of mindere mate- mis!! De mailbox tingelt ook dat het een lieve lust is met allemaal lieve en leuke verjaardagsmailtjes. Het zijn heerlijke kadootjes op deze verjaardag in de Bahama’s. Dank jullie wel allemaal!! Aan het einde van de middag schuiven Horst en Anke met hun 4 kinderen bij ons aan boord en is het weer heel gezellig met wijn en chips.

7 mei 2011 gaat in het “book of memories” als een hele speciale verjaardag; eentje om nooit te vergeten!!

vrijdag 6 mei 2011

Leaf Cay

Rond 08.15 uur gaan we anker op en verlaten we de ankerplaats bij "volleyball beach"/Stocking Island. We zijn daags ervoor bij Georgetown aangekomen via de oost-ingang, een passage tussen de riffen waarbij we navigeren op de waypoints uit de pilot. We zetten deze ochtend koers richting de west-ingang (uitgang) en varen wederom op de waypoints uit de pilot. Het is een soort zigzaggen parallel langs Stocking Island, schuin naar de overkant en dan diagonaal terug naar rechts. Genoemde waypoints maken het navigeren langs de ondiepten en riffen iets comfortabeler. Vooral omdat we tegelijkertijd naar het weerbericht van Chris Parker luisteren en om 09.00 uur direct door schakelen naar het Nederlandse ssb-netje. Veel van de ons bekende boten melden zich op deze vrijdagochtend. De groep is wat uitgewaaierd: de Moonrise is de dag ervoor vanuit Puerto Rico vertrokken naar Bermuda danwel rechtstreeks naar de Azoren, de Wizard en de Liberty zijn in Turks & Caicos, de La Luna zit ergens bij de BVI's, de AbelT is in Cuba aangekomen en de Tarpan zit een stukje voor ons in de Bahama's op Highborne Cay te wachten op een lekker windje om de oversteek naar de USA te gaan maken.
Om 09.30 uur zitten we op onze koers naar Lee Stocking Island/ Leaf Cay, zo'n 20 mijl verderop. Al zeilend doen we school: Coos en Tico storten zich constructief op het rekenen en Sil doet een heuse (waarheidsgetrouwe) boekbespreking over "de gouden gitaar" van Paul Biegel, een boekje dat hij net uitgelezen heeft op de e-reader.
Rond het middaguur komen we aan bij Alderly Cut, de "cut" tussen de eilanden om aan de beschutte kant ervan te komen en dat is altijd even spannend. Dit keer niet zozeer vanwege mogelijke geringe diepte of koraalhoofden die in de weg staan, maar meer vanwege de uitgaande stroom die tegen de golven opbotst. Dat geeft een gekke klotszee. Maar daarna schuiven we weer in de kleurenwaaier van Flexa; de blauwe kleuren van het water blijven overdonderend mooi. We staan er nog maar weer eens bij stil dat het echt wel bijzonder is om "in de Bahama's" te zeilen met je eigen boot. En het weer is hier ook zo lekker: strakblauwe hemel, een aangename 26-30 graden en een verkoelend briesje. Wat een zaligheid!
We gaan voor anker voor een klein strandje van het onbewoonde eilandje Leaf Cay. Als we op het strand stappen, worden we begroet door de hoofdbewoner dit eilandje: a pink iguana. Oftewel, een roze leguaan. En dat zijn geen kleine hagedissen hoor. Dit zijn serieus fors uitgevallen reptielen. Het is jammer dat ze niet zo aaibaar zijn, anders was het een mooi huisdier voor me geweest, alleen al vanwege de kleur roze. Op het strand komen ze vervaarlijk kijkend op je af, vermoedelijk omdat ze weleens gevoerd worden door toeristen, maar het blijft bij gevaarlijk kijken. En waarom zijn deze dieren roze getint (hoofd, poten en striping op de rug/staart zijn roze)? We kunnen het nu niet nazoeken op het internet, maar het zal wel met het soort voedsel te maken hebben?! Net als waarom de flamingo's roze zijn: omdat ze garnalen eten?!. Welnu, als een van jullie het weet, stuur ons dan vooral een berichtje!

Iets anders wat op dit eilandje te vinden zou moeten zijn, zijn "sea beans", oftewel de koeienogen, geluksbonen, waar we naar op zoek zijn geweest op Bonaire. We lopen het rondje eiland met de klok mee. De wandeling begint relaxed slenterend over strand en plat gesteente en eindigt al klauterend over puntige, smalle, steile koraalrotsen aan de "woeste" kant, de loefzijde. En dan blijkt het eiland toch groter dan verwacht; meerdere keren denken we bij de laatste bocht naar de boot uit te komen, als dan toch nog meerdere bochten op ons wachten.
En hebben we dan "sea beans" gevonden? Nee, helemaal niets!
We zien wel vreemde slakachtigen schelpbeesten. Aanvankelijk ziet het dier er uit als een fossiel, maar van dichterbij bekeken is het dus een slak met een soort van rugschild ipv van een slakkenhuis. En dat rugschild ziet er een beetje uit als de rug van een gordeldier. Ook dit dier moeten we nog maar eens nazoeken op het internet.
Tot zover weer! Morgen verruilen we de onbewoonde wereld voor een drukker bezochte ankerplaats, namelijk Staniel Cay!

Georgetown, Great-Exuma

De trip van Conception Island naar Georgetown is weinig bijzonder. We beginnen zeilend en eindigen op de motor: te weinig wind. We gaan voor anker in 1.30 diep water voor Georgetown, net achter een klein eilandje. De meeste boten ankeren in de luwte van Stock Island, aan de “overkant” van Georgetown. Van daaruit is nog een behoorlijke dinghy-ride (1 mijl ofzo) naar het dorpje wat een natte tocht wordt als je terug gaat en tegenwind hebt. In het hoogseizoen liggen hier wel 200-350 boten voor anker; veelal Amerikanen en Canadezen die niet verder gaan dan dit en –ruim- voor het orkaanseizoen weer terugkeren naar het vasteland. Nu liggen er bij Stocking Island zo’n 65 boten voor anker en voor het dorpje zelf niet meer dan 10 boten. Onze aanvankelijke verwachting hier een buzzling dorpje aan te treffen met een actieve cruisercommunity (happy hours e.d.) moeten we aldus een beetje bijstellen. Op een doordeweekse woensdagmiddag om 17.00 uur gebeurt “het” niet in Georgetown.

Vandaag (donderdag) gaan Coos en ik vroeg op pad. De kinderen blijven aan boord. We gaan 300 dollar naar Customs brengen; de inklaringskosten in de Bahama’s. We gooien onze dieseljerrycans weer vol. We brengen 2 tassen stinkend wasgoed weg. We laten onze gasflessen bij Forbes Enterprises achter om gevuld te worden. We slaan weer cola, bier en water in en we halen verse kaneelbroodjes bij een oud mannetje die zijn waar vanuit de auto verkoopt.
Even na lunchtijd ga ik voor een 2e rit naar de kant: het wasgoed staat heerlijk ruikend en keurig opgevouwen voor mij klaar en op de terugweg staat de gasauto midden op straat, midden in het dorp, onze gasflessen te vullen (wat nou veiligheidsvoorschriften!?). Bepakt en bezakt lopen de kinderen en ik terug naar de dinghy. Coos is ondertussen druk met ict-uitdagingen: hij maakt de navigatie-laptop klaar om weerinformatie van Saildocs en NOAA (weerstation New Orleans) via email op een snellere manier dan we tot nu toe deden te kunnen ontvangen via de ssb als we op zee zitten (ssb is kortegolfradio – breakybreak).
Als ik weer terug ben op de boot werkt dat allemaal.

3 x is scheepsrecht, want we gaan nog 1 keer naar de kant. Dit keer voor vlees, groente en fruit en een ijsje voor de kinderen. Als het dan 16.00 uur is, gaan we ankerop en verhuizen we onszelf naar de overkant en parkeren we onszelf achter Stocking Island. We gaan naar “volleybal beach”, een strand waar een strandtent is en je je kunt vermaken met allerlei spelletjes, zoals beach-volleybal, backgammon, domino’s, etcetera. We ontmoeten daar de bemanning van de “Amaris” een Outremer 49, van een van oorsprong Belgisch gezin met 2 kinderen die opvaren met Bordeaux 60 met een Frans gezin met 4 kinderen. Voor we het weten staan we met 4 volwassenen en 6 kinderen in het beach-volleybalveld en komen bij mij allerlei jeugdherinneringen voorbij van gymlessen op de middelbare school die te vaak naar mijn zin gevuld werden met volleybal … ik was nooit zo handig daarin …. Welnu, ik negeer deze traumatische ervaringen en al met al hebben we een leuke namiddag. Het is jammer dat onze wegen alweer zo snel gaan scheiden; wij varen morgen nl. weer door naar een volgend eilandje.

woensdag 4 mei 2011

Conception Island, another day in Paradise

Maandagochtend, net na het ontbijt, gaan we ankerop in Rum Cay, varen we nog even langszij de "Tara", slingeren daar een boek aan boord en dan zetten we koers naar het 20 mijl verderop gelegen onbewoonde eiland, Conception Island. De vislijnen zijn nog maar net uit en we hebben direct beet: Tico haalt een bar jack binnen, een vis die we nog niet eerder gevangen hebben.
Rond het middaguur komen we aan bij de oostkant van Conception Island. Het water ziet er uit als een kleurenwaaier van Flexa, ton sur ton in het blauw. Diep donkerblauw gaat over in paars-blauw in azuurblauw, in zwembadblauw met als horizon wederom een hagelwit strand. Het is oogverblindend mooi. De ankerbaai ligt aan de noordwest kant. Voor het eerst sinds tijden naderen we een ankerbaai waar ook daadwerkelijk boten voor anker liggen. Wel 4 monohulls en 1 catamaran! Als we dichterbij zijn, herkennen we in de catamaran de "hundertWasser", onze Duitse vrienden. Even later zijn wij ook gespot en horen we Horst ons oproepen via de marifoon.
We ankeren weer zo dichtbij het strand als mogelijk, alhoewel zwemmen naar het strand niet echt een optie is. Voor we het weten zien een grote rog en 2 forse haaien rond de boot zwemmen. De haaien zijn weliswaar van het onschuldige soort, verpleegsterhaaien, maar toch...
Tico en Sil gaan direct met Leonard, Helena, Valentin en Antonia met kayak, bodyboards en surfplanken naar het strand. Aan het einde van de middag maken we met z'n allen een groot vuur op het strand en wordt als het donker is, het oudejaarsvuurwerk van de "hundertWasser" afgestoken. Een beetje laat, maar op de laatste dag van 2010 zaten zij op de oceaan en dat was toch niet echt de plek om vuurwerk af te steken.
's Avonds blijft Tico met Leonard in een tentje op het strand slapen. Ze maken een bed van een "fatboy" en wat dunne matjes en we laten ze achter met walkietalkie, water en een zaklamp. Voor "moeders" wel een gek gevoel dat Tico niet in zijn eigen bedje aan boord slaapt en in de nacht word ik dan ook meerdere keren wakker, turend in het donker of ik het tentje nog wel zie staan. Natuurlijk zie ik niet veel en natuurlijk staat dat tentje daar gewoon.
De volgende ochtend haalt Coos Tico op van het strand en deze komt fris en fruitig aan boord voor een stevig ontbijt. Hij heeft een topavond gehad en prima geslapen. Daarna wordt de ochtend besteed aan school: zelfstandige werkwoorden, hulpwerkwoorden, koppelwerkwoorden, infinitieven, werkwoordelijk gezegde, naamwoordelijk gezegde .... Woordleer en zinsontleding; spelling en grammatica wordt steeds complexer. Voor Sil is "Joep de Snoeper" en de "verdubbelaar" aan de orde van de dag.
's Middags zijn alle kinderen ontslagen van schoolverplichtingen en vermaken ze zich op het strand. Ook varen we met de dinghy naar een 2 mijl zuidelijker gelegen lagune. Via een ondiepe ingang slingeren we ons een weg langs zandplaten en mangrove door blauwgroen water. Dit is een kraamkamer van de onderwaterwereld! We zien volop jonge haaien, jonge barracuda's en jonge schildpadden. Het is geweldig mooie en onbedorven natuur.
We zitten zelfs zo in de natuur, zijn zo van de buitenwereld afgesloten (geen gsm-bereik, geen internet) dat "breaking world news" ons pas dagen later bereikt, via de lokale radio die we toevallig even aanzetten: Osama Bin Laden found and killed door de USA. George Bush zal wel een feestje gevierd hebben! We weten nog goed wij op "9/11" ook van de buitenwereld waren afgesloten en het nieuws over de vliegtuigen in de Twin Towers ons ook pas uren later bereikte. Toen lagen we met onze vorige boot Candide voor anker bij het prachtige eilandje Formentera (net ten zuiden van Ibiza). Enfin, wat zal de dood van OBL betekenen voor de wereld? Is hiermee de oorlog tegen terrorisme beslecht? Is dit het startpunt voor een ommekeer in de relatie tussen de islamitische en de westerse wereld? Wij hopen het.
Terug naar mini-microniveau. De namiddag spenderen we met z'n allen op het strand en vlak voor zonsondergang nemen we voor een 2e keer afscheid van de "hundertWasser". Zij gaan in een nachttocht naar Staniel Cay, Northern Exuma's. Wie weet komen we elkaar over een paar dagen weer tegen bij een ander idyllische ankerplek?! Maar misschien ook niet en treffen we ze pas in Duitsland of Nederland weer. In elk geval hebben we heel veel leuke, gezellige momenten met elkaar beleefd in een bijzondere omgeving waar we wellicht nooit meer komen. Hoewel, zeg nooit nooit.
Morgen, woensdag, vervolgen ook wij onze reis en varen we richting Georgetown op Great Exuma.

zondag 1 mei 2011

Rum Cay

Op Koninginnedag verzuimt de wekker ons om 05.30 uur wakker te maken, maar gelukkig werkt mijn biologische wekker: om 06.00 uur zit ik rechtop in bed en 06.30 uur glijden we de baai van Atwood Harbour uit. Het waait nauwelijks, maar voor ons net genoeg om relaxed zeilend naar onze bestemming te koersen. We hijsen voor het eerst sinds lange tijd de gennaker. Omdat de wind vooralsnog wat meer van achter komt, bevestigen we de gennaker op de stuurboord-drijver i.p.v. in het midden. Hiermee vangen we meer wind in dit grote lichtweerzeil (valt dit zeil niet als een dweil in elkaar omdat het in de luwte van het grootzeil hangt). Halverwege de dag krimpt de wind naar het oosten en verplaatsen we de gennaker naar het midden en varen we een ruime koers. Uiteindelijk leggen we de 75 mijl in zo’n 10 uur af en navigeren we rond half 5 de baai van Port Nelson/Rum Cay in. Dat is –net als bij alle eilandjes hier- even goed opletten in verband met groepjes koraal die her en der een vrije doorvaart (genoeg diepte onder de kiel) blokkeren.

 

We ankeren zo dicht mogelijk bij het strand in 1.30/1.40 diep water en rond middernacht vallen we bijna droog. Het tij-verschil is hier maar liefst 75 centimeter en de skeggen en roeren raken in het zand. We bonken een uurtje af en aan tegen de bodem (wat overigens geen kwaad kan want het is allemaal zand onder de kiel) en slapen er maar slecht op.

Er ligt slechts een andere boot in deze baai voor anker en toevalligerwijs een Lagoon 44 met een Nederlandse vlag! Dat is toch wel bijzonder want we komen al weken nauwelijks andere boten tegen, laat staan een Nederlandse boot. Erno en Frieda komen even aan boord voor een praatje en een wijntje en het is gezelligheid alom.

 

Rum Cay was de 2e landingsplaats van Columbus en werd toen Santa Maria de Conception genoemd. Jaren later is het eiland hernoemd naar Rum Cay. Niet omdat hier rum gebrouwen wordt, maar wel nadat een schip beladen met rum strandde op een van de vele riffen rondom het eiland. Tegenwoordig wonen er hier slechts 75 mensen en van een “economie” is nauwelijks of geen sprake. Als we een wandelingetje naar het “dorp” maken, treffen we een ogenschijnlijk verlaten plaatsje aan. Het is zondag en bijna alles is of oogt gesloten. In een van de twee kerken zien we een handjevol mensen, de buurtsuper is t/m 4 mei gesloten (maar als we echt iets nodig hebben, wil “Randy” de winkel wel even open doen voor ons), de kliniek is een huisje niet groter dan 15mtr2, het politie-/administratiekantoor staat op instorten en een school moet er wel zijn, maar wij hebben die niet kunnen ontdekken . Er is een cafeetje, Ocean View, waar wat locals een biertje drinken en waar we aanschuiven voor een cola. We spreken wat mannen en iedereen is even vriendelijk. De vrouwen die we zien, zijn Bahamiaans gezet, oftewel mega-dik, een teken van voorspoed!! Leven in zo’n kleine gemeenschap lijkt heel rustig en easy does it, maar we begrijpen van “Randy” dat het ook zeer beperkt en benauwend is. Iedereen weet alles van iedereen en interfamiliaire relaties zijn niet van de lucht; er is hier tenslotte niet heel veel keuze bij het kiezen van je levens-(of sex)partner… In de kleine marina ligt slechts een handjevol boten en ook hier oogt het stil en verlaten. Tico rekent na afloop uit dat we tijdens de wandeling ongeveer 20% van de lokale bevolking ontmoet hebben.

 

’s Middags bewonderen we al snorkelend weer een enorme rog (het wordt bijna normaal om dagelijks een rog rond de boot te hebben) en genieten we volop van een redelijk werkende internetverbinding. We lezen ons online in over Georgetown en Nassau en allerlei “cays” die hier tussen liggen en zeer zeker het bezoeken waard zijn. We kunnen weer wat foto’s online zetten en we kunnen ons eigen artikel in de Zilt bewonderen. We beantwoorden onze emails en kijken voor de laatste foto’s rondom Koninginnedag (wat draagt Maxima?) en de royal wedding tussen William en Kate nog even op nu.nl. We voelen ons weer een beetje aangesloten op de wereld. In de namiddag gaan we de Tara van Erno en Frieda bewonderen en het is al donker als we pas weer op de SeaMotions terugkeren. Het was weer te gezellig. En we zijn weer een heel aantal mooie, nieuwe digitale boeken rijker. Tico is bijv. heel blij met deel 9 van de Grijze Jager en ook ik zie in de enorme lijst een paar hele aantrekkelijke titels!! (Frieda, nogmaals heel erg dank je wel!!)

 

Morgen gaan we weer verder, naar het 20 mijl verderop gelegen Conception Island, volgens de boeken een onbewoond paradijs.

 

PS: foto’s van Atwood Harbour en Rum Cay staan online!!