Globale reisplanning

Wij, de familie Keijser, hebben van 2010 tot 2011 met onze catamaran SeaMotions, voor een jaar een ' rondje Atlantic' gevaren. We koesteren onze herinneringen in ons dit digitale "book of memories". Daarna ben ik doorgegaan met het zo nu en dan vastleggen van het wel en wee van ons leven op land.







vrijdag 13 mei 2011

Nassau (New Providence)

Vanaf Norman’s Cay varen we woensdag (11/5) naar de hoofdstad van de Bahamas: Nassau op het eiland New Providence. De stad Nassau neemt ongeveer het gehele eiland in beslag en het is voor het eerst sinds weken dat we hoogbouw als skyline zien. Vooral de torens van het hotelcomplex Atlantis zijn al van verre zichtbaar. We koersen aan op de oost-ingang, melden ons keurig via VHF 16 bij Harbour Control en varen door naar de ankerplaats voor Nassau Yacht Harbour. Volgens de pilot is het in Nassau lastig ankeren in verband met stroom (eb en vloedstroom) en slechte ankergrond. We kiezen een vrije plaats zodat we voldoende ruimte hebben om alle kanten op te draaien. Het anker houdt een eerste keer direct goed; voor alle zekerheid geeft Coos nog een extra dot gas in z’n achteruit, en ook dan blijven we muurvast liggen.
Een half uur later parkeert een ons bekende Outremer 45, de Teoula, naast ons en in de marina gaan we nog even gedag zeggen bij nog weer een andere Outremer 45, de TuVaOu. Het is een leuk weerzien met deze Belgische zeilvrienden. Beide boten gaan –al dan niet via een stop in Bermuda- naar de Azoren en dan door naar Zuid-Frankrijk. En van beide boten vaart moeder met kinderen niet mee terug… Een opvallend verschijnsel, want inmiddels hebben we meer boten ontmoet waarbij vrouw en kinderen terugvliegen in plaats van varen dan boten waarop het hele gezin “samen uit en thuis” gaat.

Donderdag 12 mei is een spannende dag! ’s Ochtends vroeg gaan we ankerop en varen we om Paradise Island heen, een langgerekt schiereiland aan de noordoostkant van New Providence. Onze bestemming is namelijk de marina van hotelcomplex Atlantis! Een megalomaan complex waarvan het “zusje” in Dubai staat. Als geld geen rol speelt, vind je hier alles wat het leven aangenaam maakt: spa, tennis, bioscoop, theater, teen disco, shopping, starbucks, 20 restaurants, casino, golfbaan, strand, pottenbakken en ga zo maar door. De kamerprijzen in het hotel (ca. 5 – 6 gebouwen) varieren van 300 tot 25000 dollar (ja, 3 nullen!) per nacht. In de marina zijn we de kleinste boot en er ligt slechts 1 andere catamaran. De overige boten zijn de meest luxueuze motoryachts.

De slip in de marina is niet goedkoop, maar wat ze ons eerst wilden verkopen voor 7 dollar per ft hebben we uiteindelijk voor 4,50 per ft “gekregen” (onze boot meet 45ft). Het blijft een bak met geld, maar … er is een reden waarom we dat voor 1x wel wilden uitgeven. Dit complex beschikt over het grootste waterpark in de hele Carieb!! 26 Zwembaden en ongeveer even zo veel glijbanen. En die glijbanen hebben bemoedigende namen, zoals “the Surge, the Fall, the Abyss, the Serpent, the Jungle” … De kinderen zijn helemaal opgewonden bij wat hun te wachten staat. Sil vindt het maar onzin als we –nadat we om 08.30 uur de boot hebben aangelegd- eerst nog gaan ontbijten in plaats van direct naar het waterparadijs. Uiteindelijk gaan we om 10.30 uur op pad.
Met een plattegrond in de hand wandelen we via Marina Village en luxe hotellobby’s door aquariumtunnels met roggen, hamerhaai, zaagvis, groupers, barracuda’s, naar het waterpark. Vervolgens vergapen we ons de rest van de dag aan al het mogelijke waterplezier. The Current, op/in grote opblaasbanden gezeten laten we ons 1 mijl met de stroom meevoeren, soms relaxed langzaam en soms via een woeste waterpartij met grote golven. We kijken naar de Leap of Faith, een glijbaan die bijna loodrecht naar beneden gaat en je vervolgens via een tunnel door het haaienbassin schiet (iets te eng voor ons Keijsers). We gaan –weer met zo’n opblaasband- in The Serpent Slide, een slingerende, snelle en soms donkere tube door om daarna in een rustige tunnel in datzelfde haaienbassin uit te komen. Tico en Coos wagen zich aan the Jungle Slide en the Challenger. Zij doen in een middag uiteindelijk alle mogelijke glijbanen en wildwaterrivieren (behalve de Leap of Faith).
Sil is net een paar inch te klein om deze adrenaline-verhogende dingen te mogen doen. Daar is ie wel even teleurgesteld over, maar die teleurstelling duurt gelukkig niet lang, want voor hem vinden we ook een leuke glijbaan en speeltuin. Ik ben solidair met Sil en laat de spannendste glijbanen en “rapid rivers” aan mij voorbij gaan (vind ik helemaal niet erg). Ik vermaak me met mensen kijken. Een bont gezelschap van vakantiegangers trekt aan mij voorbij: dik, dun, groot, klein, nepborsten, nepnagels, slap vel, afgetrainde lijven, lijven met tattoo’s op de meest vreemde plekken, oude mannen met jonge vrouwen en jonge kinderen, jonge –verliefde- stellen, bejaarde koppels, wit, gebruind. De grootste gemene deler onder deze vakantievierders is dat minstens 95% blank is (3% indiaas, 1% moslim incl. allesbedekkende burkini en 1% negroïde).
Het personeel daarentegen –en zo’n hotelcomplex verschaft heel veel werkgelegenheid- is 100% zwart.

Aan het einde van de middag zijn we er wel klaar mee en lopen we via the Royal Towers en het casino richting Marina Village. Die Royal Towers zijn een bezienswaardigheid op zich: zo sjiek, zo luxe, zo groot, zo verzorgd, alles is zo overweldigend groots. En het casino staat vol met eenarmige bandieten, pokertafels, blackjackspeeltafels en ik weet niet wat nog meer. We kijken onze ogen uit. Bij de winkels kan ik er niet om heen om hier een leuk (roze) shirt voor mijzelf te kopen wat me altijd aan deze dag zal herinneren: want groots en hip prijkt op de voorkant de naam en plaats van dit hotel.

’s Avonds eten we in een Amerikaanse dining. We zitten in zo’n half ronde skylederen bank en eten heel “typisch Amerikaans” voedsel: een hotdog voor Sil, een hamburger voor Tico en Coos en ik delen een maaltijdsalade. Daarna stort Sil echt in (en hij keek al sinds het verlaten van het waterpark met rode, vermoeide ogen de wereld in). Als Sil en ik terug gaan naar de boot, gaan Coos en Tico nog “even” op zoek naar de GameRoom …. Die vinden ze uiteindelijk ook: ze racen in auto’s en op motoren, ze doen wat aan air-hockey, ze gluren met een mengeling van gevoelens naar de schietspelletjes (schieten is slecht, maar stiekem misschien wel heel spannend?!) en komen rond half 11 bekaf weer aan boord. Om 23.00 uur zijn de lichten uit aan boord van SeaMotions en beleven we alle vier deze “experience” nog eens in onze dromen. Want dat is wel wat het was in Atlantis: een experience!

Geen opmerkingen: