Vrijdag de 13e!! Tico’s verjaardag. Onze zoon alweer 11 jaar oud. Hij ontwaakte op een boot vol slingers en ballonnen, maar moest vervolgens even wachten op het feest. Eerst moesten we een uurtje varen vanuit de ankerbaai van Muros naar de jachthaven Portosin. Het waaide dat het rookte en we dreigden gevangenen te worden in ons eigen huis. Want met hele harde wind voor anker liggen, is geen enkel probleem. Maar met het bijbootje naar de kant varen, wordt dan wel een wet and bumpy ride …. En het zou minstens 3 dagen hard blijven waaien. Beetje ongezellig als je al die tijd “opgesloten” zit op je comfortabele boot.
In de jachthaven van Portosin maakte de Guardia Civil plaats voor ons aan de kop van steiger 3, de steiger voor lokale boten. Een prima ligplaats en gezien de omstandigheden (de wind en de golven waaiden bijna rechtstreeks de haven in) best aardig beschut tegen swell en windvlagen. Portosin was welhaast een Nederlandse enclave, want hier ook de Moonrise, de Wizard, de Emma en de Seaquest. Allemaal gezinnen met kinderen in Tico’s en Sil’s leeftijd.
Met de jongens een monchou-verjaardagstaart in elkaar geflanst en tijdens het verlate verjaardagsontbijt besloten om met de bus naar Santiago de Compostella te gaan. Maar eerst kreeg hij wat kleine kadootjes van ons allen.Het “echte” kado volgt nog: hij krijgt zo’n opblaasband die we met een touw achter de bijboot kunnen vastmaken en dan kunnen slepen. Een soort “banaan” maar dan in de vorm van een “donut” ofzo. Het is alleen nog niet gelukt om ‘m te kopen in Spanje. Maar wat in een goed vat zit, verzuurt niet.
Enfin, eerst maar op weg naar Santiago. Op het busstation van Noia sloot de Seaquest zich bij ons aan. In de oude binnenstad begonnen we met een verlate lunch, toevalligerwijs in precies dezelfde tent als 9 jaar geleden. Via het spoor van jacobsschelpen in de troittoirs zijn we vervolgens rondom de beroemde kathedraal gelopen. Een indrukwekkend gebouwd. De bouw is gestart om en nabij 1077 en gebouwd op de resten van een kerk uit 800. Volgens een legende zou het graf van de apostel Jacobus, een van de discipelen van Jezus, zich hier bevinden. Zijn stoffelijk overschot zou, nadat hij in Palestina was onthoofd, in een stenen boot zijn gelegd waarin twee van zijn discipelen meereisden. De boot bereikte vanzelf de Galicische kust, waarna het dode lichaam werd begraven aan de berg Libredón. Over het graf verrees een machtige basiliek. De kathedraal is 97 m lang en 22 m hoog. Het zuidportaal is in romaanse stijl, het westportaal is barok en de noordkant neo-classistisch en het heeft een gotische kloostergang.
Voor een aparte ingang in de kathedraal stond een immense rij pelgrims en toeristen; allemaal geduldig wachtend om even de heilige St. Jacob aan te mogen raken en een wens te mogen doen. Volgens onze inschatting zou het minstens 5-6 uur duren alvorens je je achter Jacob kon vervoegen en je wens kon “uitspreken”. Alle in- en uitgangen van de kathedraal waren zwaar beveiligd; een geheel andere situatie dan 9 jaar geleden. Toen waren de pelgrims op 4 handen te tellen en kon je overal in en uit de kathedraal wandelen. Wij kozen er voor om e.e.a. vanaf een zonnig terras te aanschouwen en ons zonnige zitje werd opgeleukt door dansvoorstellingen van diverse lokale folkoristische dansgroepjes gehuld in kleurrijke klederdracht.
Om 20.00 uur namen we de laatste bus richting Noia alwaar we een gastvrij Spaans restaurant zochten en vonden en heerlijk en gezellig hebben gegeten. Het gehele restaurant heeft meegezongen met het verjaardagslied voor Tico en de kok had een speciaal toetje voor hem gemaakt. Met een taxi zouden we vervolgens de laatste 20km naar Portosin overbruggen. Welnu, dat werd nog even spannend want in heel Noia leek geen taxi beschikbaar …. Uiteindelijk heeft de schoonvader van de patron van het restaurant ons naar de taxistandplaats gebracht. Daar stond wel één taxi waar we gek genoeg niet met z’n 8-en in mochten….?! Dus vrouwen en kinderen eerst. Coos en Huib-Jan zouden op zoek gaan naar een andere taxi. Uiteindelijk kwamen we nagenoeg tegelijk aan in Portosin; de heren hadden gewoon een auto aangehouden en gevraagd of deze hen voor 10 euro naar Portosin wilden brengen. Hetgeen geschiedde.
Rond 24.00 uur lagen we allemaal in bed: moe en voldaan van een bijzondere dag.
De dagen erna verpoosden we in Portosin: klusjes doen op en rond de boot, boodschapjes doen, de was draaien, koffie drinken hier en borrelen daar. Hoewel spectaculair om te aanschouwen, was het minder leuk dat in de nabije omgeving hevige bosbranden waren. Dikke rookpluimen, de geur van verbrand hout en de blusvliegtuigen vlogen af en aan. Zo ongeveer naast onze haven schepten ze het benodigde water. Wat niet hielp bij het blussen, was uiteraard die harde wind. Uiteindelijk is ruim 750 hectare natuurgebied verwoest en helaas zijn bij de bestrijding van het vuur 2 brandweermannen om het leven gekomen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten