‘s Ochtends sliep ik lang uit. Toen ik wakker werd, ging ik toast maken. Dat aten we voor het ontbijt en dat was heel lekker. ’s Middags kwamen de Wizard en de Moonrise naar onze baai. We speelden op het strand en voeren rondjes in onze bijboten. We gingen heel snel en maakten scherpe bochten. Dat was erg leuk. Op het strand waren heel veel doorzichtige baby-garnalen die de hele tijd omhoog sprongen.Dat was grappig. Daarna bedachten we om ’s avonds een kampvuur te maken. We sprokkelden allemaal hout en takken en hars van bomen. We vonden ook veel dennenappels. Ook vonden een klompje hars. Toen we dat allemaal hadden gedaan, gingen we eten. Toen was het moment aangebroken. Allemaal gingen we naar het strand en staken we het harsklompje aan. Dat brandde goed. Toen ging ook het hout branden. We hadden marshmellows mee, roosterden deze in het vuur en aten ze toen op. We gingen ook nog voetballen in het donker. Je kon elkaar niet zien. Alleen de bal kon je zien, want die was wit. Toen waren we klaar en moest het vuur uit. We gingen het uitplassen (hiha) en er zand over gooien. Toen het vuur helemaal uit was, ging iedereen weer naar zijn boot.
zaterdag 14 augustus 2010
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten