Into the wild! Het land waar "De laatste der Mohikanen" zich afspeelde.
De Adirondack Mountains zijn van een geheel andere orde dan de Green en de White Mountains. Ik val in herhaling als ik zeg: groot, overweldigend groot en meeslepend mooi. Nederland past zeker 2x, misschien wel 3x, in dit natuurgebied. En 95% van dit gebied bestaat uit hellingen met loof- en naaldbomen, stroompjes, watervalletjes en grote en kleine meren. De natuur is zo ongerept. Na elke bocht of helling, zien we een "Bob Ross" vergezicht.
De mens is absoluut van ondergeschikt belang in dit onontsloten gebied. Geen internet, geen 3G en zelfs haast geen gsm-ontvangst.
Het is hier is een walhalla voor de outdoormens. De onbedorven natuur in met je rugzak. Survivallen, diep in de donkere bossen (let op de zwarte beer, de boslynx, de bobcat). Met kano en hengel dwalen over de meren en je maaltje bij elkaar vissen. Kortom, je kunt volledig eco uit je dak gaan, uniek biologisch exploreren en dagenlang niemand tegen komen.
Wij houden het bij de natuurcampings van de State Parks: dat is me primitief genoeg. Onze 1e nacht overnachten we in Wilmington Notch State Park, een bescheiden natuurcamping aan de rivier Ausable. Als we het steile pad vanaf de camping naar de rivier volgen, eindigen we bij een loodrechte rotswand en kijken we uit op een woest stromende rivier en een kletterende waterval. Dit is geen rustig beekje waar de jongens hun watermanagmenttechniek kunnen ontdekken. Niet dat ze daar tijd voor zouden hebben, want 5 minuten na aankomst zijn zij gekaapt door de 11-jarige Zack en 16-jarige Alli. In no time hebben Tico en Sil een baseballhandschoen aan, wordt er gevoetbald, gechilled bij het kampvuur en worden ze uitgenodigd het All American bbq-toetje te komen eten, te weten "smores": geroosterde marshmallow tussen met chocolade belegde creamcrackers. Moeder Beverly komt met ons kennismaken: een spraakwaterval die van geen ophouden weet. Binnen een kwartier zijn we op de hoogte van al het lief en leed in haar leven, de hele sjebeng: huwelijken, mishandeling, echtscheidingen, kinderen, kleinkinderen (ze is pas 43!), het leven in zonde met potentiële echtgenoot nr.3, haar idyllische droom ooit een "Kleine Huis op de Prairie"-leven te leiden, gewenste huwelijksreisbestemming, koopjeskrant lokale supermarkt, you name it.
Goed bedoeld, maar een beetje too much voor de afstandelijke Hollander.
De volgende ochtend vertrekken we vroeg en ontvluchten we Beverly en haar goedbedoelde initiatieven. We rijden naar het verderop gelegen Lake Placid. Jawel, hét Lake Placid van de Olympische Winterspelen 1980. Vanwege de chaotische organisatie destijds ook wel Lake Tragic genoemd. Enfin, het waren de Olympische Winterspelen waar Eric Heiden op een buitenschaatsbaan zijn 5 gouden medailles bij elkaar schaatste. Annie Borchink (wie kent haar nog?) won goud op de 1500 meter en Ria Visser zilver. Piet Kleine won zilver op de 10km. Tegenwoordig is Lake Placid getransformeerd in een "gewoon" schitterend gelegen wintersportdorp.
Na een Olympische ontbijtstop rijden we via ongeveer de enige weg die door dit natuurpark is aangelegd, richting Saranac Lake. We kopen wat brandhout bij een ouderwetse "trading post", de enige winkel-van-sinkel in de wijde omtrek. Daarna strijken we neer op de camping bij Fish Pond Lake. Voordat we een plekje mogen uitkiezen aan de oever van het meer, moeten we eerst een "bear warning notification" tekenen. Dat we maar weten wat de doen en niet te doen als we oog-in-oog met een zwarte beer komen te staan. En dat maar duidelijk is dat de camping niet verantwoordelijk is. Oftewel, we kunnen hen in het worst case scenario niet voor het gerecht slepen. Het is er prachtig! En we doen de hele middag niets behalve uitkijken over het prachtige meer en vuur maken voor de bbq.
Qua camperen doen we inmiddels (haast) niet onder voor de ervaren campercrack: elke ochtend zijn we in minder dan 15 minuten up and running. Zo ook vrijdag (24/8). Zonder heel concreet plan anders dan dat we "ergens" nog iets willen doen of zien, rijden we in zuidelijke richting. We passeren voortdurend grotere en kleinere meren, die via kreekjes en beekjes met elkaar in verbinding staan. Een soort Eilandspolder maar dan in een uitvergroot, bebost Reuzenland. Halverwege de ochtend maken we een ontbijtstop bij het low profile en ontspannen Long Lake. En daar doen we het meest onverwachte van deze vakantie, tot nu toe. Er liggen één-propeller watervliegtuigjes geparkeerd waarin je, blijkt, een rondvlucht kunt maken. Of waarmee je je op een afgelegen, niet via de weg te bereiken plek, kunt laten afzetten om einde dag weer opgepikt te worden. Althans, als je geluk hebt.
In een opwelling gaan we informeren naar de mogelijkheden. En ja hoor, 15 minuten later klauteren we in het vliegtuigje, stijgen we op en vliegen we boven een onvoorstelbaar, immens landschap. Dit is geweldig, spannend, sensationeel, euforisch bijzonder. Enerzijds het hobbel-de-bobbel vliegen en de enorme takke-herrie van de motor/propeller. En anderzijds komen we ogen te kort voor het magnifieke "birdview"-uitzicht. Als een vogel vliegen we een grote 8, zien we overal bomen-bomen-bomen-bomen en nog eens bomen. We zien meren waar je alleen met een dergelijk vliegtuig kunt komen, zompige moerasgronden, drijvende stukken land met afstervende kale bomen, schitterend gelegen blokhutvilla's, miniatuur kanovaarders. We zien uitgestrektheid. We zien het land waar ooit de indianen volgens de wetten van de natuur leefden. Voordat de Engelsen en Fransen hen en passant gedurende hun zevenjarige oorlog (rond 1857) tot op de laatste Mohikaan uitroeide.
Nog helemaal in de thrill van de vliegtocht verlaten we -jammer genoeg nu al- deze bijzondere en zeer relaxte plek. Terug naar civilisatie.
Verstuurd vanaf mijn iPad
woensdag 29 augustus 2012
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten