De 2e week van de zomervakantie vieren we op de boot.
Voor een vakantie in Nederland is "het weer" een belangrijke factor. Pas na een blik op de lucht en op Buienradar bepaal je óf en wát je gaat doen.
Wij gooien in elk geval op vrijdag de trossen los en zetten koers naar ... OK, dat moeten we dan nog bepalen. Het is qua temperaturen prachtig zomers weer, misschien een beetje benauwd, en er is (helaas) nauwelijks wind. Op het IJsselmeer betekent dit dat de IJsselmeermugjes uit hun larf komen en in grote getale neerstrijken in de kuip. Deze zgn. ééndagszoetwatermugjes leven, zoals het woord al zegt, hoogstens één dag en vaak zelfs maar een paar uur. Hun geplette lijfjes laten vooral viezigheid achter. En zo wordt het voor ons makkelijk besluiten waar we naar toe gaan: weg van het IJsselmeer, op naar het zoute water, op naar Texel.
Na een zonnige zaterdag relaxen op Texel varen we op de volgende zonnige zondag met een rustig windje in de rug buitenom -oftewel over de Noordzee- naar Vlieland. Het is een kadootje, voor elk van ons op z'n eigen manier. De mannen gooien een vislijn uit, of beter, twee vislijnen. Het wordt een bescheiden succesvolle jacht die twee makreeltjes en veel plezie oplevert. Ik geniet van de zon en van het wijdse uitzicht, van de mooie kleur van de lucht die verglijdt in het blauw van het water. Van de ogenschijnlijke optische illusie midden in zee een strook zand te zien, wat geen optische illusie blijkt te zijn maar "gewoon" Noorderhaaks (ook wel bekend als de Razende Bol): een onbewoond eilandje, een hoogwatervluchtplaats voor zeevogels en zeehonden. Van de Texelse kustlijn met haar zandstranden en duinenrijen.
Bij Vlieland varen we voorbij aan de haveningang en gaan we "lekker rustig" voor ander op ons plekje onder de Vuurboetsduin (het duin waar de vuurtoren op staat). Het "lekker rustig" heeft vooral betrekking op het ontvluchten van de enorme drukte in de jachthaven; deze is overbevolkt met gezins(Bavaria)boten en charters. De steigers zijn oranje gekleurd vanwege de enorme hoeveelheid krabbenvangende kids met zwemvest. Maar, dat is dan ook de enige verwijzing naar "lekker rustig", want aan het mooie zomerse weer komt een einde. Er verschijnen dikke, donkere, onheilspellende wolken aan de horizon en de westenwind trekt best behoorlijk aan. Op de ankerplaats wordt het iets hobbeliger. Omdat een aantal boten verderop in iets rustiger water lijkt te liggen, verplaatsen we onze boot voor het slapen gaan een beetje meer die kant op. Helaas, een optische illusie. Die rustig liggende boten zitten middenin het proces van droogvallen; vandaar dat rustiger kabbelende water. Wij plonzen ons anker in de diepere geul naast de plaat en blijven de hele nacht hotsen en klotsen, hobbelen en schommelen. Zeus laat nadrukkelijk van zich horen (donder en bliksem) en de hemel opent zich. De regen valt met bakken tegelijk naar beneden. De wind trekt aan naar een meer dan stevige kracht 6 met vlagen kracht 7. We slapen niet of nauwelijks die nacht.
De volgende dag verdiepen we ons in de technieken van het droogvallen. We tappen kennis af van andere boten en horen zo over de specifieke plussen en minnen van droogvallen op deze plaat. Dichterbij de kant is de ondergrond zachter, blubberiger. Dichterbij de geul is de ondergrond harder door de schelpen. Volgens de kenners verandert de biotoop van deze plaat door de komst van een allochtone bewoner: de Japanse oester. Deze zuivert het water (wat hierdoor helderder wordt), maar verkalkt de plaat. Wie weet ligt hier over tientallen jaren wel een soort van rif.
Vanuit de boot bezien is zachtere ondergrond fijner dan een harde zandkorst. Met name als het gaat om het moment van droog naar drijvend. Vanuit mijzelf gezien geef ik de voorkeur aan zand in plaats van blub: via het zand bespaar ik mezelf rouwranden onder mijn teennagels als ik naar de kant waad.
Die nacht trekt de wind wederom aan en raast donder, bliksem en regen over ons heen, maar de boot ligt een deel van de avond/nacht hoog en droog (dus rustig), danwel dobbert in ondiep water. We slapen als roosjes. Het is jammer dat de wind gaat draaien naar het Zuiden. Hierdoor liggen we naar onze mening aan deze " lage wal" onvoldoende beschut.
Onze volgende bestemming wordt de jachthaven vanTerschelling. Ook deze jachthaven is in het zomerseizoen buitengewoon populair bij zeilend Nederland. In het laatste vak, helemaal buitenop en achteraan, vinden we een prachtplek. De jongens leven zich met voetbal én zeilende leeftijdsgenoten uit op het veldje bij het havenkantoor. Coos relaxt -met een geweldig uitzicht over de Waddenzee- in de kuip. En ik sloof me uit op mijn hardloopschoenen: via het bos naar West aan Zee en terug via het Groene Strand. 's Avonds gaan we lekker en gezellig eten met ons buurmeisje/oppas Rianne, die deze zomerperiode scheepsmaat is op de bruine vloot.
Voor één dag houdt het instabiele, natte weer zich koest. We fietsen naar West aan Zee voor een paar uur strandplezier. En plezier hebben we: Tico en Sil kunnen (mogen) een uurtje blokarten. Tico is wat handig met het zeilkarretje en scheurt met kinderlijke eenvoud zijn halve windse-rakken over het harde strand, hij gijpt en gaat overstag op de korte kanten. Daarna doet hij hetzelfde met Sil in een duo-kart.
We vervolgen ons rondje Waddenzee en varen naar Harlingen, een plaats waar we nog niet eerder met de boot zijn geweest. Waarschijnlijk vanwege het nemen van twee hordes -in de vorm van twee bruggen- hebben we Harlingen altijd overgeslagen. En ik denk, na dit (flits)bezoek, dat we Harlingen in de toekomst regelmatig zullen blijven overslaan. Zo'n gedoe met die bruggen.
In de stromende regen verlaten we de volgende ochtend Harlingen en koersen we aan richting good old Hindeloopen waar we een Meet&Greet zullen hebben met de Moonrise.
En in Hindeloopen word ik altijd blij, Hindeloopen heeft een goede energie. Dat begint al bij de markante havenmeester, de broer van Kapitein Iglo. Gezeten op de kop van de gemeentesteiger, onder een mini-partytent bestiert deze besnorde 65+-er vriendelijk en gastvrij het komen en gaan van de (zeil)boten. De skyline van Hindeloopen is altijd een Anton Pieck-plaatje. De pittoreske huizen aan de haven, de masten, het kleine sluisje, de leugenbank met oude mannetjes, het oude reddingbotenhuis, de groene dijk met schaapjes. En dat alles onder een schapenwolken lucht. Prachtig.
Met de Moonrise is het direct, als vanouds, gezelligheid troef. We beginnen 's middags op het voordek, verhuizen daarna naar het restaurant aan de haven "Ame Gijs", drinken vervolgens koffie bij ons in de kuip. Om tot slot te eindigen met ons "vertrekkersritueel", te weten het opentrekken van een fles bubbels ter ere van het aankomen in een nieuw land: Friesland. De jongens houden een andere traditie in stand, namelijk logeren op de SeaMotions! Volop gezelligheid voor iedereen.
Helaas kunnen we maar kort blijven in Friesland; alweer de volgende dag zit onze week zomerzeilen er op en maken we de laatste mijlen terug naar onze thuishaven in Andijk.
Alle dagen van deze week hebben we (weer) intens beleefd, onze zintuigen hebben (weer) volop genoten en het was heerlijk om (weer) als gezin "onderweg" te zijn.
woensdag 8 augustus 2012
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten