Globale reisplanning

Wij, de familie Keijser, hebben van 2010 tot 2011 met onze catamaran SeaMotions, voor een jaar een ' rondje Atlantic' gevaren. We koesteren onze herinneringen in ons dit digitale "book of memories". Daarna ben ik doorgegaan met het zo nu en dan vastleggen van het wel en wee van ons leven op land.







maandag 2 januari 2012

Een tropische dag in december 2011!

Kerstige pretdagen en een nieuw geluksjaar.
Een geweldig leuke woordspeling die ik graag zelf bedacht had, maar simpelweg gejat heb van een vriendin (waarvoor dank).
2e kerstdag, daags na de geboorte van kindeke Jezus, staan Coos en ik oog in oog met de dood, via De Dood Leeft. Dit is een volstrekt andere woordspeling, namelijk de naam van een interessante tentoonstelling in het Tropenmuseum (Amsterdam) over de beleving en verwerking van de dood in de verschillende culturen. Bij binnenkomst in de speciaal met zwarte doeken afgezette middenruimte staan wel 10 televisie-schermen die voortdurend fragmenten van de dood, van overlijden, laten zien. Vervolgens worden we langs een foto-tentoonstelling geleid, waarbij de fotograaf verschillende mensen (man/vrouw/jong/oud/ziek/gezond) heeft gefotografeerd dagen of weken vóór het overlijden en daags ná het overlijden. Een journalist heeft de betreffende mensen geïnterviewd over hun ideeën rondom het onvermijdelijke: het overlijden, de dood en het leven (of niet) na de dood. Na het aanschouwen van 2 foto’s (close-ups) en het lezen van de bijbehorende onderschriften sta ik al inwendig te brullen. Niet omdat de foto’s zo schokkend zijn. Integendeel, het zijn prachtige, serene, vredige foto’s. Alsof de overledenen heerlijk aan het slapen zijn. En toch maakt het me intens verdrietig. En dat zegt waarschijnlijk alles over mijn eigen angst voor de dood en het simpele gegeven dat naarmate ik ouder word de dood dichterbij komt. Niet zozeer mijn eigen dood, als wel het potentieel overlijden van dierbaren. Voor mijn gevoel ben ik sinds we terug zijn van onze zeilreis meer met (in)direct overlijden of potentieel overlijden geconfronteerd. Of staan mijn zintuigen als gevolg van de zeilreis nog zo open dat ik me veel bewuster ben van de eindigheid van ons bestaan?

In de tropen denken ze overigens veelal niet in “eindigheid”, maar veel meer in een leven na de dood, reïncarnatie. De begrafenisrituelen zijn veel meer dan in Westerse landen gericht op het “organiseren” van een plezierige, soepele reis van de ziel naar gene zijde, de onderwereld, de bovenwereld ofwel dat wat wij, westerlingen, de hemel (of de hel) noemen. Na de confronterende foto-tentoonstelling vloeit de expositie over in de reisrituelen van de ziel: op z’n Balinees het stoffelijk lichaam verbranden in een symbolische koe, op z’n Indiaas de as van de overledene stroomafwaarts laten meevoeren. In veel culturen lopen de emoties bij een dergelijk afscheid hoog op,  maar kunnen deze emoties wel volstrekt verschillend zijn. Bij een Afrikaanse stam wordt bij de begrafenisceremonie gehuild, gejankt, gekrijst, gegild, gepraat, gebeden waar in een Aziatisch land alleen maar vertier georganiseerd wordt en alleen maar gelachen wordt. Sterker nog, daar gelooft men dat huilen bij het afscheid van het stoffelijk bestaan slecht is voor de zielenreis. Allemaal prachtige, eeuwenoude rituelen en tradities en opeens is de dood (even) niet meer zo eng, zo angstaanjagend, zo’n definitief einde.
Hoewel, ...een uitzondering betreft nu bijvoorbeeld het massaal wenen in Noord-Korea om de dood van "geweldig leider" Kim Jong Il. Dat volksverdriet heeft een geheel andere reden, namelijk lijfsbehoud, puur overleven! Het communistisch regime aldaar schijft voor dat de bevolking 3x daags moet treuren om hun overleden leider. Deze rituelen zijn een test voor de trouw aan de communistische dynastie, de dictator moet aanbeden worden.


Naast interesse voor de inhoud (klinkt wel een beetje gek als het gaat om een onderwerp als “de dood”) zijn we enorm gefascineerd door de opbouw van een dergelijke expositie. Heel subtiel worden we namelijk door het onderwerp geleid beginnend met emotionele gevoelens als ongeloof, geschokt, afschuw, verdriet, boosheid naar berusting, aanvaarding, acceptatie en (louterende) vrede en vanuit liefde herdenken. Een soort van quick and dirty, “niet voor het echie” rouwbeleving.

Terwijl wij met de dood bezig zijn, maken Tico en Sil ondertussen kennis met de Qi (tsjie) van China, de energie die door alles heen stroomt, door mensen en dingen, door dieren, door gebouwen. In het Chinese restaurant maken ze noodles en koekjes en drinken ze Chinese thee. Ze horen over het terracottaleger van de eerste, jonge Chinese keizer Qin (zo’n 200 jaar voor Christus!!), over de gewoontes en gebruiken van een fabrieksdirecteur maar ook die van de fabrieksarbeider. Ze komen in een kliniek voor traditionele Chinese geneeskunst (acupunctuur) en zien hoe d.m.v. een speldenprik op de juiste plek blokkades in het lijf opgeheven worden. Ze kalligraferen een Chinees teken en snuffelen aan KungFu en Tai Chi.
De dood komt in hun China-rondleiding ook voorbij: om de Qi voor dierbare doden te laten stromen, offeren de Chinese mensen materiële wannahaves, gadgets of luxe producten die ze de overledene toewensen. En dan niet in het echt, maar een papieren versie. Denk aan een papieren scooter op ware grootte, een papieren iPhone, een papieren Cadillac. Opvallend te zien dat de Chinesen ware kopieerkunstenaars zijn: dergelijke offers zijn haast niet van het echte product te onderscheiden.

Al met al doet het snuffelen aan deze verre culturen en vreemde gebruiken het avonturiersbloed in ons weer harder stromen en verlangen we weer even terug naar het reizende bestaan. We wisten het stiekem al, maar  … het komt nooit meer helemaal “goed” met ons. We dromen nieuwe dromen en de tijd zal leren welke droom een Keijserlijk project wordt om vervolgens verwezenlijkt te worden.

Geen opmerkingen: