Globale reisplanning

Wij, de familie Keijser, hebben van 2010 tot 2011 met onze catamaran SeaMotions, voor een jaar een ' rondje Atlantic' gevaren. We koesteren onze herinneringen in ons dit digitale "book of memories". Daarna ben ik doorgegaan met het zo nu en dan vastleggen van het wel en wee van ons leven op land.







zaterdag 25 juni 2011

Kratermeer, vulkaanuitbarsting, Cafe Sport en een baby-duif

Dinsdagmiddag , de dag van onze aankomst op Horta, gaan we direct op pad om wat boodschappen te doen en wat bootspullen te halen (nieuwe radarreflector, een flotter voor de douchepomp). Ook lopen we direct bij de autoverhuur binnen om voor de volgende dag een auto te reserveren. We doen dit slim (vinden we zelf), want we huren de auto vanaf woensdagmiddag 13.00 uur tot donderdagmiddag 13.00 uur. Kunnen we onze sightseeing een beetje over 2 dagen verspreiden.

 

Woensdagmiddag rijden we naar de top van de hoogste berg van het eiland, zo’n 1000 meter boven de zeespiegel. Hier is ook de bezienswaardigheid van het eiland, de “caldeira”, oftewel het kratermeer (waar overigens maar weinig water in staat). De top van de berg blijkt een enorme grote, groene kuil te zijn, de voormalige vulkaanmond. Het is echt een schitterend gezicht. We doen de prachtige rondwandeling over de bergrug rond het kratermeer (zo’n 8km). In het begin lopen we veelvuldig in de wolken: daar is het koud, vochtig en zeer winderig. Heel af en toe klaart het op en krijgen we tussen de flarden wolken door een glimp van de caldeira te zien. Na een uur zijn we uit het wolken en lopen we heerlijk in het zonnetje. De uitzichten zijn onbeschrijfelijk mooi: we zien vanaf grote hoogte Horta liggen, we zien grasgroene, grillige hellingen, we zien gescheurde aarde, we zien kleurige bloemen. Ook op deze hoogte groeit de hortensia uitbundig; struiken zo hoog als Tico. En we zien zelfs aan de binnenrand van de caldeira lange stroken met hortensia’s.

Na dik 2 uur wandelen zijn we weer bij de auto en rollen we de helling weer af terug naar de boot.

 

Donderdagochtend gaan we naar Rocha dos Capelinhos, een gebied aan de westkant van het eiland waar zeer recent nog -1957 tot 1958- een vulkaanuitbarsting heeft plaatsgevonden. Een onderwatervulkaan begon aanvankelijk slechts te borrelen, maar al snel spoot het asdeeltjes (stromboli) en gloeiende vulkaanbommen (grote brokken gloeiend heet steen) metershoog de lucht in. Zo lang en zo veel dat een compleet stuk zee “drooggelegd” werd. Op dat drooggelegde stuk “nieuw land” vormde zich een bovengrondse vulkaan en deze ging maandenlang lang, af en aan, vrolijk verder met het uitbraken van enorme hoeveelheden asdeeltjes en ook kokende lavastromen. Het nabij gelegen vissersdorpje en de vuurtoren zijn toen geheel resp. gedeeltelijk “verzwolgen” onder een dikke aslaag. En het eiland Faial was in een jaar tijd 2,4km2 groter geworden. Inmiddels is het “nieuwe land” door wind en erosie weer gekrompen en nog maar zo’n 0,6km2 groot. Onder de grond is zo’n 10 jaar geleden een prachtig museum gebouwd waar bovengenoemde geschiedenis als ook de ontstaansgeschiedenis van de Azoren op moderne en toegankelijke wijze wordt tentoongesteld. En het bijzondere van het geheel is, dat het gebouw zo geniaal ontworpen is dat het net een ondergrondse vulkaan is. Van buiten is het geheel niet zichtbaar en binnen heb je volstrekt niet het idee dat je je onder de grond bevindt. Hoewel we deze trip al minstens 2 vulkaanmusea bezocht hebben, laat dit museum weer een andere invalshoek zien op “het ontstaan van de aarde”. Na een paar uur dwalen door alle expositie-ruimten, moeten we echt terug gaan, willen we de auto op tijd bij het verhuurbedrijf inleveren.

 

En terug in de marina zijn de Moonrise en Vivente inmiddels ook aangekomen; zij hebben een barre, natte, zoute tocht achter de rug. De beloofde wind in de rug bleek toch een meer dan stevige aan de wind (tegenwind) met bijbehorende klotszee. ’s Avonds gaan we met z’n allen culinair uiteten … NOT …. we belanden bij de lokale chinees met loempia en ku lu yuk op z’n Portugees. Ach, voor het geld hoeven we het niet te laten: per persoon zijn we, incl. 2 drankjes, 10 euro kwijt.

 

De marina is, zoals al eerder gezegd, een kunstexpositie op zich met alle muurschilderingen die in de jaren op de kade, de kademuren, de basaltblokken geschilderd zijn. Vrijdag staat voor ons in het teken van artistieke activiteiten. We besluiten onze schildering van 10 jaar geleden enigszins te restaureren en aan te passen, zodanig dat onze 2011-schildering er onder past. Tico en Sil helpen een stukje, maar ik ben te precies en controlfreakerig om ook het fijnere werk aan hen over te laten. Ach, en zo erg vinden ze dat ook weer niet: boogschieten en verstoppertje spelen met Bram en Gijs is toch veel leuker?! Heb je ook niet van die ouders die in je nek hijgen dat ze wel “binnen de lijntjes” moeten kleuren. Coos en ik buigen ons (letterlijk) over het kunstwerk: Coos met de creatie van het nieuwe en ik met de restauratie van het oude. Een soort van weerspiegeling van onze karakters: Coos zet graag nieuwe dingen op en als het loopt, richt hij zijn blik op weer nieuwere kansen/mogelijkheden/uitdagingen. En ik ben meer het bestendige type: consolideren/onderhouden van het bestaande. Onderwijl zijn wijzelf, als kunstenaars, ook een bezienswaardigheid en foto-object geworden. Menig toerist knipt zijn digitale plaatje en maakt een praatje.

 

Vrijdagavond gaan we naar een volgende “must do” in Horta: we gaan naar Cafe Sport, de meeting place onder de zeilers. Het is zo gezellig met de diverse boten (Pjotter, Zeezot, Tinto, Vela, Moonrise, Vivente) dat we gelijk ook maar in het cafe blijven eten. Bram, Gijs, Tico en Sil worden opgehaald van de Moonrise waar ze druk zijn met de verzorging van een gevonden baby-duif. Ze hebben een bedje gemaakt van een lege eierdoos en hooi en daar piept het beestje dat het een lieve lust is. Op internet zoeken ze op wat zo’n jonge baby-duif moet eten: kopsmelk, oftewel zo’n door moeder-duif uitgebraakt drapje. Dat is een beetje lastig , maar creatief als de jongens zijn, proberen ze het met water, nat brood en een maïspapje. Maar…, wordt de jongens op het hart gedrukt, het blijft afwachten of het beestje sterk genoeg is om te blijven leven. Het kan ook zomaar ’s ochtends koud in de eierdoos liggen. Mocht het vogeltje per ongeluk op vrijdagnacht zijn laatste adem uitblazen, dan maken Bram en Gijs dat in elk geval niet mee, want zij logeren bij ons aan boord. Volgens strakke regie gaat bij hen om 23.00 uur het licht uit, maar dan houdt onze “controle” ook op. Wij slapen vermoedelijk eerder dan die jongens….

 

Voor zaterdag is regen voorspeld en daarmee is niets teveel gezegd: vanaf einde ochtend tot aan einde middag valt de regen met bakken uit te hemel. Het winkelen in de enige “winkelstraat” die Horta rijk is, valt daarmee enigszins in het water en is aldus bij lange na niet zo leuk als wanneer het droog was gebleven. Coos wil ’s middags binnen graag “schoon schip maken” en ik ga met Tico en Sil naar het overdekte zwembad. Geen tropisch zwembad met dito temperaturen, maar een functioneel sportfonsenbad waar alleen in gezwommen mag worden met badmuts. Dit laatste hebben wij natuurlijk niet en dus krijgen we 3 exemplaren te leen van het zwembad. De jongens vinden het maar wat stom om met zo’n badmuts te zwemmen, maar ik vind het wel handig. Geen slierten haar in mijn gezicht als ik als een platvis in het water duik (want echt sierlijk duiken lukt mij nog steeds niet). Sil verliest steeds zijn badmuts bij het duiken en het is aan Tico de eer om dat blauwe ding weer van de bodem op te duiken. Ach, zo blijven we een beetje bezig in dat grote bad dat we overigens geheel en al voor onszelf hebben.

 

En zo is elke dag wel gevuld met sightseeing, activiteiten en sociale bezigheden. Horta is een plek waar je makkelijk lang, te lang?, blijft liggen. To be continued!

 

PS: de eerste foto’s van Faial staan online!

Geen opmerkingen: