Globale reisplanning

Wij, de familie Keijser, hebben van 2010 tot 2011 met onze catamaran SeaMotions, voor een jaar een ' rondje Atlantic' gevaren. We koesteren onze herinneringen in ons dit digitale "book of memories". Daarna ben ik doorgegaan met het zo nu en dan vastleggen van het wel en wee van ons leven op land.







woensdag 29 augustus 2012

SeaMotions in de Adirondack Mountains!

Into the wild! Het land waar "De laatste der Mohikanen" zich afspeelde.
De Adirondack Mountains zijn van een geheel andere orde dan de Green en de White Mountains. Ik val in herhaling als ik zeg: groot, overweldigend groot en meeslepend mooi. Nederland past zeker 2x, misschien wel 3x, in dit natuurgebied. En 95% van dit gebied bestaat uit hellingen met loof- en naaldbomen, stroompjes, watervalletjes en grote en kleine meren. De natuur is zo ongerept. Na elke bocht of helling, zien we een "Bob Ross" vergezicht.
De mens is absoluut van ondergeschikt belang in dit onontsloten gebied. Geen internet, geen 3G en zelfs haast geen gsm-ontvangst.

Het is hier is een walhalla voor de outdoormens. De onbedorven natuur in met je rugzak. Survivallen, diep in de donkere bossen (let op de zwarte beer, de boslynx, de bobcat). Met kano en hengel dwalen over de meren en je maaltje bij elkaar vissen. Kortom, je kunt volledig eco uit je dak gaan, uniek biologisch exploreren en dagenlang niemand tegen komen.

Wij houden het bij de natuurcampings van de State Parks: dat is me primitief genoeg. Onze 1e nacht overnachten we in Wilmington Notch State Park, een bescheiden natuurcamping aan de rivier Ausable. Als we het steile pad vanaf de camping naar de rivier volgen, eindigen we bij een loodrechte rotswand en kijken we uit op een woest stromende rivier en een kletterende waterval. Dit is geen rustig beekje waar de jongens hun watermanagmenttechniek kunnen ontdekken. Niet dat ze daar tijd voor zouden hebben, want 5 minuten na aankomst zijn zij gekaapt door de 11-jarige Zack en 16-jarige Alli. In no time hebben Tico en Sil een baseballhandschoen aan, wordt er gevoetbald, gechilled bij het kampvuur en worden ze uitgenodigd het All American bbq-toetje te komen eten, te weten "smores": geroosterde marshmallow tussen met chocolade belegde creamcrackers. Moeder Beverly komt met ons kennismaken: een spraakwaterval die van geen ophouden weet. Binnen een kwartier zijn we op de hoogte van al het lief en leed in haar leven, de hele sjebeng: huwelijken, mishandeling, echtscheidingen, kinderen, kleinkinderen (ze is pas 43!), het leven in zonde met potentiële echtgenoot nr.3, haar idyllische droom ooit een "Kleine Huis op de Prairie"-leven te leiden, gewenste huwelijksreisbestemming, koopjeskrant lokale supermarkt, you name it.
Goed bedoeld, maar een beetje too much voor de afstandelijke Hollander.

De volgende ochtend vertrekken we vroeg en ontvluchten we Beverly en haar goedbedoelde initiatieven. We rijden naar het verderop gelegen Lake Placid. Jawel, hét Lake Placid van de Olympische Winterspelen 1980. Vanwege de chaotische organisatie destijds ook wel Lake Tragic genoemd. Enfin, het waren de Olympische Winterspelen waar Eric Heiden op een buitenschaatsbaan zijn 5 gouden medailles bij elkaar schaatste. Annie Borchink (wie kent haar nog?) won goud op de 1500 meter en Ria Visser zilver. Piet Kleine won zilver op de 10km. Tegenwoordig is Lake Placid getransformeerd in een "gewoon" schitterend gelegen wintersportdorp.

Na een Olympische ontbijtstop rijden we via ongeveer de enige weg die door dit natuurpark is aangelegd, richting Saranac Lake. We kopen wat brandhout bij een ouderwetse "trading post", de enige winkel-van-sinkel in de wijde omtrek. Daarna strijken we neer op de camping bij Fish Pond Lake. Voordat we een plekje mogen uitkiezen aan de oever van het meer, moeten we eerst een "bear warning notification" tekenen. Dat we maar weten wat de doen en niet te doen als we oog-in-oog met een zwarte beer komen te staan. En dat maar duidelijk is dat de camping niet verantwoordelijk is. Oftewel, we kunnen hen in het worst case scenario niet voor het gerecht slepen. Het is er prachtig! En we doen de hele middag niets behalve uitkijken over het prachtige meer en vuur maken voor de bbq.

Qua camperen doen we inmiddels (haast) niet onder voor de ervaren campercrack: elke ochtend zijn we in minder dan 15 minuten up and running. Zo ook vrijdag (24/8). Zonder heel concreet plan anders dan dat we "ergens" nog iets willen doen of zien, rijden we in zuidelijke richting. We passeren voortdurend grotere en kleinere meren, die via kreekjes en beekjes met elkaar in verbinding staan. Een soort Eilandspolder maar dan in een uitvergroot, bebost Reuzenland. Halverwege de ochtend maken we een ontbijtstop bij het low profile en ontspannen Long Lake. En daar doen we het meest onverwachte van deze vakantie, tot nu toe. Er liggen één-propeller watervliegtuigjes geparkeerd waarin je, blijkt, een rondvlucht kunt maken. Of waarmee je je op een afgelegen, niet via de weg te bereiken plek, kunt laten afzetten om einde dag weer opgepikt te worden. Althans, als je geluk hebt.
In een opwelling gaan we informeren naar de mogelijkheden. En ja hoor, 15 minuten later klauteren we in het vliegtuigje, stijgen we op en vliegen we boven een onvoorstelbaar, immens landschap. Dit is geweldig, spannend, sensationeel, euforisch bijzonder. Enerzijds het hobbel-de-bobbel vliegen en de enorme takke-herrie van de motor/propeller. En anderzijds komen we ogen te kort voor het magnifieke "birdview"-uitzicht. Als een vogel vliegen we een grote 8, zien we overal bomen-bomen-bomen-bomen en nog eens bomen. We zien meren waar je alleen met een dergelijk vliegtuig kunt komen, zompige moerasgronden, drijvende stukken land met afstervende kale bomen, schitterend gelegen blokhutvilla's, miniatuur kanovaarders. We zien uitgestrektheid. We zien het land waar ooit de indianen volgens de wetten van de natuur leefden. Voordat de Engelsen en Fransen hen en passant gedurende hun zevenjarige oorlog (rond 1857) tot op de laatste Mohikaan uitroeide.

Nog helemaal in de thrill van de vliegtocht verlaten we -jammer genoeg nu al- deze bijzondere en zeer relaxte plek. Terug naar civilisatie.

Verstuurd vanaf mijn iPad

zondag 26 augustus 2012

SeaMotions in Vermont!

We verruilen de ruigere, hogere White Mountains voor het lieflijker, glooiender, zachter ogende Vermont. Alsof de scherpe kantjes er vanaf zijn. De naam "Vermont" is afgeleid van het Franse Les Vertes Montes, oftewel "de groene bergen". Tussen de hoge, beboste hellingen liggen wijdse groene valleien.
Dit serene beeld wordt nergens (waar wij rijden) verstoord door rokende industrie of anderszins storende horizonvervuiling. We zien in dit prachtige groen vooral de voor deze streek typerende grote rode boerenschuren. Af en toe passeren we een klein dorpje met wat karakteristieke houten huizen, allen mét een veranda met (schommel)stoel. Elk dorpje heeft een kleine -eveneens houten- kerk. Zoveel is groot in dit land, maar de kerken zijn vaak van bescheiden afmeting. En er zijn er, dat moet gezegd, wel véél in haar soort: de episcopaalse gemeenschap, the methodist church, the presbyterian community, de lutherse kapel en nog veel meer religieuze stromingen.

Ook passeren we af en toe een verdwaalde "covered bridge", een houten brug met houten overkapping. Wie de tranentrekkende lovestory "bridges in Madison County" met de onvolprezen Meryl Streep en Clint Eastwood heeft gezien, heeft direct een beeld bij dit type brug.
Swift Water Bridge nr. 29 uit 1849 is bijna geheel in authentieke staat: een degelijke, deugdelijke constructie bestaande uit haast onverwoestbare dikke houten palen en balken. Het geheel is "aaneengesmeed" met indrukwekkende houten (!) spijkers. Destijds werden de bruggen overkapt om ze de beschermen tegen woest winterweer en het wassende rivierwater als de dooi na een flinke winter had ingezet en het waterpeil in de rivier steeg.

Onze bestemming is Waterbury en omgeving. Want in Waterbury bezoeken we de Ben&Jerry Ice Cream Factory. Het bezoek is van begin tot eind (een ruim half uur totaal) een goedlopende, geoliede machine. En dat bedoel ik niet cynisch. Integendeel, daar kunnen wij nog wat van leren. Amerikanen zijn ijzersterk in efficiënt en to the point communiceren.
Onze rondleiding start met een filmpje over de ontstaansgeschiedenis van dit biologische, duurzame, maatschappelijk verantwoorde, internationale ijsjessucces. Een prachtig aansprekend verhaal van 2 nerds die na highschool een schriftelijke cursus ijs maken volgen, hun spaargeld bij elkaar leggen en een tankstation verbouwen tot eerste ijssalon en dan min of meer bij toeval steeds bekender, groter en succesvoller worden. Vervolgens krijgen we een "birdview" van het productieproces (milk, cream, cream, sugar, flavor, fudge) en tot slot mogen we een klein bakje "chunky funkie chocolate chip cookie" proeven. Niks mis mee!

Onze 2e dagactiviteit is een bezoek aan een totaal ander productieproces, namelijk dat van de granietwinning. We rijden naar South Barre naar Granite Quarrier/Rock of Ages, een immense bovengrondse granietmijn. Het eerste deel van de tour is een rit met een oude schoolbus (Sil helemaal happy dat ie in een echte Amerikaanse, gele schoolbus zit) naar de top van de granietberg. Onderwijl vertelt onze gids Daisy ons over de geschiedenis van het keiharde, onverwoestbare gesteente graniet. Alles wat we horen en zien is voor ons nieuw, heel interessant en heel indrukwekkend. We kijken vanaf nu nooit meer hetzelfde naar een grafsteen, een herdenkingsmonument of mausoleum.

Deze mijn bestaat sinds midden 1800 en voorziet de mensheid met gemak de komende 1000 jaar van grijs graniet. Het delven van graniet is super arbeidsintensief, zwaar en lawaaierig. Een stellage van hijskranen en staalkabels staat als standbeeld boven op de granietberg. De hijskranen worden bediend vanuit een hokje ergens verstopt aan de zijkant van de berg. Hiervandaan heeft de machinist nauwelijks zicht op zijn hijser en hij moet aldus 100% (kunnen) vertrouwen op zijn "signaalman". De werkmannen worden met bakjes naar het te bewerken plateau gehesen waar zij vervolgens met enorme watergekoelde pneumatische boren, met cirkelzagen, met lintzagen, met supergrote wiggen en met dynamiet de brokken graniet als kaasblokjes (maar dan met een gewicht van 3 Boeings bij elkaar) uit de mijn hakken. Er wordt van boven naar beneden gewerkt en men gaat tot een open diepte van wel 200 meter.
In vroeger dagen ging dit natuurlijk veel omslachtiger en was er veel "snijverlies". Deze brokstukken, die blijkbaar niet gebruikt/verkocht konden worden, werden destijds op een berg naast de granietberg gestort. In meer dan tweehonderd jaar heeft zich daar een torenhoge "duinenrij" gevormd en ligt het er nu, onaangetast door weer en wind, als een eeuwige herinnering aan vroeger dagen.

Bergafwaarts rijden we langs de "outdoor showroom" van dit bedrijf: tussen het hoge gras verspreid liggen grote en kleinere granietblokken waar wij, de particuliere consument, ons eigen blok voor ons eigen grafsteen kunnen uitkiezen. Wordt het wel een hele grote grafsteen...

Het tweede deel van de tour is een "birdview" in de bewerkingsfabriek. We zien hoe het in plakken gesneden graniet in het gewenste model gezaagd en gepolijst wordt. En hoe een gewenste tekst of afbeelding m.b.v. een computerontworpen, rubberen mal er op gezandstraald wordt. De onder hoge druk geblazen zandkorrels ketsen af op het rubber maar schieten het vrijgehouden ontwerp uit het gepolijste graniet. Even later mogen Tico en Sil hun eigen plaatje graniet bewerken. Ze kiezen als afbeelding het lokale nationale dier: een eland.

Fascinerend dat men in dit land een toeristische attractie weet te maken van dergelijke productieprocessen. Ik denk zomaar dat je -om maar wat te noemen- als toerist niet bij Cacao de Zaan het productieproces van de cacaoboon kunt aanschouwen?

Na deze interessante rondleidingen zijn onze hersenen weer gevoed en verzadigd. We vervolgen onze weg en strijken neer op de grasgroene natuurcamping van Elmore State Park. Het is er schitterend en heerlijk rustig. Bij een ondergaande zon zwemmen we ons lijf een beetje los, we roosteren worstjes op de bbq en vallen dan moe en voldaan in slaap.

De volgende dag begint vroeg (08.30 uur) met een ochtendwandeling naar de vuurtoren op Elmore Mountain. Het is een pittige klim. De toren, ooit bedoeld als toren vanaf waar uitgekeken werd naar vuur, is van het type hoge uitzichttoren: 4 semi-open trappen leiden naar een overdekt en omhekt plateau. Vanaf dat plateau hebben Tico, Sil en ik een panoramisch uitzicht. Tot zover als we kunnen kijken, zien we groene bergen. En daarachter de contouren van de bergen die nog verder liggen. Jammer genoeg ziet Coos dit niet: zijn hoogtevrees speelt hem na de 1e vuurtorentrap te veel parten.

Op een spreekwoordelijk holletje gaan we vervolgens het pad naar beneden: voor 11.00 uur moeten we namelijk op de camping uitgecheckt zijn. We rijden naar het Oostenrijks aandoend wintersportoord Stowe. De nagebootste Oostenrijkse sfeer (chalets, stübes, geraniumbakken) vindt zijn oorsprong in de "Sound of Music"-familie Von Trapp die hier na de WO-II is neergestreken. Als we de afslag naar Spruce Peak Resort nemen, belanden we in een vanaf de weg niet te zien wintersportcomplex en zien we rondom ons stoeltjesliften en groene ski-pistes. We gaan voor een ritje rodelen: op een slee op wieltjes van een hele lange glijbaan gaan. Best leuk!

En dan, hup, verder met de camper. Op naar Charlotte, een klein dorpje van waar uit wij de ferrypont nemen om Lake Champlain over te steken. Lake Champlain is net zo groot (misschien wel groter?) als het IJsselmeer, maar dan qua vorm langwerpig uitgerekt. In 1820 ging hier de1e ferry: een klein zeilbootje. In 1824 werd dat een iets grotere pont, aangedreven door 6 paarden die -óp de pont- in monotone rondjes liepen en daarmee een waterwiel aanzwengelden dat voor de voortstuwing zorgde. In 1828 is deze pont verloren gegaan: met man en muis gezonken toen het overladen was met een kudde volvette koeien die op weg was naar de slacht.

Ons blijft een dergelijk lot bespaard en na 20 minuten meert de ferrypont af in Essex, in de staat NewYork. Op naar de wildernis, naar de grotendeels onontsloten Adirondack Mountains!

Verstuurd vanaf mijn iPad

donderdag 23 augustus 2012

SeaMotions in de White Mountains!!

Een nieuw riueel maken we ons eigen: namelijk ontbijten op de Amerikaanse manier. We halen een emmer laffe koffie, een zak zoete donuts en zachte bagels voor take-away bij Dunkin' Donut.

Via scenic routes rijden we het binnenland van Amerika in op weg naar Conway, een (toeristisch) plaatsje aan de oostelijke rand van de White Mountains, een groot natuurgebied in New Hampshire. Het natuurschoon is groots, wijds en mooi. Het is misschien een beetje te vergelijken met de Ardennen, maar dan veeeeel groter, veeeel groener en veeeel zonniger. Links en rechts passeren we kabbelende beekjes, stoere stroompjes en mooie meertjes met Indiaans klinkende namen, bijv. Ossipee Lake. Wij doen een relaxte zwem- en lunchstop bij het Engels klinkende Purity Lake in het gehucht King Pine. Ik zwem in zacht zoet water en overal waar ik kijk, zie ik hoge hellingen met dennenbomen. Enfin, onze eindbestemming is de Beach Area Camping in Conway aan de rivier Saco. We krijgen een hook-up plek vlakbij de rand van de rivier.

De komende 48 uur hebben we een actief programma voor ogen.
Eerst gaan we met grote zwembanden een stukje stroomafwaarts drijven in de -ijskoude- rivier. Dan, als de avond valt, aanschouwen we het ontstaan van een nieuwe "rivier" aan de andere kant van onze camper. Reden: het regent zooo hard dat de grond al dat hemelwater niet kan verwerken. Het stroomt om ons heen.

's Nachts hebben we het serieus koud als de temperatuur richting 45F daalt (10-13 graden?).

Op zaterdag 18/8 huren we kano's. We worden door een busje stroomopwaarts gebracht en ergens in een grasveld, in de middle of nowhere, afgezet. Van daaruit mogen (moeten) we de kano's vervolgens eigenhandig naar de rivier dragen en slepen. En we zijn niet de enigen: de gehele 8 mijl stroomafwaarts hebben we volop gezelschap van groepen Amerikanen die van een vrije zaterdag genieten. Familiedag, vriendinnenuitje, bachelor party en nog veel meer. Het is bomvol op de rivier. Iedereen laat zich in of op iets drijvends met de stroom meevoeren: kayaks, Canadese kano's, opblaasbanden. En iedereen heeft een tot de rand gevulde koelbox mee. Als deze niet in de kayak past, dan wordt deze in een speciale koelboxopblaasband meegesleept. En zij die in een opblaasband liggen, zijn verzekerd van een cupholder voor het blikje bier (of cola). Enfin, het is een boeiende bonte stoet dwarsdoorsnede van de typische -lawaaierige- Amerikaanse man en vrouw waar wij aan voorbij trekken. Na zo'n 4 uur peddelen, drijven en dobberen zijn we rond 17.00 uur weer terug bij de kanoclub waar onze camper staat.

Direct gaan we door naar het volgende programma-onderdeel: outletshoppen in Settler's Green (in New Hampshire wordt geen btw geheven). Vanwege ons moordende dagprogramma besparen we ons veel geld, want na de GAP, Nike Outlet, Adidas en TommyHilfiger ben ik eigenlijk al te moe en te hongerig om echt hardcore te shoppen. Met een bescheiden buit (voor iedereen een dingetje) halen we take-away pizza, waar we terug op de camping voor een snel aangemaakt kampvuur van smullen. Bekaf rollen we in bed.

Vanuit het motto "we zijn hier waarschijnlijk maar één keer" rijden we zondagochtend over de 302North richting Crawford Notch State Park. We maken een prachtige wandeling over een ruig pad langs een slingerend stroompje naar de Arethusa Falls: 1 uur heen en 1 uur terug. Heerlijk om met je verstand op nul je ene voet voor de ander te zetten en te genieten van de geur van dennennaalden en natte aarde.

Daarna rijden we terug naar Conway om vervolgens via de Kancamagus Highway dwars door de White Mountains te rijden naar onze volgende bestemming: Woodstock. Deze scenic route staat in de top 10 van mooiste highways in de USA. Hoewel de mededingers naar deze top 10 notering ons niet bekend zijn, is dit echt wel een mooie weg. Aan weerszijden van de weg worden legpuzzelwaardige vergezichten afgewisseld met dichte bebossing. Hoofdkleur: groen. En op zich is een bos een bos, een berg een berg en een stroompje een stroompje, maar hier in Amerika is de natuur zo overweldigend groot en veel. Onbegrensd!

Op naar Woodstock. En nee, dat is niet het hippie Woodstock uit de '60 jaren, maar gewoon een slaperig stadje waar we ons nestelen op een KOA-camping. En een KOA-camping is vooral saai en aangeharkt, maar wel praktisch en comfortabel: free wifi, zwembad, pet playground (altijd al in een hindenspeeltuin willen spelen) en wasmachine. Vooral vanwege dit laatste apparaat én de behoefte om een beetje uit te rusten, blijven we hier een dag extra.
Tico en Sil oefenen de hele ochtend hun basketballskills en ik leef me uit met wassen van de was, de camper en mijzelf.

Nu zijn wij ook weer niet de mensen om de gehele dag op één plek te blijven en dus hebben we voor 's middags een mooie wandeling uitgezocht. Aldus rijden we een stukje Noordelijk richting Franconia Notch State Park, parkeren we bij The Basin. Van daarui volgen we de pijltjes Brooks/Cascade Trail. De wandeling is helemaal naar de smaak van Tico en Sil: bijna de gehele trail klauteren en springen zij als steenbokken over de grote keien in de rivier, waar wij ons keurig aan het (ruige) pad houden. Het is schitterend te zien hoe het water de grote en kleine keien rond en glad heeft geslepen. Het ziet er uit alsof een kunstenaar helemaal los is gegaan op een supergroot blok speksteen. In werkelijkheid is de natuur de kunstenaar en heeft het voortdurend stromende water de immense grote steenplateaus geslepen tot een zacht vloerkleed dat sierlijk geplooid onder een dun laagje stromend water gedrapeerd ligt.

Bij terugkomst op de camping dit keer geen typisch Amerikaans take-away voedsel, maar een degelijk zelf bereidde pasta bolognese met -ja, gekke combinatie- lokale sweet corn (maïskolf) en frisse salade.

We gaan afscheid nemen van de White Mountains in New Hampshire en kennismaken met de Green Mountains in Vermont.

Verstuurd vanaf mijn iPad

maandag 20 augustus 2012

SeaMotions in Massachusetts!

Amerika, het land van de onbegrensde mogelijkheden en rijkdom! Dat is wat we zien als we langs de kust van Massachusetts cruisen. Vooral het schiereiland Cape Cod doet onbedaarlijk welvarend aan. We zien vooral landelijk gelegen villa's op zeer ruim bemeten kavels. Schuttingen zijn niet nodig om de erfafscheiding aan te geven. We zien vooral grote (dure) PC Hooft-trekkers rijden. Een Volvo X60 is klein in deze contreien. Het prijsniveau voor ongeveer alles ligt hoog: campground, supermarkt, fietsverhuur, midgetgolf, parkeertarieven, you name it.
En tegen onze verwachting in is het overal hartstikke druk.

We zoeken, al dan niet noodgedwongen, op het schiereiland Cape Cod elke dag een andere campground. Zo slapen we een nachtje op de rustieke natuurcamping zonder faciliteiten maar mét prachtig (zwem)meer in Nickerson State Park. Op deze "weg-van-alles" plek willen we wel een dag en nacht extra blijven, maar helaas is de camping volgeboekt. En aldus verhuizen we, na eerst een ochtendduik te hebben genomen in dat lieflijke zoetwatermeer, op Tico's 13e verjaardag (13/8) naar private campground Sweet Water Forest in Brewster/Cape Cod.

Terug naar Cape Cod: de omgeving doet ons denken aan Aerdenhout/Bloemdaal maar dan zo groot als Noord- en Zuid-Holland bij elkaar. Het merendeel van de natuur is private property en dus niet toegankelijk voor ons. Het geheel komt op ons (mij) erg aangeharkt over en vooral bestemd voor de happy few. Geen plek waar ik mij thuis voel.

De rit langs de kuststrook richting Boston blijft een soort miljonairslaan. Leuk om te zien, maar ook niet meer dan dat. Ten Noorden van Boston "normaliseert" het wat en krijgen we meer en meer een beeld hoe de (bijna) gewone Amerikaan woont. De huizen worden kleiner, de auto's worden kleiner en de algehele aanblik toont wat rommeliger, wat meer geleefd. Geleefd met een uitgesproken liefde voor hun land, want de stars en stripes wappert uitbundig bij bijna bij elk huis. En als je een echte patriot bent hang je ook rozetten in de kleuren van het land aan de veranda, boven de voordeur en/of onder de ramen. Overal langs de weg zijn de bermen opgesierd met verkiezingsbordjes: "Richardi for sherrrif", "Smith for Governor", Romney/Obama for President.

We strijken neer bij Black Bear Camping in Salisbury, op de grens Massachusetts/New Hampshire. Het campingvolk hier doet denken aan "beren": stevige dames en heren met een meer dan royaal bmi-percentage. Ook heeft iedereen wel één of meerdere tattoo's. En nog steeds zijn de campers, pick-up-up caravans en coach(bus)mobiles, met veelzeggende namen zoals Hurricane of Challenge, indrukwekkend groot.

Vanuit het nabij gelegen Newburyport stappen we op de "commuter train" naar de oudste stad van Amerika (in 1630 gesticht door de puriteinen): Boston! De stad waar de Bostonianen als eersten in opstand kwamen tegen de koloniale overheerser Groot-Brittanie. De stad waar eeuwen geleden de Amerikaanse revolutie begonnen is. De stad waar de onafhankelijkheidsverklaring opgesteld en getekend is, waarna de "Verenigde Staten van Amerika" (13 staten destijds) een feit was.
We nemen de hele dag om de Freedom Trail, die voert langs alle historische highlights, te lopen. De rodenstreep slingert ons kriskras door deze Europees aandoende stad. Aan het eind van de route, einde middag, hebben we het end in de bek. Geen van ons kan nog iets in zich opnemen en allemaal willen we gewoon a.s.a.p. naar "huis". Zo gezegd, zo gedaan.

Helemaal instorten kunnen we trouwens niet: we moeten we namelijk een plek voor de nacht zoeken. Salisbury Beach State Park blijkt vol, maar gelukkig vinden we een plekje op het terrein van Hampton Beach State Park.
Hampton Beach overigens, is het Scheveningen (of Zandvoort) van New Hampshire. Een badplaats met een groot, breed zandstrand. De boulevard, the strip, oogt een beetje plat, een beetje volks, een beetje schreeuwerig, een beetje goedkoop. Maar ach, wij zijn hier alleen maar om te slapen. De volgende ochtend gaan we na het ontwaken direct op pad: dan laten we de zee de zee en gaan we linksaf het binnenland van New Hampshire in richting de bergen, de White Mountains.

Verstuurd vanaf mijn iPad

zondag 19 augustus 2012

SeaMotions naar Nantucket

Al 10 jaar vertelt onze Amerikaanse vriendin Candace over het eiland waar ze vanaf jongs af aan haar zomers met haar familie doorbrengt. Het eiland van Moby Dick: Nantucket! We worden gastvrij ontvangen door de ouders van Candace. Het is alweer 10 jaar geleden dat we hen voor het laatst (en tegelijktijd eerst) ontmoet hebben.

Haar ouders, mr en mrs Ruddy, hebben in het gelijknamige plaatsje Nantucket een prachtig, antiek en authentiek houten Victoriaans huis aan 28 West Chester Road. Een huis waarvan de geschiedenis ver terug gaat: eind 1700 wordt het huis gebouwd door een walvisvaarder. Het huis wordt voorzien van een voor dit eiland (voor deze streek) kenmerkende "widow's walk", een soort balkon/platform op het dak van het huis. Vanaf dit balkon kan van de vrouw des huizes uitkijken over zee naar de terugkeer van haar zeevarende echtgenoot. Al dan niet tevergeefs ....

Eind 1800 wordt er -geheel in stijl- een stuk aan het huis aangebouwd. Vanaf ca. 1950 huren de Ruddy's het in de zomer en rond 1974 worden ze eigenaar van het schitterende pand.

Alles in en om het huis is in de oorspronkelijke (onderhouden) staat. Veel kleine kamertjes, veel schuin aflopende vloeren, veel deuren die klemmen, lage plafonds, meerdere badkamers met emaille ligbaden op pootjes en ouderwetse kranen, overal loden waterleidingen. En alle kamers zijn in stijl ingericht met (semi-) antieke meubelstukken. Het is alsof we in een museum gaan logeren.

In de gloriedagen van de walvisvaart gaat alles op het eiland voor de wind, maar als aardolie het nut en de noodzaak van de walvisvaart overbodig maakt, vervalt Nantucket is een diepe, economische depressie. Pas in de 20ste eeuw wordt het eiland, met haar aangename zomerklimaat, ontdekt door de rijken uit New York en New England. Tegenwoordig behoren de onroerend goed prijzen op Nantucket tot de hoogste van Massachusetts. Een brochure van een lokale makelaar vertelt ons bijvoorbeeld dat we voor zo'n 59 miljoen knip en klaar vrijstaand kunnen wonen op een ruime kavel met zeezicht...

Terug naar de realiteit: wij hebben 2 heerlijke dagen met Candace en haar familie.

Eerst neemt Candace ons mee naar het strand aan de "ruwe kant", zodat de jongens mogelijk kunnen golfsurfen. Helaas is het weekje surfkamp in Egmond niet voldoende om de Nantucketse golven van zaterdag 11/8 te berijden. Prachtige hoge rollers klappen met veel gebruis op de kust. Ik hoef zelfs het water niet in om wel nat en zout te worden.
We browsen wat door de straatjes met autenthieke, maar naaldhakonvriendelijke, kinderkopjes. De 6 -8 cilinder SUV's en pick-ups hobbelen er met gemak over heen.

's Avonds maken we kennis met het fenomeen yachtclub, The Nantucket Yachtclub. Een club waarbinnen het bol staat van de tradities, rituelen en gedragscodes. Als je lid bent, of beter, mág worden van deze semi-besloten club, dan staat er een scala aan faciliteiten tot je beschikking om het leven te veraangenamen. Denk bijvoorbeeld aan: snelle open zeilbootjes voor jong en oud, tennisbanen (dresscode: wit), restaurant (dresscode: jasje-dasje), nautische kinderclub, een "launch" (sjieke bijboot met geuniformeerd chauffeur) die je naar je zeil- of motorboot aan de mooring brengt en weer ophaalt. Llid zijn van de NYC communiceert naar de buitenwereld een zekere sociale status. Dit alles in ruil voor een flinke zak geld per seizoen.

Enfin, wij hebben er een bijzondere avond met bijzondere mensen, met interessante gesprekken en met overheerlijk eten. En, daarbij vloeit volgens onze vriendschapstraditie de champagne eens rijkelijk (onze jaarlijkse ontmoetingen worden altijd opgeluisterd met champagne).

Zondagochtend begint voor mij met een aspirientje. Daarna gaan we naar het Shipwreck & Lifesaving Museum. Het eiland blijkt omringt met wrakken van schepen die in storm of mist op één van de vele ondieptes rondom het eiland zijn gestrand. Heldhaftige reddingsacties hebben vaak weten te voorkomen dat er mensenlevens verloren zijn gegaan.

Vervolgens sjezen we door naar de yachtclub, halen we take-away lunch bij de "snackbar" en gaan we een paar uur spelevaren met de boot van mr. Ruddy. Het eerste wat Sil uitroept als we met de "launch" de motorboot naderen is: "yeah, een speedboot met 150pk!". Een 2e "yeah" volgt als de opblaastube uit het vooronder wordt gehaald en achter de boot wordt gehangen. En dan gaat het gebeuren, voor het "echie" gesleept worden door een speedboot.. Tico en Sil vinden het na een aanvankelijk aarzelend enthousiasme geweldig spannend en leuk. Om beurten gaan jong en oud, solo en samen, wild stuiterend en slingerend in en over het kielzog van de boot. Hoe laf ook, ik waag me er niet aan. Ik zie het al voor me dat ik ten overstaan van iedereen bij de allereerste wipe-out mijn bikinitop verlies. Daar kunnen die puriteinse Amerikanen helemaal niet tegen.

En dan is het zomaar opeens tijd. Tijd om afscheid te nemen van mr en Mrs. Ruddy, van Candace & Matthew. De ferry van 16.10 uur wacht op ons. Onze rijdende hut, voor $90 geparkeerd (ja, de parkeertarieven voor 48uur parkeren in Hyannis zijn Amerikaans groot), wacht op ons. Een campground in Brewster/Cape Cod wacht op ons.

Verstuurd vanaf mijn iPad

vrijdag 17 augustus 2012

SeaMotions gaat camperen!

Na dynamische dagen in een dynamisch NewYork start een volgend dynamisch avontuur: we "schepen in" in een 30ft camper! En verplaatsen we ons de komende tijd op vier wielen "on the road".

Op donderdag 9/8 melden we ons om 11.00 uur bij de Cruise America RV Rental & Dealer in Branchburg (New York). Na het nodige papierwerk worden we in een klein, warm kamertje achter een instructievideo gezet. Daarna wordt onze camper, een rijdende hut ter grootte van een vrachtwagen, voorgereden. WOW, 30ft is best erg groot ... Na nog een korte persoonlijke overdracht slaan we aan het uitpakken van onze bagage en het inrichten van ons tijdelijke mobiele huis.

Vervolgens gaan we op pad om 1. benzine te tanken, 2. boodschappen te doen en 3. richting het 190 mijl verderop gelegen Mystic te rijden. Geen misselijk programma kan ik je vertellen. Enerzijds omdat het best even wennen is om in zo'n grote RV te rijden en te manoeuvreren (in Nederland heb je voor dit formaat wagen een groot rijbewijs nodig). Anderzijds omdat we een behoorlijk deel van de route richting Mystic langzaam rijdend tot stilstaand verkeer hebben. Jawel, in dat grote Amerika zijn grote files!! En dat ook nog eens op tolwegen-/bruggen, waarvoor grote bedragen gevraagd worden (bijv in één keer $ 26 neertellen om de George Washingtonbrug -over de Hudson Rivier- over te mogen rijden).

Rond 19.00 uur arriveren we bij de KOA Campground North Stonington (Connecticut). De jongens duiken direct in het zwembad en wij verdiepen ons in de "hook up"-handelingen (stroom/water/afvoer). Pfff, wat een dag hard werken.

We hebben een snaarstrak programma en rijden dientengevolge op vrijdag door richting Hyannis (Massachusetts). In Newport (Rhode Island), het zeilersmekka van deze streek, maken we een stop en bewonderen we een aantal super(motor)jachten en 2 Gunboats (supersnelle, superstrakke catamaran). Daarna rijden we naar het startpunt van de "Cliff Walk" om Amerikaans welvaren te aanschouwen. Langs de zuidkust van Rhode Island staan namelijk de meest indrukwekkende villa's, waarvan ook een aantal van binnen te bezichtigen is. En wij willen weleens eens zien in wat voor vakantiehuisjes de rijkste Amerikanen hun zomervakantie spenderen.

The Breakers Mansion is het grootste vakantiehuisje: een 70 kamers tellend paleis, gebouwd in 1895 door de kleinzoon van scheeps- en spoorwegmagnaat Cornelis Vanderbilt. Via een informatieve audiotour horen we over de marmeren mozaïeken in de biljartkamer, het bladgoud in muziekkamer, de titaniumpanelen in de zilveren kamer. Over de geheime gangetjes tussen alle kamers voor het personeel, zodat zij zo goed als onzichtbaar bleven voor de familie en over de dagelijkse verkleedpartijen voor alle programma-onderdelen van een gemiddelde dag van de kinderen Vanderbilt (voor het ontbijt, voor het musiceren, voor het zwemmen, voor de lunch, voor de verplichte middagdut, voor het tennissen, voor het zeilen, voor het paardrijden, voor het diner (het diner overigens apart van de ouders; pas na je 16e mocht je bij hen aanschuiven). Ze waren er maar druk mee.

Dat is Amerika op z'n rijkst. The Breakers is met recht een paleis. Het geheel is -best heel smaakvol- ongelofelijk overdadig en over the top: het glimt, het schittert, het sprankelt, het flonkert, het straalt, het blinkt, het glanst. Alles het beste van het best, het mooiste van het mooist, het grootste van het grootst, het duurste van het duurst. Geld speelt geen rol.

Als we na ruim 2 uur de overweldigende villa uitrollen, begint het te regenen. Als we net in onze hut zijn, breekt de hemel helemaal open en valt de regen met bakken naar beneden. En weet je, ook de Amerikaanse regendruppels zijn groter dan in Nederland. En, als het in de zomer in dit gebied regent, krijg je de donder en bliksem er gratis bij. Geparkeerd naast The Breakers en met uitzicht op de oceaan, zitten we het noodweer uit. Geen straf trouwens met een maaltje zelfgemaakte spaghetti bolognese op tafel (met een beetje hulp uit een potje).

Het is inmiddels 5 uur en we hebben nog zo'n 60 mijl te gaan richting de omgeving Hyannis. Voor het donker wordt (rond 8 uur), willen we een plek voor de nacht gevonden hebben. Uiteindelijk belanden we na wat omwegen, straatje keren en U-turns maken om half 8 -voor ons gevoel in the middle of nowhwere- in East Warham bij Jellystone Campground. Op deze natuurcamping porren Coos en de jongens -in de motregen- hun eerste vuur op. En even later vallen we in slaap bij het meditatieve geluid van druppels op het dak van onze hut.

Op zaterdag is het vroeg dag. Om 06.45 uur hobbelen het bos uit en rijden we de snelweg op naar Hyannis (Massachusetts). Vanuit Hyannis vertrekt om 09.20 onze ferry naar Nantucket. Het weekend zijn wij namelijk te gast bij de Ruddy Family, de ouders van Candace.

Verstuurd vanaf mijn iPad

dinsdag 14 augustus 2012

SeaMotions in New York!

Dinsdag 7 augustus is het zover: SeaMotions goes USA. Een soepele treinreis brengt ons naar Schiphol en een soepele vliegreis brengt ons naar NewYork. Nadat de USA-customs een foto en vingerafdrukken hebben genomen, mogen we het land van de onbegrensde mogelijkheden binnentreden.

Een taxi brengt ons naar ons hotel met de toepasselijke naam The NewYorker, zeer centraal in Midtown / Manhattan gelegen op de hoek 8 Avenue/34 East Street. Onze hotelkamer bevindt zich op de 32ste verdieping en heeft schitterend uitzicht op het Empire State Building. Althans, als we ons een weg naar het raam óver de koffers en langs de queensize bedden heen weten te werken. De familiekamer is niet zo heel groot...

NewYork verdient met verve de titel "the city that never sleeps". Het is er nooit en nergens stil. Ook niet in de hotelkamer op de 32ste verdieping. 24/7 is er overal het lawaai van straatwerkers, optrekkend verkeer, gillende sirenes, brommende airco's, tikkende waterleidingen, piepende douchekranen en nog veel meer.

De 1e avond hebben we een supergezellig, quick dinner met (schoon)familie Genee-Keijser; zij doen ook een paar weken USA en het is wel héél bijzonder dat we ons op dezelfde dagen in hetzelfde land, in dezelfde stad en in hetzelfde hotel bevinden.

De 2e dag browsen we met het gezin door NY met als globaal doel Rockefeller Centre en Central Park. Al wandelend halen we ons ontbijt en lunch bij stalletjes op straat. Om halverwege de dag wat af te koelen (het is zo'n 27 graden), lassen we een bezoekje aan de Public Library in.
Een prachtig openbaar gebouw met bij de entree 2 leeuwen genaamd Patience (geduld) en Fortitude (standvastigheid). In deze bieb staan zo'n 6 miljoen boeken en 17 miljoen documenten. En niet één boek of document kan worden geleend. In indrukwekkende leeszalen is wel een heel groot aantal boeken in te zien, bijvoorbeeld per land de biografie van achternamen. De naam Keijser komt vanaf eind 1500 alleen als Keyser terug. Natuurlijk worden wij getriggerd door de geschiedenis van een zekere Pieter Keyser. Deze Pieter maakte als "opperste piloot" een zeereis naar "de onbevaren zee" richting Java. Helaas moest hij zich ter hoogte van Madagascar als gevolg van muiterij onder de bemanning terugtrekken. Pieter deed tijdens deze reis op het zuidelijk halfrond meer dan 300 waarnemingen omtrent de sterren en vormde hen tot nieuwe sterrenbeelden. Deze Pieter was niet de enige Keyser; andere Keysers in deze tijd waren vooral actief als ambachtsmannen op het gebied van beeldhouwen/steenhouwen. De namen Nierop, Stoop, Woestenburg, Leegwater hebben we niet terug kunnen vinden in de verschillende edities.
Maar als we Patience en Fortitude hadden getoond was het wellicht een succesvoller zoektocht geworden.

We vervolgen onze weg naar Rockefeller Centre om "on top of the Rock" te gaan. Ogen dicht als we de toegangsbewijzen kopen (my god, ze weten wel prijzen te vragen) en een half uur later zoeven we supersnel naar de 69ste verdieping. Ondanks het feit dat het zicht wat heiig is, vinden we het uitzicht overweldigend. Alle wolkenkrabbers zien er vanaf deze hoogte uit als goed gesculptuurde zandkastelen. De Hudson Rivier meandert langs de rand van het supercentrum en heel in de verte ontwaren we het Vrijheidsbeeld. Central Park ligt als een groen vlekje tussen al dit steen, beton, asfalt en water in.

Central Park is ons volgende doel en heel specifiek fietsen in Central Park. In de praktijk blijkt het fietsen vooral leuker te klinken dan te doen. De fietsen zijn (uit veiligheidsvoorschrift?) formaat kinderfiets (zodat je lekker makkelijk met je voeten bij de grond kunt?). En, als zuunige Hollander kan ik het niet nalaten te vermelden, hiervoor betaal je -voor een uurtje fietsen!- een hoofdprijs ($15 per uur, per fiets). Enfin, de jongens vinden het geweldig.

Met de taxi (veeeel goedkoper dan uurtje fietsen) laten we ons terug naar het hotel rijden. We passeren nog even Times Square en Broadway. Tico en Sil hangen met open mond met het hoofd uit het raam: wauw, ál die flikkerende, schreeuwende flatscreens op ál die gevels.

We leven onze dag New York op z'n New Yorks: in een moordend tempo! Terug in het hotel hebben we namelijk welgeteld 30 minuten om ons op te frissen en klaar te maken voor onze volgende dinnerdate: eten met Candace. We hebben in maart 2011 op Bonaire afscheid van elkaar genomen en ontmoeten elkaar in augustus 2012 weer in jazzclub/restaurant The Blue Smoke voor een hapje onvervalst Amerikaans BBQ-eten. Zo leuk, zo gezellig, zo vertrouwd!

En dan zit New York er weer op voor ons: op donderdag 9 augustus worden we om 09.00 uur door een taxi opgehaald en worden we naar de camperverhuurder in Branchburg gebracht. We gaan beginnen aan een volgend avontuur.

Verstuurd vanaf mijn iPad

woensdag 8 augustus 2012

Op het Wad en IJsselmeer

De 2e week van de zomervakantie vieren we op de boot.

Voor een vakantie in Nederland is "het weer" een belangrijke factor. Pas na een blik op de lucht en op Buienradar bepaal je óf en wát je gaat doen.

Wij gooien in elk geval op vrijdag de trossen los en zetten koers naar ... OK, dat moeten we dan nog bepalen. Het is qua temperaturen prachtig zomers weer, misschien een beetje benauwd, en er is (helaas) nauwelijks wind. Op het IJsselmeer betekent dit dat de IJsselmeermugjes uit hun larf komen en in grote getale neerstrijken in de kuip. Deze zgn. ééndagszoetwatermugjes leven, zoals het woord al zegt, hoogstens één dag en vaak zelfs maar een paar uur. Hun geplette lijfjes laten vooral viezigheid achter. En zo wordt het voor ons makkelijk besluiten waar we naar toe gaan: weg van het IJsselmeer, op naar het zoute water, op naar Texel.

Na een zonnige zaterdag relaxen op Texel varen we op de volgende zonnige zondag met een rustig windje in de rug buitenom -oftewel over de Noordzee- naar Vlieland. Het is een kadootje, voor elk van ons op z'n eigen manier. De mannen gooien een vislijn uit, of beter, twee vislijnen. Het wordt een bescheiden succesvolle jacht die twee makreeltjes en veel plezie oplevert. Ik geniet van de zon en van het wijdse uitzicht, van de mooie kleur van de lucht die verglijdt in het blauw van het water. Van de ogenschijnlijke optische illusie midden in zee een strook zand te zien, wat geen optische illusie blijkt te zijn maar "gewoon" Noorderhaaks (ook wel bekend als de Razende Bol): een onbewoond eilandje, een hoogwatervluchtplaats voor zeevogels en zeehonden. Van de Texelse kustlijn met haar zandstranden en duinenrijen.

Bij Vlieland varen we voorbij aan de haveningang en gaan we "lekker rustig" voor ander op ons plekje onder de Vuurboetsduin (het duin waar de vuurtoren op staat). Het "lekker rustig" heeft vooral betrekking op het ontvluchten van de enorme drukte in de jachthaven; deze is overbevolkt met gezins(Bavaria)boten en charters. De steigers zijn oranje gekleurd vanwege de enorme hoeveelheid krabbenvangende kids met zwemvest. Maar, dat is dan ook de enige verwijzing naar "lekker rustig", want aan het mooie zomerse weer komt een einde. Er verschijnen dikke, donkere, onheilspellende wolken aan de horizon en de westenwind trekt best behoorlijk aan. Op de ankerplaats wordt het iets hobbeliger. Omdat een aantal boten verderop in iets rustiger water lijkt te liggen, verplaatsen we onze boot voor het slapen gaan een beetje meer die kant op. Helaas, een optische illusie. Die rustig liggende boten zitten middenin het proces van droogvallen; vandaar dat rustiger kabbelende water. Wij plonzen ons anker in de diepere geul naast de plaat en blijven de hele nacht hotsen en klotsen, hobbelen en schommelen. Zeus laat nadrukkelijk van zich horen (donder en bliksem) en de hemel opent zich. De regen valt met bakken tegelijk naar beneden. De wind trekt aan naar een meer dan stevige kracht 6 met vlagen kracht 7. We slapen niet of nauwelijks die nacht.

De volgende dag verdiepen we ons in de technieken van het droogvallen. We tappen kennis af van andere boten en horen zo over de specifieke plussen en minnen van droogvallen op deze plaat. Dichterbij de kant is de ondergrond zachter, blubberiger. Dichterbij de geul is de ondergrond harder door de schelpen. Volgens de kenners verandert de biotoop van deze plaat door de komst van een allochtone bewoner: de Japanse oester. Deze zuivert het water (wat hierdoor helderder wordt), maar verkalkt de plaat. Wie weet ligt hier over tientallen jaren wel een soort van rif.
Vanuit de boot bezien is zachtere ondergrond fijner dan een harde zandkorst. Met name als het gaat om het moment van droog naar drijvend. Vanuit mijzelf gezien geef ik de voorkeur aan zand in plaats van blub: via het zand bespaar ik mezelf rouwranden onder mijn teennagels als ik naar de kant waad.

Die nacht trekt de wind wederom aan en raast donder, bliksem en regen over ons heen, maar de boot ligt een deel van de avond/nacht hoog en droog (dus rustig), danwel dobbert in ondiep water. We slapen als roosjes. Het is jammer dat de wind gaat draaien naar het Zuiden. Hierdoor liggen we naar onze mening aan deze " lage wal" onvoldoende beschut.

Onze volgende bestemming wordt de jachthaven vanTerschelling. Ook deze jachthaven is in het zomerseizoen buitengewoon populair bij zeilend Nederland. In het laatste vak, helemaal buitenop en achteraan, vinden we een prachtplek. De jongens leven zich met voetbal én zeilende leeftijdsgenoten uit op het veldje bij het havenkantoor. Coos relaxt -met een geweldig uitzicht over de Waddenzee- in de kuip. En ik sloof me uit op mijn hardloopschoenen: via het bos naar West aan Zee en terug via het Groene Strand. 's Avonds gaan we lekker en gezellig eten met ons buurmeisje/oppas Rianne, die deze zomerperiode scheepsmaat is op de bruine vloot.

Voor één dag houdt het instabiele, natte weer zich koest. We fietsen naar West aan Zee voor een paar uur strandplezier. En plezier hebben we: Tico en Sil kunnen (mogen) een uurtje blokarten. Tico is wat handig met het zeilkarretje en scheurt met kinderlijke eenvoud zijn halve windse-rakken over het harde strand, hij gijpt en gaat overstag op de korte kanten. Daarna doet hij hetzelfde met Sil in een duo-kart.

We vervolgen ons rondje Waddenzee en varen naar Harlingen, een plaats waar we nog niet eerder met de boot zijn geweest. Waarschijnlijk vanwege het nemen van twee hordes -in de vorm van twee bruggen- hebben we Harlingen altijd overgeslagen. En ik denk, na dit (flits)bezoek, dat we Harlingen in de toekomst regelmatig zullen blijven overslaan. Zo'n gedoe met die bruggen.

In de stromende regen verlaten we de volgende ochtend Harlingen en koersen we aan richting good old Hindeloopen waar we een Meet&Greet zullen hebben met de Moonrise.
En in Hindeloopen word ik altijd blij, Hindeloopen heeft een goede energie. Dat begint al bij de markante havenmeester, de broer van Kapitein Iglo. Gezeten op de kop van de gemeentesteiger, onder een mini-partytent bestiert deze besnorde 65+-er vriendelijk en gastvrij het komen en gaan van de (zeil)boten. De skyline van Hindeloopen is altijd een Anton Pieck-plaatje. De pittoreske huizen aan de haven, de masten, het kleine sluisje, de leugenbank met oude mannetjes, het oude reddingbotenhuis, de groene dijk met schaapjes. En dat alles onder een schapenwolken lucht. Prachtig.

Met de Moonrise is het direct, als vanouds, gezelligheid troef. We beginnen 's middags op het voordek, verhuizen daarna naar het restaurant aan de haven "Ame Gijs", drinken vervolgens koffie bij ons in de kuip. Om tot slot te eindigen met ons "vertrekkersritueel", te weten het opentrekken van een fles bubbels ter ere van het aankomen in een nieuw land: Friesland. De jongens houden een andere traditie in stand, namelijk logeren op de SeaMotions! Volop gezelligheid voor iedereen.

Helaas kunnen we maar kort blijven in Friesland; alweer de volgende dag zit onze week zomerzeilen er op en maken we de laatste mijlen terug naar onze thuishaven in Andijk.
Alle dagen van deze week hebben we (weer) intens beleefd, onze zintuigen hebben (weer) volop genoten en het was heerlijk om (weer) als gezin "onderweg" te zijn.