Globale reisplanning

Wij, de familie Keijser, hebben van 2010 tot 2011 met onze catamaran SeaMotions, voor een jaar een ' rondje Atlantic' gevaren. We koesteren onze herinneringen in ons dit digitale "book of memories". Daarna ben ik doorgegaan met het zo nu en dan vastleggen van het wel en wee van ons leven op land.







zondag 26 augustus 2012

SeaMotions in Vermont!

We verruilen de ruigere, hogere White Mountains voor het lieflijker, glooiender, zachter ogende Vermont. Alsof de scherpe kantjes er vanaf zijn. De naam "Vermont" is afgeleid van het Franse Les Vertes Montes, oftewel "de groene bergen". Tussen de hoge, beboste hellingen liggen wijdse groene valleien.
Dit serene beeld wordt nergens (waar wij rijden) verstoord door rokende industrie of anderszins storende horizonvervuiling. We zien in dit prachtige groen vooral de voor deze streek typerende grote rode boerenschuren. Af en toe passeren we een klein dorpje met wat karakteristieke houten huizen, allen mét een veranda met (schommel)stoel. Elk dorpje heeft een kleine -eveneens houten- kerk. Zoveel is groot in dit land, maar de kerken zijn vaak van bescheiden afmeting. En er zijn er, dat moet gezegd, wel véél in haar soort: de episcopaalse gemeenschap, the methodist church, the presbyterian community, de lutherse kapel en nog veel meer religieuze stromingen.

Ook passeren we af en toe een verdwaalde "covered bridge", een houten brug met houten overkapping. Wie de tranentrekkende lovestory "bridges in Madison County" met de onvolprezen Meryl Streep en Clint Eastwood heeft gezien, heeft direct een beeld bij dit type brug.
Swift Water Bridge nr. 29 uit 1849 is bijna geheel in authentieke staat: een degelijke, deugdelijke constructie bestaande uit haast onverwoestbare dikke houten palen en balken. Het geheel is "aaneengesmeed" met indrukwekkende houten (!) spijkers. Destijds werden de bruggen overkapt om ze de beschermen tegen woest winterweer en het wassende rivierwater als de dooi na een flinke winter had ingezet en het waterpeil in de rivier steeg.

Onze bestemming is Waterbury en omgeving. Want in Waterbury bezoeken we de Ben&Jerry Ice Cream Factory. Het bezoek is van begin tot eind (een ruim half uur totaal) een goedlopende, geoliede machine. En dat bedoel ik niet cynisch. Integendeel, daar kunnen wij nog wat van leren. Amerikanen zijn ijzersterk in efficiënt en to the point communiceren.
Onze rondleiding start met een filmpje over de ontstaansgeschiedenis van dit biologische, duurzame, maatschappelijk verantwoorde, internationale ijsjessucces. Een prachtig aansprekend verhaal van 2 nerds die na highschool een schriftelijke cursus ijs maken volgen, hun spaargeld bij elkaar leggen en een tankstation verbouwen tot eerste ijssalon en dan min of meer bij toeval steeds bekender, groter en succesvoller worden. Vervolgens krijgen we een "birdview" van het productieproces (milk, cream, cream, sugar, flavor, fudge) en tot slot mogen we een klein bakje "chunky funkie chocolate chip cookie" proeven. Niks mis mee!

Onze 2e dagactiviteit is een bezoek aan een totaal ander productieproces, namelijk dat van de granietwinning. We rijden naar South Barre naar Granite Quarrier/Rock of Ages, een immense bovengrondse granietmijn. Het eerste deel van de tour is een rit met een oude schoolbus (Sil helemaal happy dat ie in een echte Amerikaanse, gele schoolbus zit) naar de top van de granietberg. Onderwijl vertelt onze gids Daisy ons over de geschiedenis van het keiharde, onverwoestbare gesteente graniet. Alles wat we horen en zien is voor ons nieuw, heel interessant en heel indrukwekkend. We kijken vanaf nu nooit meer hetzelfde naar een grafsteen, een herdenkingsmonument of mausoleum.

Deze mijn bestaat sinds midden 1800 en voorziet de mensheid met gemak de komende 1000 jaar van grijs graniet. Het delven van graniet is super arbeidsintensief, zwaar en lawaaierig. Een stellage van hijskranen en staalkabels staat als standbeeld boven op de granietberg. De hijskranen worden bediend vanuit een hokje ergens verstopt aan de zijkant van de berg. Hiervandaan heeft de machinist nauwelijks zicht op zijn hijser en hij moet aldus 100% (kunnen) vertrouwen op zijn "signaalman". De werkmannen worden met bakjes naar het te bewerken plateau gehesen waar zij vervolgens met enorme watergekoelde pneumatische boren, met cirkelzagen, met lintzagen, met supergrote wiggen en met dynamiet de brokken graniet als kaasblokjes (maar dan met een gewicht van 3 Boeings bij elkaar) uit de mijn hakken. Er wordt van boven naar beneden gewerkt en men gaat tot een open diepte van wel 200 meter.
In vroeger dagen ging dit natuurlijk veel omslachtiger en was er veel "snijverlies". Deze brokstukken, die blijkbaar niet gebruikt/verkocht konden worden, werden destijds op een berg naast de granietberg gestort. In meer dan tweehonderd jaar heeft zich daar een torenhoge "duinenrij" gevormd en ligt het er nu, onaangetast door weer en wind, als een eeuwige herinnering aan vroeger dagen.

Bergafwaarts rijden we langs de "outdoor showroom" van dit bedrijf: tussen het hoge gras verspreid liggen grote en kleinere granietblokken waar wij, de particuliere consument, ons eigen blok voor ons eigen grafsteen kunnen uitkiezen. Wordt het wel een hele grote grafsteen...

Het tweede deel van de tour is een "birdview" in de bewerkingsfabriek. We zien hoe het in plakken gesneden graniet in het gewenste model gezaagd en gepolijst wordt. En hoe een gewenste tekst of afbeelding m.b.v. een computerontworpen, rubberen mal er op gezandstraald wordt. De onder hoge druk geblazen zandkorrels ketsen af op het rubber maar schieten het vrijgehouden ontwerp uit het gepolijste graniet. Even later mogen Tico en Sil hun eigen plaatje graniet bewerken. Ze kiezen als afbeelding het lokale nationale dier: een eland.

Fascinerend dat men in dit land een toeristische attractie weet te maken van dergelijke productieprocessen. Ik denk zomaar dat je -om maar wat te noemen- als toerist niet bij Cacao de Zaan het productieproces van de cacaoboon kunt aanschouwen?

Na deze interessante rondleidingen zijn onze hersenen weer gevoed en verzadigd. We vervolgen onze weg en strijken neer op de grasgroene natuurcamping van Elmore State Park. Het is er schitterend en heerlijk rustig. Bij een ondergaande zon zwemmen we ons lijf een beetje los, we roosteren worstjes op de bbq en vallen dan moe en voldaan in slaap.

De volgende dag begint vroeg (08.30 uur) met een ochtendwandeling naar de vuurtoren op Elmore Mountain. Het is een pittige klim. De toren, ooit bedoeld als toren vanaf waar uitgekeken werd naar vuur, is van het type hoge uitzichttoren: 4 semi-open trappen leiden naar een overdekt en omhekt plateau. Vanaf dat plateau hebben Tico, Sil en ik een panoramisch uitzicht. Tot zover als we kunnen kijken, zien we groene bergen. En daarachter de contouren van de bergen die nog verder liggen. Jammer genoeg ziet Coos dit niet: zijn hoogtevrees speelt hem na de 1e vuurtorentrap te veel parten.

Op een spreekwoordelijk holletje gaan we vervolgens het pad naar beneden: voor 11.00 uur moeten we namelijk op de camping uitgecheckt zijn. We rijden naar het Oostenrijks aandoend wintersportoord Stowe. De nagebootste Oostenrijkse sfeer (chalets, stübes, geraniumbakken) vindt zijn oorsprong in de "Sound of Music"-familie Von Trapp die hier na de WO-II is neergestreken. Als we de afslag naar Spruce Peak Resort nemen, belanden we in een vanaf de weg niet te zien wintersportcomplex en zien we rondom ons stoeltjesliften en groene ski-pistes. We gaan voor een ritje rodelen: op een slee op wieltjes van een hele lange glijbaan gaan. Best leuk!

En dan, hup, verder met de camper. Op naar Charlotte, een klein dorpje van waar uit wij de ferrypont nemen om Lake Champlain over te steken. Lake Champlain is net zo groot (misschien wel groter?) als het IJsselmeer, maar dan qua vorm langwerpig uitgerekt. In 1820 ging hier de1e ferry: een klein zeilbootje. In 1824 werd dat een iets grotere pont, aangedreven door 6 paarden die -óp de pont- in monotone rondjes liepen en daarmee een waterwiel aanzwengelden dat voor de voortstuwing zorgde. In 1828 is deze pont verloren gegaan: met man en muis gezonken toen het overladen was met een kudde volvette koeien die op weg was naar de slacht.

Ons blijft een dergelijk lot bespaard en na 20 minuten meert de ferrypont af in Essex, in de staat NewYork. Op naar de wildernis, naar de grotendeels onontsloten Adirondack Mountains!

Verstuurd vanaf mijn iPad

Geen opmerkingen: