Globale reisplanning

Wij, de familie Keijser, hebben van 2010 tot 2011 met onze catamaran SeaMotions, voor een jaar een ' rondje Atlantic' gevaren. We koesteren onze herinneringen in ons dit digitale "book of memories". Daarna ben ik doorgegaan met het zo nu en dan vastleggen van het wel en wee van ons leven op land.







zondag 10 mei 2015

Voor alles een eerste keer

Op de laatste vrijdagochtend van maart valt thuis opeens de stroom uit. Is het alleen bij ons? Ik bel de buurvrouw, tevergeefs. Mijn telefoon heeft geen ontvangst. Coos, die in zijn thuiskantoor aan het werk is, komt naar beneden. Wat er aan de hand is met de stroom en Vodafone? In een omgeving waar we 24/7 alles en iedereen mobiel kunnen bereiken of opzoeken, voelt het bizar onthand als we opeens geen enkel contact kunnen maken met de buitenwereld anders dan door fysiek naar buiten te gaan en de buurvrouw op te zoeken. Zij zit met hetzelfde, heeft dezelfde vragen en eveneens geen antwoorden. Voor een moment golft ongerustheid door ons heen. Niet eerder heb ik meegemaakt dat er én geen stroom en én geen mobiel bereik was? Betreft het alleen Heiloo of is heel Nederland getroffen door deze storing? Mogelijkheden om dat te onderzoeken hebben we niet en ontwetend stap ik in de auto van Renate en ga ik met nog 6 (onwetende) vrouwen op weg naar ons allereerste "wandel"weekend op Terschelling.

We kwetteren over de stroomstoring en snateren over allerlei wat/waarom/hoe-scenario's als het misschien een heuse terroristische een aanslag zou betreffen. De één maakt zich ongerust omdat ze mobiel afgesneden is van haar kids, de ander merkt op dat de stoplichten wél functioneren. En dan opeens klinkt een stem uit ... de autoradio. Niks aanslag, zo blijkt uit de woorden van de nieuwslezer. In een zeer cruciale centrale stroomverdeelkast in Diemen heeft een onderhoudsmonteur abusievelijk een draadje doorgeknipt, waardoor heel Noord-Holland, inclusief de GSM-masten, is afgesneden van electriciteit. Oeps, foutje...

Voor de eerste keer ga ik "op wandelweekend" met 7 vriendinnen. We hebben ons ingeschreven voor de Fjoertoer, een wandeltocht van 22km in het donker met onderweg allerhande, niet alledaagse lichtkunst langs de route. En we zijn niet de enigen die zich hier alweer maanden geleden, bij nacht en ontij om ons maar te verzekeren van een startbewijs, online voor hebben inschreven. Een tsunami aan vrouwen met kortgeknipte haren, rugtas, kleurloze jas met bijpassende kleurloze afritsbroek en onelegante kleurloze wandelschoenen overstroomt het eiland. En slechts af en toe valt een verdwaalde man in dit alles behalve bonte gezelschap te ontwaren. De sliert serieuze wandelaars kleurt goed bij het weer: 50 tinten grijs, wind en regen.

Natuurlijk identificeer ik mij niet met deze groep fervente wandelaars. Enerzijds omdat de term "fervent" niet bij mij past. Wandelen is voor mij vooral een ideale manier om langdurig en zonder noemenswaardige afleiding met vriendinnen te kwetteren en snateren. Anderzijds omdat ik het moet doen zonder ultralichte, sneldrogende, muisbruine of mosgroene outfit . Ik heb voor vertrek nog hooguit last minute een HEMA-regen(zweet)pak in mijn bagage gegooid. Daar houdt mijn slecht weer voorbereiding wel mee op. De weersvoorspellingen voor het weekend zijn verre van opbeurend: veel regen, harde wind en lage temperaturen.

We installeren ons in ons verblijf voor de komende 3 dagen, de 10-persoonskamer van de Stay Okay... Dat ík, op mijn leeftijd én voor de eerste keer in mijn leven, een verblijf in een jeugdherberg ga meemaken, had niemand, en zeker ik niet, óóit verwacht. De slaapzaal is, zoals je deze bij een jeugdherberg kunt verwachten: eentje met gemêleerd geel linoleum op de vloer, stofnesten in de hoeken, bonte gordijnen voor de ramen aan rails die in de hoeken niet goed meer vastzitten, gebutste plinten, bevlekte muren, functionele wastafels en dito doucheruimtes en natuurlijk ...de stapelbedden. Met als kers op de taart ín het stapelbed een matras en kussen, beiden met plastieken hoes. Wat een avontuur staat mij te wachten.

Voor mijn 1e nacht boven in het jeugdherbergstapelbed tref ik ongeveer elke voorzorgsmaatregel om mijn situationele smetvrees enigszins de baas te blijven. Zo gebruik ik mijn hamamhanddoek als extra onderlaken en is mijn sjaal getransformeerd in een extra kussensloop. Ik draag een pyama die mijn blote huid van voet tot hals bedekt. De blote voeten gaan in sokken. En om mijn nek wikkel ik een andere sjaal. Gans de nacht probeer ik niet te bewegen; mijn schouders en rug verstijven. Ik weet dit, omdat ik de hele nacht waak in plaats van slaap. Zodoende registreer ik een kamergenoot die veelvuldig draait in haar slaap. Een ander die zeker 2x gaat plassen en nog weer een ander die met korte tussenpozen kleine boompjes omzaagt.

Op zaterdagochtend fietsen we goed getimed, met dank aan Buienalarm, droog naar Midsland voor wat winkelplezier, koffie en lunch. 's Middags verdwijnt het prachtige eiland onder een grote regenwolk en rest ons niets anders dan een terugweg kromgebogen over het stuur tegen de wind in te trappen, terwijl de regen ons in het gezicht slaat. Natuurlijk denk ik te lang "het zal wel meevallen met de regen" en hijs ik me te laat in het regenpak. De naden van mijn jas zijn al fors aan het doorlekken. Gek genoeg geeft het trotseren van dit ongelofelijke scheitweer ook een zeker euforisch gevoel. Een gevoel dat ik leef. Even kan het me niets schelen dat ik zeiknat ben en ik ondanks het regenpak nog steeds nat wordt. Mijn charmante outfit ademt namelijk niet en condenseert dientengevolge overmatig aan de binnenkant. Dat ik er niet mee zit dat ik geen bal zie, omdat ik geen ruitenwissers op mijn bril hebt. En dat het vast ook wel goed gaat komen om al die kleren op tijd droog te hebben voordat ik's avonds aan die 22km wandeltocht ga beginnen. Althans, als je van het glas half vol ben, een groene knop. Ben je dat niet, dan zijn die 7km terug fietsen naar West een hard gelag.

Zaterdagavond, als de Fjoertoer start, regent het nog steeds dikke druppels. Wat een lol om zo aan je eerste 22km wandelen ooit te beginnen. En dat in combinatie met het fenomeen "massale stoet" doet je helemaal de wenkbrauwen optrekken. Desalniettemin zet ik letterlijk mijn beste beentje voor en ga ik, wéér gehuld in mijn HEMA-regen(zweet)pak, de paden op en de lanen in. Op eenderde van de route behoeft mijn ringteen een blarenpleister. Halverwege het traject (7km demarreren op het strand met windkracht 6 tegen) voel ik billen en hamstrings protesteren. Naarmate de finish nadert, knarst en piept ongeveer elk scharnierend lichaamsdeel. Tegen middernacht gaan we óver de rode loper óver de finish. Pffff, toch een prestatie; een halve marathon hardlopen is haast minder vermoeiend is dan 22km wandelen. Maar het meest euforische moment breekt eenmaal terug in de jeugdherberg aan; als het regen(zweet)pak én de wandelschoenen uit mogen. Bevrijding, verlossing, opluchting, een onbeschrijfelijk zalig gevoel.

Mijn 2e nacht op het plastic matras en dito kussen komt de 22km Fjoertoerbeleving nog eens voorbij. En die beleving voelt paradoxaal. Het één kan in deze niet zonder het ander. Zonder al die deelnemers geen Fjoertoer. Maar het zijn nu net al die andere deelnemers die me in dit concept tegen staan. Ze lopen me in de weg. Ze lopen te dichtbij voor, naast of achter me. Ze lopen te langzaam en/of te breed. Ze maken teveel geluid. Ten diepste voel ik weerstand om als een "mak schaap" mee te gaan in een dergelijke menselijke kudde.

En dan breekt alweer onze laatste dag op Terschelling aan. Om het lichaam weer enigszins zen en soepel te krijgen, beginnen we deze dag met een workshop yoga. Voor een aantal van ons is dit voor de eerste keer en voelen sommige yogaposes onnatuurlijk aan of zelfs fysiek onmogelijk. Toch is het voor iedereen fijn, want bij yoga gaat het niet om de prestatie. Bij yoga gaat het om bewustwording en zonder oordeel in contact komen met je lichaam.

Halverwege de middag nemen we de boot terug naar het vasteland en zit het eerste "wandel"weekend met de meiden erop. Wat mij betreft is dit in (haast) al zijn facetten voor herhaling vatbaar. Ja, zelfs een verblijf jeugdherberg zou ik weer kunnen händelen. Alleen die massale wandeltocht zou ik willen verruilen voor een "besloten" variant. Geen wandelkermis, toeters, bellen of lichtkunst.

Voor alles een eerste keer ... Eenmaal weer thuis tref ik Coos in het gips. Tijdens een potje (enigszins ongetraind en óverambitieus) badminton met Tico is zijn achillespees volledig afgescheurd. Op maandagochtend mag ik hem naar het ziekenhuis brengen voor de noodzakelijke operatie.

Geen opmerkingen: