Globale reisplanning

Wij, de familie Keijser, hebben van 2010 tot 2011 met onze catamaran SeaMotions, voor een jaar een ' rondje Atlantic' gevaren. We koesteren onze herinneringen in ons dit digitale "book of memories". Daarna ben ik doorgegaan met het zo nu en dan vastleggen van het wel en wee van ons leven op land.







maandag 25 april 2011

Baia de Samana/ St. Barbara (Dom.Republiek)

Na een rustige nacht voor anker in Baia Escondida (verborgen baai)  worden we de volgende ochtend wakker door enorme regenbuien. Het blijft de hele ochtend regenen en de boot is direct lekker ontdaan van al het zeezout van de Mona Passage. Aan het begin van de middag verhuizen we naar Baia de Samana, bij het stadje St. Barbara. We kiezen onze ankerplek uit op basis van wifi-ontvangst. Na een kwartier krijgen we al bezoek van de officials: de Marina de Guerra met assistent en tolk. Het gebruikelijke ritueel van paspoorten, bootpapieren, crewlist volgt. De tolk informeert ons vervolgens dat we ons nog bij de Port Authority dienen te melden om de “port fee” te betalen. Dit gaat vergezeld van wat dreigende taal dat er geen despacho wordt afgegeven door de Commandancia als de port fee niet is betaald. In de pilot van Frank Virgintino hebben we gelezen dat dit een ten onrechte geheven fee is die je niet hoeft te betalen (maar die meestal wel betaald wordt vanwege die dreiging op het niet verkrijgen van een despacho). Als we naar de kant gaan, worden we inderdaad bij het hokje van de Port Authority aangehouden. Een net iets eerder aangekomen Amerikaans jacht heeft zojuist de fee betaald. Wij stellen wat kritische vragen als ons maar liefst 40 USdollar in rekening wordt gebracht voor het achter je eigen anker liggen in een wat vervuilde baai zonder enige faciliteiten. Natuurlijk kunnen ze hun kromme verhaal niet recht praten en ze verwijzen ons de volgende ochtend voor 12.00 uur naar het kantoor van de Port Authority te gaan om het met de baas te bespreken.

 

De volgende ochtend gaan we op tijd naar de Port Authority. We komen in een gebouw waar een bewaker met een enorm geweer (!) ons naar boven verwijst. Op de 1e verdieping treffen niemand aan die “baas van Port Authority” zou kunnen zijn; sterker nog, we zien helemaal niemand. De hele etage, het hele gebouw, oogt buitengewoon armoedig: in het trappenhuis ontbreekt een plafond, in de kozijnen ontbreekt de helft van de shutters, deuren hangen scheef in de deurlijsten. En de bewaker weet het ook allemaal niet. Wij zijn niet van plan te gaan wachten op iemand die misschien helemaal niet gaat komen en dus gaan we op weg naar de Commandancia om onze despacho op te halen.

 

Bij het kantoor van Marina de Guerra worden we welkom geheten door bewakers: eentje in een smetteloos witte outfit met pistool in holster. En een casual geklede man met revolver op zijn rug achter zijn broekriem gestoken. My god, iedereen is hier gewoon zwaar bewapend en ik weet niet of ik me daardoor veiliger voel of juist niet. De Commandancia is er (nog) niet, maar we mogen even wachten. Na een kwartiertje komt er een grote, dikke, niet eens zo’n oude, zwarte man in casual kleding en met nette schoenen aan. Iedereen springt in de houding en knipt en buigt voor deze meneer: dit is vast de Commandancia.

In zijn kantoor annex slaapkamer doen we weer het rondje paspoorten, bootpapieren en crewlist. We sturen Sil op charme-offensief door het gebouw; met zijn blonde haar, blauwe ogen en innemende glimlach heeft hij in no time alle zwaar bewapende mannen en de secretaresse in zijn pocket. Op geen enkel moment wordt gevraagd of gecontroleerd of we de port fee wel betaald hebben. Na ongeveer 20 minuten en tegen betaling van 10 USdollar zijn we een despacho rijker.

 

Het stadje St. Barbara is fascinerend en overweldigend. Over de weg scheuren brommertaxi’s en brommer-riksja’s tussen grote glimmende SUV’s en MPV’s door. Het is een herrie van jewelste. Voor een stoplicht wordt het helemaal een mierennest van al deze vervoermiddelen en dat alles gehuld in de nevelen van uitlaatgassen. We zien langs de boulevard lokale drinkgelegenheden waar door de mannen volop domino gespeeld wordt. Op de stoep liggen veel schurfterige, broodmagere straathonden met manke poten en etterende wonden; zelfs al niet-hondenliefhebber een schrijnend gezicht. We lopen een stuk de stad in op weg naar de groente- en fruitmarkt. Daar is het helemaal een kakafonie van geluid, geur en kleur. Overal winkeltjes waar uiteenlopende spullen uitgestald staan, er zijn pick-up’s waar vanuit de laadbak sinaasappelen, ananassen en meloenen verkocht worden, er zijn stalletjes waar vers geslachte kip in de volle zon ligt uitgestald. Binnen in de markt liggen bergen groente en fruit en een keuze die we lang niet gezien hebben: brocolli, bloemkool, sperziebonen, aubergine, paprika, kool, sla, wortel, (zoete) aardappels, uien, bleekselderij, kokosnoten, prei, koriander, peterselie, bosui, etcetera. Voor weinig pesos kopen we heel veel groente en fruit. We vullen onze boodschappentrolley en –tassen. In de supermarkt laten we het vlees voor wat het is, het ziet er niet zo aantrekkelijk uit. Terug naar de boot durven we een brommer-riksja te nemen, alhoewel ik er wel met samengeknepen billen in zit.

 

Halverwege de middag gaan we ankerop en verlaten we Baia de Samana om het anker een paar mijl verderop voor een eiland met een luxe resort weer te laten vallen. Daar beleven we onze laatste DR-avontuur: motorboten die op volle snelheid af- en aanscheuren en luide muziek. De mensen van de Dominicaanse Republiek leven het leven hard!!

 

De volgende ochtend (vrijdag 22/4) gaan we om 06.00 uur ankerop, op weg naar een volgende bestemming: Big Sand Cay, een onbewoond eilandje behorende bij de Turks & Caicos, de voorloper van de Bahama’s!

Geen opmerkingen: