Globale reisplanning

Wij, de familie Keijser, hebben van 2010 tot 2011 met onze catamaran SeaMotions, voor een jaar een ' rondje Atlantic' gevaren. We koesteren onze herinneringen in ons dit digitale "book of memories". Daarna ben ik doorgegaan met het zo nu en dan vastleggen van het wel en wee van ons leven op land.







dinsdag 22 februari 2011

Blanquilla!

Zaterdag, na het palaver in het wifi-restaurant, vertrekken we een paar uur eerder dan gepland. De heersende wind (tradewind) heeft namelijk besloten een paar dagen vrij te nemen. Oftewel, er wacht ons heel rustig weer en de snelheid zal dus veel lager liggen dan we hadden uitgerekend. We hebben opeens haast om te zorgen dat we maandag voor het donker in Blanquilla aankomen. In het donker varen we in colonne met Le Furibard en Galilea de ankerbaai van St. Anne/Martinique uit.
Het vierkant Grenada -Trinidad- Isla Margharita - Los Testigos hebben geen goede reputatie als het gaat om "kleinschalige" piraterij. De trip Martinique -Blanquilla valt onder Zone de Alerto. We willen geen risico nemen en spreken af om zoveel als mogelijk bij elkaar te blijven varen.
We hijsen het grootzeil, maar er staat te weinig wind en we motoren de nacht in. De maan schijnt als een grote schijnwerper op ons en donker is dan opeens niet zo heel donker meer. Prachtig!! Varend op één motor gaan we alledrie ongeveer dezelfde snelheid enwe blijven eenvoudig in elkaars zicht. Zondag steekt een licht windje op en we glijden we met de wind in de rug op grootzeil en gennaker over een gladde zee. Halverwege de 2e nacht lopen we op grootzeil en gennaker en gaan we te snel voor Galilea. We lopen teveel uit en we minderen zeil. Onze ETA (estimated time of arrival) past zich aan aan de lagere snelheid. Opeens wordt het heel spannend of we Blanquilla maandagwel bij daglicht gaan halen: als we 5 knopen varen, arriveren we volgens berekening ca. 21.00 uur. Varen we daarentegen 7 knopen, dan lopen we de ankerbaai Playa Yague om 17.00 uur binnen. Een cruciaal verschil. We kiezen er desondanks voor om bij de groep te blijven (samen uit - samen thuis) ook al zou dat betekenen dat we in het donker bij Blanquilla zouden aankomen. Gelukkig krijgen we hulp van de stroom: 1 knoop stroom mee en met nog zo'n 12 uur te gaan mikt de ETA aan op aankomst om 17.00 uur.

De vislijnen staan overdag uit, maar de vissen willen niet bijten. De kinderen doen school, tekenen en vermaken zich met schuurpapier, een halve kokosnootschil en plakkaatverf. Wij turen wat uit over de grote plas, we lezen wat, we kletsen wat, we eten lekker. Dit is voor mij zeilen zoals zeilen bedoeld is:easy does it, comfortabel en relaxed. Dit is ZIJN in plaats van DOEN.
Halverwege de middag op maandag ontwaren we LAND IN ZICHT, de rotsen van Los Hermanos. En met dat begint Coos' vislijn te ratelen. Het wordt een strijd tussen mens en dier, welke in het voordeel van de vis beslecht wordt. Dit gebeurt binnen een half uur tijd nog 2x: alle vissen weten te ontkomen. Aan Tico's haak is slechts een stuk vislip wat over is van vis 3. De 4e vis heeft -gelukkig voor ons- pech: deze medium sized tonijn halen we wel binnen en met een scheut rum in zijn kieuwen helpen we hem/haar naar de vissenhemel. Yann (Le Furibar) doet verwoede pogingen ook een vis te vangen, maar zelfs het koers verleggen richting de rondcirkelende vogels levert niets op. Even later meldt Yves-Marie (Galilea) zich: hij heeft ook een tonijn van zo'n 2 kilo binnengehaald. De borrel is besloten: champagne en sushi!!
Blanquilla toont zich pas op een paar mijl afstand: we varen af op een grote, platte pannenkoek. De ankerbaai Playa Yague is aan de westkant van het eilandje. En dan als we de zeilen willen gaan strijken en de motoren willen starten....start de bakboordmotor niet .... Het lijkt aanvankelijk op een los contactje in de startknop, maar dat blijkt het bij nadere inspectie toch niet te zijn. Startmotor kapot? Welnu, we moeten toch eerst ankeren en gelukkig hebben we nog een motor (bij een catamaran heb je van -bijna- alles twee). Dus dan maar op alleen de stuurboordmotor de ankerbaai in: hoewel het op één motor iets lastiger manoeuvreren is, is het gezien de wijde ankerbaai niet onmogelijk. En aldus geschied.
's Avonds hebben we champagne, sushi en gezelligheid aan boord van Le Furibard. Rond 22.00 uur storten we vervolgens moe, voldaan en een beetje ongerust over de startmotor in bed. We lezen nog wat, maar al snel vallen we (Coos boven de motorbijbel van Nigel Calder)in slaap.
Dinsdagochtend begint de dag met ... de startmotor. Althans, als het probleem bij de startmotor zit, want 's nachts heeft het idee bij Coos postgevat dat het weleens de startaccu kan zijn. Er wordt van alles doorgemeten en inderdaad blijkt hier het probleem te liggen. En met deze constatering is het een oplosbaar probleem geworden. Als we Galilea en Le Furibard even later deze tussenstand melden, blijkt het geluk met ons: Yves-Marie heeft aan boord een "reserve-accu", eentje die over is van zijn oude bijboot. Coos vervangt de defecte startaccu en ja hoor, de motor start in 1x!! Problem solved!! Ik maak een vreugdedans in de kuip. Niet alleen hebben we namelijk weer een werkende motor, maar ook het bezoeken van de eilanden Los Roques en Aves is hiermee veilig gesteld. Als we dit namelijk niet hadden kunnen oplossen en verder hadden gemoeten met slechts één werkende motor, dan hadden we deze eilanden, die middenin allerlei riffen liggen, moeten overslaan en hadden we in één keer naar Bonaire moeten varen.
En dan gaan we terug naar de gewone orde van de dag: ontbijt (Tico bakt een overheerlijk ei met toast voor zijn vader) en school. Rond het middaguur gaan we dan (volgens de jongens "eindelijk") naar het sneeuwwitte strand om te spelen en te zwemmen in het azuurblauwe water. En dan komt het euforische gevoel: wat is het hier mooi, wat zijn de kleuren van het water en de contrasten met het strand overweldigend. Wat fantastisch dat wij hier nu zijn, een plek die maar door zo weinig mensen bezocht wordt. Sterker nog: net als bij Selvagem (bij Madeira), wordt Blanquilla alleen door een handjevol zeilers bezocht. We delen de ankerbaai met een Zweedse boot en een lokale visboot: deze komt 's ochtends met een piroque achter zich aan slepend vanuit de zuidkust van het eilandje danwel vanuit het 50 mijl oostelijk gelegen Isla Margharita. Met de piroque gaan de vissers uit varen en aan het einde van de dag wordt de gevangen vis overgezet op de visboot. Dan komen ook 2 van de vissers in een klein, gammel roeibootje met een plank hout en schep als peddel bij ons langszij voor een praatje en hopelijk wat handel. Manana voor ons; wij hebben nog wat van onze eigen tonijn. Van Le Furibar begrijpen we even later dat de vis hier niet duur betaald wordt: een vis kost ofwel een pakje sigaretten, een blikje cola of een pak melk.
Tot zover onze eerste belevenissen op Blanquilla. Foto's volgen later; er is hier geen internet, geen gsm-verbinding, geen restaurant, helemaal niets. En toch is het op dit moment voor ons het mooiste plekje op de wereld.

Geen opmerkingen: