Globale reisplanning

Wij, de familie Keijser, hebben van 2010 tot 2011 met onze catamaran SeaMotions, voor een jaar een ' rondje Atlantic' gevaren. We koesteren onze herinneringen in ons dit digitale "book of memories". Daarna ben ik doorgegaan met het zo nu en dan vastleggen van het wel en wee van ons leven op land.







vrijdag 14 januari 2011

Petit Martinique, Petit St. Vincent, Union Island en Mayreau

Het plan is om in Petit Martinique diesel te tanken, maar evenals 9 jaar geleden, vinden wij het te "choppy" en te winderig om langszij de houten tanksteiger te gaan. Dit wordt overigens bevestigd door de Seaquest die wel getankt heeft en inderdaad aan landvasten en bolders heeft liggen schudden, trekken en duwen. We steken het zeegat over naar het naastgelegen eilandje Petit St. Vincent. Hoewel de tradewind lekker doorblaast (windkracht 6) liggen we qua golven redelijk beschut achter een puntje eiland en een rif. Petit St. Vincent is het kleinste en een van de meest succesvolle eilanden van de eilandengroep St. Vincent en the Grenadines. Er wordt een luxe resort geĆ«xploiteerd; her en der verspreid over het begroeide eiland staan gerieflijke cottages, elk met een eigen stukje strand en alles ver genoeg bij elkaar vandaan om volop privacy te hebben. Zeilers zijn welkom op het eiland, mogen hun dinghy aan de steiger vastknopen en mogen  –met respect voor de privacy van de gasten- van het strand gebruik maken.

's Avonds gaan we met de Seaquest en de Tante Rietje een lekkere cocktail drinken in de bar van het resort. We voelen ons gezegend om hier te mogen zijn.

 

's Nachts voelt het vervolgens allemaal anders; de wind trekt aan en loeit door de verstaging. De regen klettert af en aan op het dek en de ramen blijven uiteindelijk maar dicht. Hierdoor stijgt de binnentemperatuur aanzienlijk. Enfin, alles bij elkaar genomen kan ik er maar slecht op slapen, zelfs niet als ik op de bank in de kajuit ga liggen. Hoewel ons aanvankelijke plan was nog lekker een dagje te relaxen op PSV, besluiten we 's ochtends anker op te gaan en naar Union Island te varen. Niet dat je daar nu zo beschut ligt, integendeel. Maar in Union Island moeten we wel eerst inklaren bij Douane en Immigratie. In de drukke ankerbaai achter het grote rif vinden we nog een plekje "aan hoger wal". Coos en Tico gaan aan land om in te klaren, Sil en ik maken school af. Om 15.00 uur, dezelfde dag, verlaten we vervolgens Union Island weer en varen we naar het de meer beschutte ankerbaai Saline Bay van het eiland Mayreau. Naast de gebruikelijke zeilboten ligt ook 's werelds grootste zeilboot hier voor anker: 187 meter lang. Het heet zeilboot omdat het 5 masten met zeilen heeft, maar het geheel ziet er meer uit als een kleine cruiseboot. Naar mijn mening zal het schip op wind alleen niet vooruit te branden zijn.

 

Zodra we goed liggen, duiken we in het water en gaan we op ontdekkingstocht bij het naastgelegen rif. De wondere onderwaterwereld blijft ons bekoren en verbazen. Aan Sil horen we of er iets te zien is; op hoge tonen slaakt hij –met snorkelpijp in de mond- diverse onverstaanbare verwonderende kreten. En anders gaat ie –onderwater- wel met zijn hoofd recht voor Coos' bril zwemmen en tikt hij -in meer of mindere mate subtiel- op Coos' snorkelbril. We zien verschillende gekleurde rifvissen, waaier- en hersenkoraal, koraalkelken en als klap op de vuurpijl ook een flinke rog. Terug aan boord pakken Tico en Sil direct het boek met koraalvissen erbij om de namen te vinden van de vissen ze gezien hebben. Vervolgens pakken ze tekenpapier, potlood en kleurpotloden om deze vissen (na) te tekenen. Wij genieten volop van hun onbevangen enthousiasme.

 

Op Mayreau wonen slechts 250 mensen. Om naar het dorpje te lopen, moeten we een steile heuvel bedwingen. Verspreid op de heuvel zien we bont gekleurde huisjes, winkeltjes en bar/restaurants. Als een cruiseboot het eiland aan doet, komen uit de huisjes uit alle gaten en hoeken kledingrekken, waslijnen met t-shirts, batikjurken en conche-schelpen tevoorschijn.

Als wij er lopen, zijn we bijna de enige "toerist" en oogt het dorpje relaxed. We wandelen door naar Salt Whistle Bay, een baai waar we 9 jaar geleden ook geweest zijn. Er is niet veel veranderd, behalve dat er 3x zoveel boten in de baai liggen. Met name het aantal (charter) catamarans is verdrievoudigd (all over de Carieb). Op de terugweg "aaien" de kinderen nog 2 landschildpadden, die aan de geitenpen in het gras schuivelen bij de Honey Bar. Even verderop drinken en internetten we nog even bij Dennis' Hideaway, terwijl de kinderen zich vermaken in het mini-zwembadje. Met de nadruk op "even"; het is einde dag, de zon gaat zakken en de muggen komen in grote getallen uit hun "hideaway's". Binnen 10 minuten worden de lichaamsdelen waar geen "Off" (anti-muggenspray) opgespoten is, lek geprikt.

 

Het waait nog onverminderd hard en 's nachts valt de regen af en aan met bakken uit de hemel.

 

De volgende ochtend, vrijdag 14/1, verplaatsen we, tegelijk met de Seaquest en Tante Rietje, naar het 1 mijl verderop gelegen Salt Whistle Bay. We hebben een perfecte timing; veel (charter)schepen verlaten de baai en wij vinden een mooie plek wat dieper de baai in. Daarna volgen nieuwe (charter)schepen en dan wordt het voor Tante Rietje toch nog even spannend. Een 43-foot Catana probeert op aanwijzing van een local zijn chartercatamaran voor Tante Rietje te parkeren, maar dreigt daarbij op een naastgelegen catamaran te eindigen. De schipper raakt in paniek, draait het roer alle kanten op, en scheurt de motor achtereenvolgens in vooruit-achteruit-vooruit (vol gas welteverstaan) om vervolgens zonder enige controle door het oog van de naald te kruipen, net geen andere schepen te rakend op volle snelheid de baai te verlaten en hoogstwaarschijnlijk koers te zetten naar Saline Bay. Zoals het spreekwoord luidt: "de beste stuurlui staan aan wal" analyseren schippers Henk, Huib-Jan en Coos  over de marifoon deze kamikaze-manoeuvres. La Luna en Vivente luisteren, gelegen in Saline Bay, mee en kiezen eieren voor hun geld: ze gaan anker op en komen ook naar Salt Whistle Bay. Als ze uitvaren, zien ze nog net een huurcat de baai in stuiven.

 

Vanaf onze boot kunnen we zo naar het strand zwemmen; het zand is zo fijn als pas gemalen meel en het water kleurt azuurblauw. De kinderen zitten de hele middag in het water met snorkel, kayak of superfrisbee en wij borrelen met de Nederlandse armada op het strand. 's Avonds eten we het laatste stukje tonijn (nog van de Atlantische oversteek) en de kinderen rollen rond half 9 -moe en voldaan- hun bed in. Binnen 5 minuten slapen ze. Het leven is goed voor ons gezin.

1 opmerking:

Elyn zei

Ohhh het laatste stukje Atlantic Tuna is nu ook op......

Groetjes, Elyn