Globale reisplanning

Wij, de familie Keijser, hebben van 2010 tot 2011 met onze catamaran SeaMotions, voor een jaar een ' rondje Atlantic' gevaren. We koesteren onze herinneringen in ons dit digitale "book of memories". Daarna ben ik doorgegaan met het zo nu en dan vastleggen van het wel en wee van ons leven op land.







vrijdag 21 januari 2011

Azuurblauw paradijs

Na een paar dagen “paradijs” in Salt Whistle Bay gaan we anker op naar het 2 mijl verderop gelegen Tobago Cays, een groep van 4 kleine, onbewoonde eilandjes gelegen achter de bescherming van een groot hoefijzervormig rif (Horseshoe Reef). Qua kleur van het water is alsof we in een openluchtzwembad binnen varen. Alle kleurschakeringen van blauw gaan onder ons door: van heel licht blauw (behoorlijk ondiep water met zandbodem) tot diep donkerblauw (veel dieper water). Om ons heen die kleine eilandjes met parelwitte strandjes en groene begroeiing. Picture perfect!

 

We zijn nog maar net voor anker als we een schildpad zijn kopje boven het water zien uitsteken. WAUW!! Als Tico en ik even later gaan snorkelen, komen we direct een paar schildpadden tegen die rustig “grazen” over de veldjes van kleine wierplantjes. Ze trekken zich niets van ons aan als we rustig boven hen of achter hen aanzwemmen. Sil is ondertussen met de Seaquest mee naar een klein strandje van het eilandje Baradel. Als hij daar gaat snorkelen met Maren, Huib-Jan en Denise (La Luna) komen ook zij verschillende schildpadden tegen. Coos is bezig met hele andere dingen. Het waait namelijk behoorlijk en de omstandigheden (wind en vlak water) zijn ideaal voor een windsurfpoging. Na een wat onwennige start op het “zinkertje” en moeizame overstagmanoeuvres scheert hij uiteindelijk zijn rakjes voor de boot langs. De volgende dag trekt de wind nog wat meer aan en begint het, ondanks dat we achter een groot rif liggen, toch wat “choppy”  te worden. Aan het eind van de middag varen we naar de ingang van het Horseshoe Reef en ankeren we tussen de eilandjes Petit Rameau en Petit Bateau. Qua wind maakt het niet veel uit, het waait ’s nachts zelfs nog een tandje harder ‘s, maar de zee is hier wel ietsje rustiger.

 

De volgende dag gaan we op tijd anker op en varen we naar het nabij gelegen Canouan. Als we de Charlestown Bay binnen varen en het grootzeil strijken, krijgen we een enorme regenbui over ons heen. In een paar minuten zijn we zeiknat en hebben we het zelfs koud.

Hoewel de chartercompany Moorings er een kleine basis heeft en de ankerbaai vol met mooringboeien heeft gelegd, oogt Canouan verder weinig toeristisch. Maar wellicht dat schijn bedriegt, want volgens de pilot is de noordelijke helft van het eiland privé-bezit en wordt hier een luxe resort gerund. Het zuidelijk deel is voor de locale bevolking. Volgens diezelfde pilot heb je in deze ankerbaai bij stevige wind last van valwinden: de wind verzamelt zich boven op de berg en schiet dan als een kanonskogel naar beneden de ankerbaai in. Ik heb me op het ergste (onrustigste) voorbereid, maar wij beleven –gelegen diep in de baai en dichtbij het strand-  een van de rustigste nachten sinds Prickly Bay/Grenada. Als we de volgende ochtend aan de andere Nederlandse boten blij vertellen hoe lekker rustig wij geslapen hebben, horen we van hen hele andere verhalen. Zij hebben een nacht achter de rug met onregelmatige valwinden die vanuit alle richtingen naar beneden rollen en elke boot 360 graden laat ronddraaien achter zijn ankers. Bij de Tantje Rietje wordt ’s avonds zelfs de bijboot ondersteboven geblazen (hoop gedoe voor ze in het donker, want de buitenboordmotor gaat kopje onder en diverse schoenen zinken).

 

En dan maken we ons klaar voor een aan-de-winds tochtje van ruim 20 mijl naar het noordelijker gelegen Bequia. Hoewel aan-de-wind, hebben we een heerlijke zeildag en we speren met 8-9 knopen over het water. In no time bereiken we Admirality Bay en schampen we –net als bij aankomst in Canouan de dag eerder, een squall. Dit keer hebben we alleen te maken met windstoten uit de bui; de windmeter laat een tijdje ruim 30 knopen zien. De bijbehorende regen zit –gelukkig- wat verder op zee.

 

Overigens krijgen we ’s nachts, net als ongeveer alle voorgaande nachten, behoorlijk wat regen over ons heen. Het dek wordt hierdoor wel lekker schoongespoeld en inmiddels kunnen we slapend ramen sluiten en weer open doen.

 

In Bequia (spreek uit “bekwee”) herkennen we nog veel van 9 jaar geleden; het is alleen wat drukker geworden. Met name het aantal chartercatamarans is –in de gehele Carieb- t.o.v. jaren geleden vertienvoudigd. Dit brengt extra alertheid met zich mee als zo’n charterboot wil gaan ankeren…. Door gebrek aan ervaring en inzicht doen ze dit meestal niet zo goed. Al 2x heeft Coos moeten praten als brugman om dergelijke zeilers te overtuigen dat ze veel te dichtbij ons lagen en dat ze, ergens anders, opnieuw moeten gaan ankeren. Ik probeer bij dergelijke ingrepen wijselijk mijn mond te houden, hetgeen bijna alle keren gelukt is.

Enfin, Bequia ….. een plek waar het comfortabel verpozen is. De ankerbaai is goed beschut, het water glad en helder. Op meerdere plekken in de ankerbaai zijn goeie dinghy-docks. Er zijn leuke tentjes aan de kant waar je heerlijke cocktails kunt drinken en/of goeie hamburgers kunt eten. De supermarkten zijn behoorlijk gesorteerd, er is ook aardig wat diversiteit in groenten en fruit. Zo kun je hier veel superzoete mango’s voor weinig geld kopen! En, er zijn meerdere zeilmakers en chandlers (boot-)/gereedschapwinkels.

Na schooltijd werken wij deze dagen een paar “things-to-do annex boodschappenlijstjes” af (bootklusjes, wasserette, diesel tanken, administratie en het reanimeren van een gecrashte SD-kaart vol met foto’s …). En vandaag zijn we met de locale taxi, een pick-up truck met comfortabele bankjes in de achterbak, naar een Schildpadden Opvangcentrum geweest: The Old Hegg Turtle Sanctuary. Orton G. “Brother” King is de Lenie ’t Hart van Bequia als het gaat om het redden en in stand houden van de Hawksbill Turtle, een schildpad met een soort havikssnavel. Hij vertelt ons begeesterd over zijn missie.

 

Morgen (zaterdag 23/1) varen we naar St. Vincent, Wallilabou Bay. Daar gaan we voor anker voor de restanten van de filmset van Pirates of the Carribean en hopen we weer een regenwoud/waterval-hike te gaan doen.

 

To be continued!

 

PS: foto’s volgen zodra we weer een betere internetverbinding hebben ….

 

 

 

 

 

Geen opmerkingen: